‘Zij stond op en ging dicht bij hem staan. Hij liet het hoofd hangen als een stom dier in noodweer. Toen hij tenslotte opkeek, zag hij tranen in haar ogen glinsteren. Weifelend stak hij zijn hand uit en langzaam legde zij de hare erin tot ze elkaar vast omsloten. Toen ging zij weg, niets anders achterlatend dan een vage geur van mimosa en een heet, droog gevoel in zijn keel.’ Dat stomme dier in het noodweer, mooi beeld. Maar die...

geluksvogel illustratie

Dit artikel is alleen toegankelijk voor Zout-abonnees.

Log in als u al abonnee bent of klik hier als u het wil worden.
Zout bestaat dankzij lezers zoals u. In 2025 zoeken wij 1200 abonnees. Sluit u nu aan!

Abonneer nu