Morgenavond zit de Maastrichtse Staarzaal ongetwijfeld tot de nok toe vol met langharig tuig, schreef De Nieuwe Limburger op 24 september 1969.  Met Pink Floyd op het podium werd pophistorie geschreven. “Roger Waters speelde zo slecht, die zou het gemiddelde Maastrichtse amateurbandje niet hebben gehaald.”

Een historisch concert? Hij is eigenlijk de laatste die je ernaar zou mogen vragen, Jan Smeets, ruim veertig jaar organisator van popconcerten in Limburg. De Pinkpopbaas was in 1969 programmeur bij zaal Berchmans in Maastricht, en had met de organisatie van het concert dat Pink Floyd in het (inmiddels afgebroken) Staargebouw gaf dus niets van doen. “Ach”, zegt Smeets, “ik ging indertijd wel eens een luchtje ging scheppen in de Bouillonstraat. Daar zit ergens een goudkleurige plaquette in een gevel met het opschrift dat Karl Marx er ooit logeerde. Die moet in zijn leven heel vaak niet in zijn eigen bed hebben geslapen! Oftewel, wat betekent één concert van één legendarische band in vijftig jaar popmuziek?”

Jan Smeets (Einighausen, 1945) was er met zo’n 400 anderen wel bij destijds, bij het optreden in het Staargebouw. Sinds 1907 beschikte zangvereniging Mastreechter Staar in hartje stad over een eigen, in 1955 herbouwde zaal die in de volksmond het ‘Staar-monstrum’ heette, vanwege de moderne Jugendstil-gevel.  “Het was een vreselijk gebouw”, zegt Peter Mulder zonder gêne.  Mulder was in 1969 de organisator van het Pink Floyd concert, later werd hij directeur van schouwburgen in Tiel en Amstelveen. “De zaal was lelijk en kaal en ademde een Oost-Duitse sfeer, maar de akoestiek was goed. Pink Floyd was nog een echte undergroundgroep die in het decor gebruik maakte van vloeistofdia’s, door cabaretgroep Neerlands Hoop plastische kankergezwellen genoemd. Ik vermoed dat dit het eerste popconcert van betekenis in Maastricht was. Tot op de dag van vandaag vertel ik nog wel eens dat ik ooit Pink Floyd naar Maastricht heb gehaald, en dan kijken ze me met grote, ongelovige ogen aan.”

Jan Smeets was er als liefhebber. Als programmeur zou hij later popiconen als Rory Gallagher, David Bowie, Rod Stewart, Prince en Tina Turner naar Maastricht halen. Een van de laatste popartiesten die concerteerde in de Staarzaal was Suzanne Vega in 1986, op uitnodiging van Smeets. En als we het, met een knipoog naar Karl Marx, over historische overnachtingen hebben, dan wil de Pinkpopbaas nog wel memoreren dat Mick Jagger in 1979 weliswaar logeerde in het Maastrichtse Hotel Derlon, maar zich niet geroepen voelde de volgende dag samen met Peter Tosh op te treden op Pinkpop. In de gevel van Hotel Derlon dus geen inscriptie te vinden dat de legendarische Rolling Stone er de nacht doorbracht.

Van het Pink Floyd-concert staat Smeets niet veel meer bij. “De tour was georganiseerd door Cyriel van den Hemel, die later naar Londen is verhuisd. In de begintijd van Pinkpop heeft hij me nog wel eens wat artiesten aan de hand gedaan, zoals Colin Blunstone.” Later s werd Van den Hemel manager van The Electric Light Orchestra en regisseerde hij de comeback van Stevie Wonder.

In een interview in het Vlaamse magazine HUMO haalde Pink Floyd-voorman Roger Waters in 2005 nog herinneringen op aan de Nederlandse tour en Cyriel van den Hemel, die hij neerzette als een vuige zakenman. “Op een dag vroeg hij ons of we wat extra geld wilden verdienen door ook ’s middags te spelen. Hij gaf ons een adres waar een school bleek te zijn. We speelden in de gymzaal voor lagere schoolkinderen die hun vingers in de oren hielden en begonnen te huilen. Een paar minuten later kwam Cyriel het ‘podium’ op en fluisterde in mijn oor: ‘Wie ave ze money, go now!’”

Van den Hemel regelde de eerste Nederlandse tournees van Pink Floyd. Op 29 april 1967 maakte de band zijn debuut in Paradiso Amsterdam in het programma Fanclub van VARA-tv. Daarna volgden vooral concerten in Amsterdam en Zeeland, gevolgd door een tournee samen met de psychedelische Nederlandse groep The Dream. “Een hele goeie popgroep”, zegt Smeets over The Dream die volgens hem andere nederpop-groepen  als Supersister, Brainbox en Kayak beïnvloedde. In 1970 speelde The Dream op het eerste Pinkpop-festival, en later nog een aantal keer in zaal Berchmans in Maastricht – volgens Peter Mulder het ‘Paradiso van het Zuiden’.

Drie jaar later werd The Dream opgeheven, maar in 1969 ging het nog crescendo, zegt zanger/gitarist Floris Kolvenbach: “Het klinkt misschien arrogant, maar wij vonden Pink Floyd niet echt een band om over naar huis te schrijven. Gitarist David Gilmour kon niet tippen aan zijn voorganger Syd Barret en Roger Waters speelde zo slecht dat hij het gemiddelde Maastrichtse amateurbandje niet eens gehaald zou hebben. Wij hadden in John van Buren een fenomenale keyboardspeler en dat wisten die jongens van Pink Floyd ook. Ze stonden met de vingers in de mond naar John te luisteren. Zelf exploiteerden eigenlijk alleen maar het repertoire van Barrett.”

Volgens Kolvenbach was het niet zo dat The Dream in het voorprogramma van Pink Floyd speelde. “We hadden afgesproken dat we om en om als hoofd-act op het podium zouden staan. Ik herinner me nog wel dat het publiek in Groningen daarom dacht dat wij Pink Floyd waren.” Erg positieve herinneringen aan Pink Floyd heeft Kolvenbach niet. “Ze stonden niet open voor contact, ze vormden een afgesloten clubje. Ik weet nog dat ze in Rotterdam een dealertje voor 15 gulden de stad instuurden om wat hasj te kopen, hem het spul afnamen en zonder geld door de roadies de kleedkamer uit lieten gooien. In Nijmegen werkten ze mee aan een familieconcert, puur om het geld. Nu is de hele popmuziek zakelijk geworden, toen was die houding zeer bijzonder, het viel echt op.”

“Het eerste concert met Pink Floyd in het Amsterdamse Concertgebouw was een aanfluiting,” steekt Kolvenbach de hand in eigen boezem. “We hadden te weinig gerepeteerd. Voor popmuziek is het Concertgebouw een galmbak. We pasten ook niet bij Pink Floyd. Vandaag de dag zou je onze muziek kunnen vergelijken met The Black Crowes. Die jongens van Pink Floyd zetten het geluid aan op het podium en gingen vervolgens een kopje thee drinken. Het podium stond vol apparatuur, pauken en gongen waar ze tijdens een concert één keer op sloegen. Wij konden er nauwelijks bij. Ze produceerden een soort van  rondhangend geluid, het hoorde bij Pink Floyd, zoals het geluid van  overvliegende helikopters bij een oorlogsfilm horen. Eerlijk is eerlijk: voor het publiek was dat hét geluid.”   Ook in Maastricht was The Dream succesvoller dan Pink Floyd, zegt Jan Smeets. “Klopt”, zegt Dream-toetsenist John van Buren. “En daar waren ze niet gelukkig mee. Sterker nog: daarom werd Maastricht ook ons laatste optreden samen met Pink Floyd.”

Na het concert in Maastricht haalden de jongens van The Dream hun gage op – volgens Peter Mulder kan het nooit meer dan 300 gulden (zo’n 135 euro) zijn geweest – reden naar Valkenburg en huurden daar voor twee weken een kasteel af om te repeteren. Al sla je ze dood, ze hebben geen idee meer welk kasteel precies en waarom. Later speelde The Dream  nog in het legendarische Holland Pop Festival in het Kralingse Bos bij Rotterdam, Paradiso, Pinkpop en Jazz Bilzen. Opvallend dat illustere Maastrichtse popliefhebbers als Hubert van Hoof en Nico Pauly (radiomakers) en Paul Pinxten en Hennie Jetzes (uitgevers) Pink Floyd zagen optreden in het Kralingse Bos of Lowlands, maar niet in hun eigen achtertuin.

In 1972 ging The Dream uit als een nachtkaars. Kolvenbach: “We hadden meer dan duizend concerten gegeven en alle Chinezen in Nederland van binnen gezien. Ik had het idee dat we zelfs ons publiek persoonlijk begonnen te kennen. En dan ga je je toch afvragen of je dit moet blijven doen.” Toetsenist John van Buren toert tegenwoordig met de Tilburgse cabaretière Karin Bruers.  Kolvenbach maakt filmmuziek en audiovisuele producties. Enkele jaren geleden speelde The Dream tijdens een reünie in thuisbasis Tiel. Inmiddels is er vanuit de Verenigde Staten interesse in een heruitgave van hun muziek op vinyl. Of het ooit nog tot een tournee komt, valt te bezien. Het Staargebouw als locatie komt in elk geval niet meer in aanmerking. Het gebouw met een van de meest markante gevels van Maastricht werd in 1998 gesloopt.

Intussen groeide Pink Floyd uit tot een wereld-act. Peter Mulder: “Ik was in Berlijn tijdens het indrukwekkende The Wall-concert, dan denk je nog wel eens terug aan 1969 hoor.” Jan Smeets wist in 2007 Roger Waters te verleiden om op Megaland, de thuisbasis van Pinkpop,  te spelen. Pink Floyd naar Limburg halen is hem nooit gelukt. “Als ik in al die jaren één ding heb geleerd dan is het dit: als een band zegt not available dan hoef je ook niet meer te vragen naar het waarom. Die vraag wordt altijd beantwoord met daarom.”

Vandaar dat het concert in 1969 gerust als historisch kan worden beschouwd.

Dit is het achttiende artikel in een reeks van twintig in het kader van de Culturele Biografie Limburg, een project van de BV Limburg.