Decennia lang werd popmuziek in Limburg niet serieus genomen. Maar the times they are a-changing, waarbij veel ogen zijn gericht op het Muziekodroom in Hasselt. “Kennelijk hebben we het zo goed voor elkaar dat het boekingskantoor ons heeft gematst.”

Pop wordt eindelijk belangrijk gevonden

Je moet het zo zien, zegt Wim Smeets van de Muziekgieterij in Maastricht. “Als het om popmuziek gaat, loopt Limburg al jaren achter de feiten aan, en binnen de provincie sluit Maastricht de rij. In Weert heb je De Bosuil en in Roermond De Azijnfabriek. Maastricht heeft niks. Het kan toch niet zo zijn dat de grootste cultuuruiting van de afgelopen 50 jaar hier ontbreekt? Terwijl het poppubliek almaar groter wordt. Het is echt niet zo dat de generatie die opgroeide met Joy Division die platen nu verbrandt en massaal overgaat op Bach.”

Toch is er in de popwereld nieuw optimisme te bespeuren. In Heerlen kwamen twee nieuwe poppodia, in Venlo maakte Perron 55 zich los van het welzijnswerk en in Maastricht krijgt de Muziekgieterij langzaam vorm.
Daarbij wordt met veel belangstelling naar het Muziekodroom in Hasselt gekeken. In 1998 ontvouwde de provinciale jeugddienst daar een popbeleid dat breed inzette op educatie. In het Muziekodroom, weggestopt in een onooglijk industrieterreintje langs de buitenring van de stad, worden nu muzikanten en technici opgeleid. Er zijn repetitielokalen, een dj-lab, een opnamestudio en diverse podia.
Met 30.000 bezoekers per jaar is directeur Wim Smets dik tevreden. Het centrum genereert zeventig procent van de eigen inkomsten, voornamelijk met de baropbrengst. Door de investering in popcultuur krijgt het Muziekodroom straks een belangrijke praktische functie in de Rockacademie die in Hasselt wordt opgericht.
In Maastricht startte Wim Smeets, ooit frontman van de band Sons of the Rain, afgelopen jaar met een soortgelijk project in de voormalige studio’s van L1. Of deze Muziekgieterij dezelfde kansen krijgt als het Muziekodroom valt te bezien. Tot 2009 is onderdak gegarandeerd, daarna is de toekomst weer ongewis. Kartrekker Smeets zal tot die tijd het concept naar Hasselts voorbeeld doorontwikkelen. “Het heeft geen zin om ergens een nieuwe zaal neer te plempen en drie ton te vragen voor de programmering. Popcultuur moet je kweken door aandacht te hebben voor de consumptie, maar ook voor de productiekant van de muziek.”
Hoewel de gemeente Maastricht tekent voor de huisvesting van de Muziekgieterij, komt het geld vooral van Vodafone. Het telefoniebedrijf weet dat het kan profiteren van broedplaatsen van creativiteit – tegenover de Tilburgse poptempel 013 is een bedrijf gevestigd dat aan de lopende band trends zet op het gebeid van ringtones. Smeets: “Vodafone haalt voor veel geld hoog opgeleide werknemers uit de Randstad, maar die zijn na een half jaar weer vertrokken als blijkt dat de stad hen weinig vertier kan bieden. Hun kinderen moeten naar Tilburg of Eindhoven voor een beetje popconcert. Ook voor de aantrekkingskracht van de universiteit is een poppodium in de stad van belang.” Ter vergelijking, een studentenstad als Tilburg heeft evenveel studenten als Maastricht én poppodium 013.

De gemeente Heerlen zet in op de slogan Parkstad Popstad. De Nieuwe Nor is een betrekkelijk kleine zaal (capaciteit 350 bezoekers) met een puik geluid, een mooie bar en een professionele organisatie. Dat vorig jaar ook de Limburgzaal in het Theater Heerlen werd geopend, (capaciteit 1000, door iedereen de hemel in geprezen vanwege de akoestiek), werkt volgens directeur Joery Wilbers van de Nieuwe Nor alleen maar versterkend. “Wij programmeren breed om eerst een goed beeld te krijgen van de wensen van het publiek. Dat heeft nu al tot verrassingen geleid. Het Parkstad-publiek blijkt niet warm te lopen voor metal, terwijl poprock het buiten verwachting goed doet.”
In Venlo kan Perron 55 eindelijk grotere stappen zetten nu het podium (capaciteit 280) zich los heeft kunnen maken van het welzijnswerk. Bij financiële afwegingen binnen de stad hoeft Perron 55 niet meer te concurreren met jeugdzorg of kinderopvang. Daarbij blijft het niet. In Venlo bestaan plannen om Perron 55 te huisvesten in een cultuurcluster aan de nog aan te leggen Maasboulevard. Ernst Jan Hölscher van Perron 55: “Als ik zelf een zaal mocht kiezen dan zou ik met een meetlint even de oude Melkweg in Amsterdam nalopen. Een zaal voor 650 man maar als er 150 binnen zijn, dan gaat dat niet ten koste van de sfeer. Geniaal.”
Volgens popgoeroe en Pinkpopbaas Jan Smeets zit Limburg vooral te wachten op een moderne zaal als 013 in Tilburg. “De techniek en de bands zelf stellen steeds meer eisen.” Hij legde zelf een miljoen op tafel in 1995 voor de bouw van zo’n zaal op het Megaland-terrein in Landgraaf. Er verschenen veel haalbaarheidsrapporten (Smeets: ‘je reinste milieudelict’) maar niemand toonde enig lef. “Bovendien moeten we niet net doen of er geen Pinkpop is, er nooit grote concerten in het MECC zijn geweest of Donkiesjot in Sittard. Ik weet wel dat ik als de grote kankeraar wordt weggezet als ik waarschuw voor teveel enthousiasme over die nieuwe zalen. Maar het zijn pleisters op de wonde, onder het motto: alles beter dan niets. In de Nieuwe Nor bijvoorbeeld kan ook een heleboel niet. We zullen zien hoelang Theater Heerlen er geld bij doet als de Limburgzaal niet volloopt. Pas op, pop is nog steeds een ondergeschoven kindje. Bij klassieke muziek stellen ze nooit dat soort vragen. Daar gaat automatisch geld bij. ”
Elders mag dan optimisme over de nieuwe initiatieven zijn, de praktijk blijkt weerbarstig. Wie in het zuiden een band van enige naam wil boeken, moet van goede huize komen. Fiedel van der Hijden, verantwoordelijk voor de popprogrammering in de Limburgzaal in Heerlen, zette met Sarah Bettens en Joan Armatrading de toon. “Je kunt niet verwachten dat we meteen uitverkopen. Zoiets heeft tijd nodig, we moeten het langzaam opbouwen.” Dat is even verderop in de Nieuwe Nor geen onbekend verhaal. “Heerlen is voor een band niet zo crispy en sexy als Amsterdam. Een stad als Eindhoven heeft met De Effenaar decennialang een naam kunnen opbouwen. We moeten dus keihard concurreren want we zitten he-le-maal in Zuid-Limburg. Dat betekent dat we anders moeten zijn dan al die andere podia. De techniek moet perfect zijn en de sfeer goed, de zaal moet vol lopen en je moet de band een goede indruk meegeven. Soms scoor je al punten met een spelcomputer backstage of onze geweldige Surinaamse kok. We stralen in elk geval de goede vibe uit.”
In Venlo weet Ernst Jan Hölscher (Perron 55) hoe moeilijk het is om de hippe internationale bands binnen te halen. “Voor zulke groepen heeft een stad als Venlo geen waarde. Die willen naar Utrecht, Den Haag, Tilburg of Amsterdam”. Pinkpopbaas Jan Smeets beaamt: “Bands hebben geen trek om in the middle of nowhere op te treden.” Hölscher: “Je moet je zaken gewoon goed op orde hebben en de actualiteit op de voet volgen. Soms lukt het om een boekingskantoor over te halen ons toch een band te gunnen.” Joerie Wilbers proudly presents The Levellers, binnenkort in de Nieuwe Nor. “Kennelijk hebben we het zo goed voor elkaar dat het boekingskantoor ons heeft gematst.”

Fenix Sittard, The Spirit of 66 Verviers, De Velinx in Tongeren, Muziekodroom in Hasselt, De Azijnfabriek in Roermond, De Hanenhof in Geleen, de Nieuwe Nor en de Limburgzaal in Heerlen, De Bosuil in Weert, Perron 55 in Venlo, Cambrinus in Horst, de Rodahal in Kerkrade en de Muziekgieterij in Maastricht, het zijn uiteenlopende zalen waar pop op het menu staat. Van concurrentie is volgens Joerie Wilbers nauwelijks sprake. “Ik heb wel eens discussie gehad met Jan Renders van Fenix over de band C-mon & Kypski, die we allebei hadden geprogrammeerd. Kom op, als je in een gebied met bijna een half miljoen inwoners nog geen twee keer 200 bezoekers voor zo’n band kunt vinden, dan mag je gaan twijfelen aan je bestaansrecht.”
De kentering is voelbaar. Jan Smeets nam laatst de Maastrichtse wethouder Jean Jacobs mee naar poptempel 013 in Tilburg. Smeets: “Zoveel enthousiasme heb ik nog nooit eerder bij een bestuurder bespeurd.” Marike Peters, popconsulente bij het Huis voor de Kunsten, die gemeenten adviseert op popgebied: “Het heeft lang geduurd, maar pop is eindelijk belangrijk geworden. Het lijkt wel of de hele provincie aan de popmuziek gaat.”

Monza-frontman Stijn Meuris in de garderobe van Muziekodroom in Hasselt. Foto Muziekodroom

Muziekodroom in Hasselt. Foto Muziekodroom

Popubliek in Perron 55 in Venlo. Foto Rob Rouleaux