De Belgisch-Marokkaanse filmmaker Ismaël Saïdi schreef het theaterstuk Djihad en hoopte op vijf uitvoeringen. Na de aanslagen in Parijs en de politieactie in Verviers nam de Waalse overheid het stuk op in haar preventieplan tegen radicalisering, en bestelde dertig voorstellingen. Niet alleen voor scholen in achterstandswijken, ook voor witte elitescholen. Saïdi had gevraagd om die mix. “Dit is theater, geen opvoedingskamp voor allochtonen.”

Het stuk volgt drie Syriëgangers die er in de heilstaat van ISIS achter komen dat de wereld complexer in elkaar steekt dan ze dachten. Saïdi is geen zachte heelmeester. “Ik leg de verantwoordelijkheid ook bij de moslimgemeenschap zelf die heel veel druk uitoefent op haar jongeren en zich voortdurend in een slachtofferrol wentelt”, zei hij in de Volkskrant. Na afloop van de première van Djihad in Brussel is er debat. “Akkoord, er staat nergens geschreven dat men het recht heeft om te doden”, zegt een meisje over de aanslagen in Parijs, “maar er staat ook nergens dat Charlie Hebdo het recht had om onze profeet te beledigen.”

Applaus van klasgenoten.

Gefrustreerd zuchtende leraren een stukje verderop.

Saïdi blijft rustig. Dit is wat hij beoogde. Hij zegt: “Er zullen altijd mensen zijn die dingen zeggen die je niet graag hoort. Over de profeet, over je kleding, over je uiterlijk. De echte vraag is: wat ga je doen? Geef je telkens een klap als iemand je iets zegt wat niet bevalt?”

De opera van Donetsk is beroemd vanwege de opvoeringen van de Vliegende Hollander, de spektakelopera van Richard Wagner. Nu de stad onder Russisch artillerievuur ligt, en de straten zijn bezaaid met dode burgers, is het programma gewijzigd in Assepoester. In de zaal zitten kinderen die al maandenlang in schuilkelders leven. “Onze voorstellingen helpen mensen”, zei operazanger Vadim Volochuk half februari in Nieuwsuur terwijl hij werd geschminkt.

Het operagebouw is een plek om even te ontkomen aan de schaamteloosheid van deze wereld. “Je moet niet te veel met de oorlog bezig zijn”, zegt Volochuk. “Als je de hele tijd over de oorlog nadenkt, word je gek.” Een van de kinderen zegt: “Het is zwaar. We hebben ons huis verlaten, het theater leidt af.” Niet alle kinderen van Donetsk kunnen komen. De wijk Petrovski ligt zo zwaar onder vuur, dat de kinderen al maandenlang niet meer boven de grond zijn geweest.

In diezelfde week las ik de biografie van celliste/dirigente Frieda Belinfante, Een schitterend vergeten leven. Belinfante zat tijdens de oorlog in het verzet en was in 1943 betrokken bij de aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister. De actie was een succes, maar de Duitsers slaagden erin de meeste daders te achterhalen, met voorspelbare afloop. Belinfante wist te ontkomen naar Zwitserland, waar ze maandenlang in een diepe depressie verkeerde. Ze wist toen nog niet dat een groot deel van haar familie zou worden uitgeroeid.

Het grijs verdwijnt pas uit haar hoofd wanneer ze besluit klarinet te leren spelen, en hoorn. De muziek in haar hoofd, de gedachte om ooit weer eens een podium op te klimmen (ze zal later een grootse carrière hebben in de VS), maakt haar blij. In Zwitserland ontmoet ze Rosa Spier, harpiste van het Concertgebouworkest, aan de dood ontsnapt in concentratiekamp Theresienstadt. Belinfante regelt een harp voor Spier, en ook zij ontwaakt uit haar lethargie.

Kunst leert ons hoe het leven in elkaar steekt, biedt de kans eraan te ontsnappen, en geeft kracht om het weer aan te kunnen. Maar de schaamteloosheid van de wereld is nog steeds groter dan die drie kwaliteiten bij elkaar.