Oude Italiaanse steden zijn meestal hooggelegen, ter herinnering aan een roerig verleden. Met Todi en Orvieto, in het hart van Umbrië is het niet anders.
Een van de plekken die de turbulentie van de geschiedenis hebben doorstaan, zijn de Tuinen van Bomarzo. Een mystieke plek die Helle Haasse ooit aangreep om de seksuele moraal van de jaren zestig te verwerken.

Picknicken in het verleden

Je kunt werklozen een voetbalstadion laten bouwen, zoals De Kuip in Rotterdam in de jaren dertig. Je kunt ze ook inzetten om een 16e eeuws beeldenpark te redden. Dat laatste deden Giancarlo en Tina Bettini in de jaren vijftig van de vorige eeuw in het Italiaanse plaatsje Bomarzo. Hun inzet betekende de redding van het park vol mythische beelden, beter bekend als de Tuinen van Bomarzo. Het in 1938 door Salvador Dalí herontdekte ‘heilige bos’ is alweer toe aan groot onderhoud, maar trekt nog steeds tienduizenden bezoekers.

De Tuinen van Bomarzo zijn beroemd, vanwege de beelden, maar zeker ook door het intrigerende verhaal dat erachter zit. De mismaakte, door een onbeantwoorde liefde gekwelde hertog Pier Francesco Orsini probeerde in 1552 met de aanleg van het park de demonen in zijn hoofd te bezweren, een gegeven dat tot de dag van vandaag kunstenaars en schrijvers heeft bezig gehouden. Dalí gebruikte de beelden als inspiratie voor zijn werk, net als Carel Willink, Gerti Bierenbroodspot en Niki de Saint Phalle.
In Nederland zijn de Tuinen van Bomarzo vooral bekend door het gelijknamige boek van Hella Haasse uit 1968,in NRC Handelsblad ooit “een schoolvoorbeeld van een literair essay, een poging om al schrijvend iets te ontdekken” genoemd. Volgens de NRC-criticus beschouwde Haasse de tuinen niet alleen als een kruisweg langs de staties van Orsini’s persoonlijke ellende, maar gebruikte ze de beelden om om te kunnen gaan met de nieuwe seksuele moraal van de jaren zestig. In de mysterieuze beeldentuin zag Haasse de ene na de andere seksuele toespeling opduiken.
De verkoopster in het museumwinkeltje bij de Giardini de Bomarzo heeft daar allemaal geen weet van. We nemen het haar niet kwalijk. De tuinen van Bomarzo hoort niet tot de hoogtepunten van Haasses oeuvre, het boek is niet in het Italiaans vertaald. Dat geldt wel voor het internationaal bejubelde Bomarzo van de Argentijnse schrijver Manuel Mujica Lainez, pronkstuk van het winkeltje dat verder bestaat uit de gangbare toeristengidsjes, folders, briefkaarten en snuisterijen. Wie zich wil verdiepen in de historische ontstaansgronden van het park kan beter terecht in een Nederlandse boekhandel voor Het laatste geheim van Bomarzo van Michiel Koolsbergen.
Los van alle artistieke, literaire en wetenschappelijke bespiegelingen is een bezoek aan het park nog steeds een bijzondere belevenis. Na 450 jaar zetten de mysterieuze, groenbemoste beelden en de ironisch vormgegeven gebouwen de fantasie moeiteloos in werking. Een andere attractie vormen de talrijke Italiaanse bezoekers die niet voor de beelden komen, maar voor een schaduwrijk plekje voor een picknick, waar ze de flessen ontkurken, de etenswaar uitstallen en de kinderen vergeefs tot de orde roepen.
Bomarzo ligt op een half uur rijden van Todi, een op een heuvel gelegen stadje in Midden-Italië. Vanaf de vroege Middeleeuwen was Todi meer dan duizend jaar een vrije stad; de bekendste inwoner uit die periode was Jacopo van Todi (1230-1306), een van de eerste Italiaanse dichters die in de volkstaal schreef. In de vroege renaissance maakte de stad een bloeiperiode door waarvan de Duomo, de tempel van de Consolazione en de palazzi aan het Piazza del Popolo, het hoogste punt van de stad, nog steeds getuigen.
Todi ligt in het hartje van Umbrië, met prachtige oude steden als Perugia, Assisi, Spoleto en Orvieto op een uur of minder rijden. Ooit woonden er Etrusken, ruim duizend jaar later trok de bedelheilige Franciscus er rond met zijn volgelingen. Terwijl de monnik overgave en soberheid predikte, werd in het hooggelegen Orvieto een met bladgoud beklede dom gebouwd, volgens de beginselen van de jongste architectonische mode van die tijd: de gotiek.
Zeker zo interessant als de gouden gevel van de dom is het donkere interieur van de kerk, vooral de 15e eeuwse fresco’s van Luca Signorelli (1441-1523). Zijn grillige verbeelding van het Laatste Oordeel is minder bekend dan Michelangelo’s versie in de Sixtijnse Kapel, maar zeker zo goed. Michelangelo, een beeldhouwer met veel gevoel voor pr, werd er van beschuldigd dat hij enkele figuren van Signorelli’s fresco’s heeft overgeschilderd.
Over de geschilderde personages van Signorelli hangt een vergelijkbare onheilspellende mystiek als over de beelden van Bomarzo. Of Signorelli en Pier Francesco Orsini, de mismaakte hertog van Bomarzo, elkaar kenden is niet bekend. Maar dat de hertog, als kunstliefhebber, in elk geval diens in 1499 voltooide fresco’s in de dom van Orvieto moet hebben gekend, ligt voor de hand. Bij goed weer moet de schittering van de gevel tot in Bomarzo te zien zijn geweest.

De dom van Orvieto. foto Zuiderlucht
Een door mos overwoekerd beeld in de Tuinen van Bomarzo. foto Zuiderlucht