Er is de laatste tijd veel te doen over het schrikbeeld van de Lege Winkelstraat. Zelf heb ik daar geen last van. Hoe minder winkels, hoe beter het met de mensen gaat, en niet te vergeten met de binnensteden – ook al beweren economen en het NOS Journaal het tegenovergestelde.

Velen menen dat het allemaal de schuld is van het internet, terwijl het allemaal een stuk eenvoudiger is. Het is het menselijk onvermogen dat ons ook hier parten speelt. Bij ondernemers, stedenbouwkundigen, ambtenaren, politici, journalisten (zij van de media’s dus) en staatslieden. Om nog maar te zwijgen van Poetin, de profeet, het neoliberalisme, De Donald, u en ik.

De Lege Winkelstraat is geen bedreiging, maar een kans. Denk aan Schumpeter! Strippen die handel en opnieuw beginnen. Laat duizend bloemen bloeien – deze keer wel het koppie erbij houden alsjeblief.

Nee, het ligt dus niet aan internet. Vroeger, toen een winkel nog gelijk stond aan een goede boterham, kon je ook al thuis shoppen. De webshops van nu heetten toen postorderbedrijven, zoals Neckermann en Ter Meulen Post. Voor de snobs was er ECI en Boek & Plaat – honderdduizenden ongelezen gebleven boeken zijn er toen verspreid.

Momenteel groeit een generatie op die boeken en platen uit digitale wolken plukt en opslaan in smartphones en tablets. De tijd dat een boeken- en platenkast de ziel van zijn eigenaar weerspiegelde, ligt achter ons. (Hoe gaat dat nu eigenlijk? Toon me je smartphone en ik vertel je wie je bent?)

Vroeger schuifelden gasten, voor ze aan tafel kwamen, een paar minuten langs je boeken- en platenkast, om je de rest van de avond te roosteren met je onbegrensde onbenul. “Heb je niks van Rimbaud in huis?!” En: “Zozo, geen Bach-liefhebber, zie ik?” Een zegen is het, die hemelse digitale opslag. Al ogen onze woonkamers, kijk er de kekke magazines maar op na, inmiddels even leeg als onze winkelstraten. Een boekenkast ontwaar je er nog zelden.

Ikea is er net op tijd mee groot geworden. Miljoenen Billy-kasten heeft de Zweedse reus van de net negentig geworden oprichter Ingvar Kamprad verkocht. Ze hebben hem rijk gemaakt, al moeten we zijn fiscale handigheid niet onderschatten. Alleen al in Europa heeft Ikea 1,032 miljard euro belasting ontdoken, ontweken, daar was niet eens een Panama-route voor nodig. De Zweden hebben ook nooit geboden op leegstaande winkelpanden in onze binnensteden. Te duur, te klein. We richten met liefde complete woonboulevards voor hen in.

Toch denk ik bij Ikea niet aan een Billy, maar aan mijn grootvader. Zijn meubelfabriek ging ten onder toen Ikea nog aan zijn Europese opmars moest beginnen. Hij zal best wel eens een slaapkamerameublement zonder factuur hebben verkocht, maar belastingvoordelen à la Ikea heeft hij niet genoten. Anders had ik nooit dit soort stukjes hoeven schrijven.