Met Hemel op aarde, een klein verhaal over de grootst denkbare onderwerpen liefde, geloof en dood, keert filmmaker Pieter Kuijpers terug naar zijn Limburgse roots. “Van ambitie is nog nooit iemand doodgegaan.”

Zijn oudste zus riep het al jaren: “Maak eens een keer een leuke film. Een die niet spannend of eng is.” Pieter Kuijpers is er druk mee bezig. Het overgrote deel van de opnamen van Hemel op aarde zit er inmiddels op. De regisseur schoot op tal van Limburgse locaties: Sint Odiliënberg, Steyl, Stevensweert en Klimmen. “Veel geld gaat zitten in het oproepen van de sfeer van eind jaren zeventig, de tijd waarin de film speelt.”

Hemel op aarde draait om de brave, dertienjarige Bart Geraedts wiens wereld op de kop wordt gezet wanneer hij verliefd wordt op een verleidelijk en wereldwijs meisje van zestien. Dat verergert nog, als ze later doodziek wordt. Het scenario is van de hand van Edward Stelder, die Kuijpers (Tegelen, 1968) al kent sinds de middelbare school. “Het is fictie, maar er zitten veel van onze herinneringen in. Grootser verteld. Verder uitvergroot. Soms is dat niet eens nodig. De herinnering kan ook heel barok zijn. Als ik terugdenk aan vroeger, was het altijd extreem weer: heel warm, heel koud, heel nat. Dat kan niet kloppen. Dit is een klein verhaal over de grootst denkbare onderwerpen: liefde, geloof en dood.”

Kuijpers’ eigen coming of age heeft veel trekjes van die van Geraedts. “Je eerste liefde is je grootste liefde. En die gaat altijd weer voorbij. Meer zekerheden vallen rond die leeftijd weg. Als kind was God voor mij een simpele, eenvoudige zekerheid. Ik praatte hardop met hem en wat ik vroeg, kreeg ik. Ook in onze klas werd een meisje ernstig ziek. Dat leverde heel veel vragen op. De pastoor had daar geen antwoord op. Toen is zo’n beetje onze hele klas van haar geloof gevallen.”

De regisseur herinnert zich ook een tijd waarin alles begon te schuiven. Mensen stelden autoriteiten ter discussie. “Financieel kwam er ook een enorme terugslag. In de jaren zeventig groeiden bij ons de bomen tot in de hemel. Rond 1980 veranderde dat. Mijn moeder werd ontslagen. Het werk van mijn vader liep flink terug. Van een gezin waar alles kon werden we een gezin waar niks meer kon.”

In die periode zag Kuijpers ook voor het eerst films in de bioscoop. “Grease. Daar hadden we voor gespaard. Spielberg-films als Close Encounters of the Third Kind en E.T. moeten onbewust ook indruk hebben gemaakt. Die gaan ook over kinderen die iets heel groots meemaken. Het mooie is dat het nooit kinderfilms worden. Spielberg behandelt de onderwerpen op een heel volwassen manier.”

Aan een toekomst als regisseur dacht Kuijpers in die tijd nog niet. Hij wilde dierenarts worden. Pas nadat hij drie keer was uitgeloot, begon hij aan een studie theater-, film- en televisiewetenschappen.

Inmiddels hoort Kuijpers bij de grote Nederlandse regisseurs van dit moment. Hij is een man met een oeuvre. Van God los, over de Bende van Venlo. Off screen, over een man die het Philips-hoofdkantoor in gijzeling houdt. Dennis P. , over een diamantroof. TBS, over een tbs’er die een meisje ontvoert. Doodslag, over een ambulancemedewerker die een belager doodslaat. En nu dus Hemel op aarde, over zijn Limburgse roots.

De meeste films van Kuijpers gaan over de dunne lijn tussen schuld en onschuld. Maar waar zijn hoofdpersonen voorheen duidelijk schuldig waren, een schroefje los hadden of ontspoorden, kiest hij in Hemel op aarde voor het eerst voor het perspectief van de onschuld. “Toch zit het thema schuld en boete er weer heel erg in”, vindt Kuijpers. “Het jongetje probeert de schuld van de hele wereld op zich te nemen. Alles te proberen zijn vriendinnetje te redden. Dat lukt natuurlijk niet. Uiteindelijk is dat volwassen worden. Beseffen dat niet de hele wereld om jou draait.”

Het maken van Hemel op aarde voelt voor Kuijpers ook een beetje als volwassen worden als regisseur. “Het verhaal moet heel precies worden verteld. Er zit humor in, maar ik wil ook echt ontroeren. Ik voer bovendien veel kinderen op. Die vergen extra regie. Een paar jaar geleden was dat nog een maatje te groot voor me geweest. Nu lukt me dat.”

Kuijpers laat zijn hoofdrolspelers in Hemel op aarde een Limburgs dialect spreken. Acteurs als Bram van Schie (het jongetje), Lies Visschedijk (moeder) en Huub Stapel (de pastoor) hebben daar van huis uit voeling mee. Jeroen van Koningsbrugge (vader) kost het als Brabander ook niet zo heel veel moeite. Kuijpers: “Draaien in dialect is mij ontzettend goed bevallen. Ik hou er van om mijn films zo echt mogelijk te maken. Dialect verhoogt die echtheid. Als ik opnamen terugkijk, geloof ik het nog veel meer.”

De regisseur is daarom vastbesloten om in de toekomst meer films in Limburg te gaan draaien. Zijn productiebedrijf Pupkin blijft wel gewoon vanuit Amsterdam opereren. Wat niet betekent dat Kuijpers niet gelooft in de plannen van mensen als Elbe Stevens om in het zuiden een kleine filmindustrie van de grond te krijgen. Voor Hemel op aarde heb ik met heel veel Limburgse mensen gewerkt die hartstikke goed zijn. Er zit een enorme potentie. Zuid-Limburg op zichzelf lijkt me te klein. Lukt het om de grenzen te slechten en iets euregionaals op te zetten, dan zijn er zeker kansen. Het is een ambitieus plan, maar van ambitie is nog nooit iemand dood gegaan.”

Kuijpers heeft er zelf nog niet bij stil gestaan, maar de première van Hemel op aarde (eind 2013 of begin 2014) markeert een jubileum. De tewaterlating van de film is precies tien jaar na die van zijn overrompelende debuut Van God los. Is zijn filmtaal in die jaren veel veranderd? “Volgens mij niet zo veel. Hooguit in de dosering, de maatvoering. Ik durf nog extremer te zijn: kleiner als het klein moet zijn, groter als het groot moet zijn. Ik ben dol op Italiaanse opera. Die dramatiek, grootse en meeslepende verhalen, prachtige muziek. Misschien is die voorliefde ook nog wel terug te voeren op mijn tijd als misdienaar. We hadden geen theater in Belfeld. Wel een kerk. Een mis was een enorme gebeurtenis. Dat inspireerde enorm.”