Blijken die priesters een vrouw te hebben
Het succes. “Met onze eerste voorstelling Kooningskinderen wonnen we in 1998 een prijs op het festival Theater aan Zee in Oostende. We studeerden toen nog aan de Toneelacademie in Maastricht. Daarna hebben we een paar jaar rondgezworven. Sinds 2003 zitten we in Genk, waar sinds de komst van theaterprogrammeur Eddie Guldolf een positieve vibe heerst. Ik trof hem eens na een voorstelling in de keuken met de afwas. Zo is hij, hé, Eddie doet alles met hart en ziel.
In het begin zaten er tien man in de zaal. Maar in 2005 deden we in een oude garage tien opvoeringen voor telkens 120 mensen over de massa-ontslagen bij Ford Genk. We hebben toen de laatste nachtploeg aan de poort gefilmd en geïnterviewd. Op basis van die verhalen hebben we een toneelstuk samengesteld.”
Het repertoire. “In 2004 kwam Eddie naar ons toe met de vraag om een voorstelling te maken voor het Vertelfestival. Dat werd Kamp Waterschei, over Duitse krijgsgevangenen die na de oorlog in de mijnen te werk werden gesteld. Sommige van hen leerden hier een vrouw kennen die ze graag zagen, en zijn gebleven.
Zo zijn we met Buurtpatrouilles begonnen: opvoeringen in en over stadswijken.
De volgende, Biz Kolderbos, ging over interculturele huwelijken. Kolderbos is een van de meest trieste wijken van de stad. Er is niet eens een café. Een Lidl en een moskee, dan heb je het gehad. Maar er zaten wel vrouwen met een hoofddoek op de tribune, en na afloop werd mercimek, Turkse linzensoep, geserveerd. Zo’n stuk leidt tot ontmoetingen van mensen die anders nooit met elkaar in gesprek waren geraakt. Meer dan de helft van die mensen is nooit eerder in een theater geweest. En ze blijven komen, ook als we voorstellingen maken over andere thema’s.”
Het erfgoed. “Met Buurtpatrouilles willen we verhalen vertellen van en over de mensen naast wie we wonen, verhalen over thema’s met een verleden. We zijn steeds weer verwonderd hoe gemakkelijk mensen hun levensverhaal vertellen. Er bestaat kennelijk een nood daartoe. Die verhalen fictionaliseren wij tot theater. Dat wordt zeer gewaardeerd. Hoewel er misschien maar twee regels van overblijven, zien ze het toch als hún verhaal.
Als basis voor een stuk doen we interviews van twee, tweeëneenhalf uur, volgens het protocol van het ‘Mondeling Erfgoed’. Die interviews worden gefilmd en gearchiveerd, zodat ze gebruikt kunnen worden voor wetenschappelijk onderzoek. Ze zijn dus meer dan alleen bronnenmateriaal voor onze voorstellingen.”
De opvoering. “De zesde aflevering van de Buurtpatrouilles heet Halte Zwartberg, en gaat over de priester-arbeiders die in Genk hebben gewerkt. Het fenomeen priester-arbeiders komt uit Frankrijk: priesters die niet boven, maar tussen de mensen stonden. Letterlijk: tot in de fabriek. In 1953 werden ze verboden door paus Pius XII, in 1964 is dat weer teruggedraaid. Voor Halte Zwartberg hebben we er een vijftal geïnterviewd. De meesten van hen zijn ooit als hulppastoor begonnen in Zwartberg, dar was veel ellende na de mijnsluitingen in de jaren zeventig.
De priester-arbeiders gingen terug naar de basics van het geloof: samen leven, het brood breken. De kerkelijke instituties, daar lapten ze hun laars aan. Het zijn zeer bevlogen mensen die niets van de paus moeten weten. Die positie kunnen ze innemen omdat ze financieel onafhankelijk zijn: ze hebben altijd gewerkt en een pensioen opgebouwd. Toen ik ze thuis ging opzoeken, bleken ze allemaal een vrouw te hebben. Het celibaat? Dat is zo’n regel waar ze het niet mee eens zijn. ‘Wat moet ik anders’, vroeg een er zich af, ‘ik kan de laatste twintig jaar van mijn leven toch niet thuis in een zetel blijven zitten?”
Het perspectief. “Ik heb het gevoel dat de verschillende nationaliteiten in Genk vroeger beter met elkaar overweg konden dan nu. Dat kwam door de mijnen. ‘Onder de grond is iedereen zwart’, zei men toen. In de mijn had je elkaar nodig om te overleven. Genk is als multiculturele samenleving in België altijd een modelgemeente geweest, er leven hier meer dan honderd verschillende nationaliteiten. Maar sinds de mijnen dicht zijn, is er een andere situatie. De groepen geraken meer op zichzelf, de situatie verhardt zich.
Het is een gevoel en ik hoop dat het niet klopt. Een nieuwe bindende factor is Racing Genk, een voetbalclub met een positief imago. Daar gaat men als één familie naar toe. Die saamhorigheid zie je ook bij de Buurtpatrouilles. Het is niet waarom we theater maken, ik beschouw ons niet als een sociaal project. Maar het is wel fijn.”
Halte Zwartberg, van 19 tot 30 september op locatie in de wijk Zwartberg. www.dequeeste.be. Reservatie: uitingenk@genk.be of +32 (0) 89 65 44 80
Een van de priester-arbeiders (niet op deze foto) in Genk is nog steeds actief, als chauffeur op een schoolbus. foto’s Stany Dederen / de Queeste
Helena van den Berge: “Het celibaat? Dat is zo’n regel waar ze het niet mee eens zijn.”