Er was eens een kleuter uit Houthalen. Het kind heette Ingrid Daubechies en kon niet slapen. Tel schapen, zeggen de mensen dan. Maar de kleuter vond schapen tellen nogal simpel. Ingrid Daubechies viel liever vermenigvuldigend in slaap. Al heel vroeg was ze onder de indruk hoe snel getallen kunnen groeien. 210=1024. Ingrid Daubechies was nog een klein meisje toen ze viel voor de kracht van een exponentiële functie.
Nooit van mijn leven heb ik met die verwondering gezeten. Cijfers kunnen me niet verdommen. Met Kerstmis moest ik nog Monopoly spelen, bleek ik niet in staat te zijn om de ogen van twee dobbelstenen juist op te tellen. Het is de schuld van mijn talent. En het is de schuld van een paar leraressen. Ik herinner me er nog eentje van wiskunde. Het was een flauw mens. Ze droeg een reusachtige zwangerschapsjurk met ruiten. Ik herinner me er ook nog eentje van natuurkunde. Die stond op een trapje in de klas, met zo’n springveer uit de jaren tachtig. Ze riep een leerling achter de banken vandaan om te helpen met een experiment. Even later stonden ze met zijn tweeën een geluidsgolf uit te beelden met die springveer.
Of het mij wat kon schelen?
Niets.
En de berekening van die golf nog minder.
Maar onlangs was er een documentaire van Ingrid Daubechies op Canvas en ik werd door schoonheid overweldigd. Ook al is Ingrid Daubechies intussen professor wiskunde aan de universiteit van Princeton. Ook al werd zij inmiddels verkozen tot voorzitter van de International Mathematical Union. Vroeger zou ik daar heel dom heel hard van moeten schreeuwen, nu liep ik over van bewondering. Collega’s professoren noemden haar manier van denken elegant, virtuoos en helder. Haar ouders zaten charmant commentaar te geven in hun Houthalense woonkamer. En zelf sprak ze in onbewolkte, waterklare zinnen. Ze vond het prachtig, zei ze, hoe ze met wiskunde iets kon bouwen, alleen maar door te denken.
En of ze iets bedacht heeft! De Daubechies Wavelets: een manier om beelden digitaal te comprimeren. Voordien waren er alleen de Fourier Wavelets, maar die gaven te veel slordige pixels. En de Meyer Wavelets vroegen oneindig veel berekeningen. Daar sloeg een computer tilt van. Tot Ingrid Daubechies zich over de zaak boog en alles veranderde. Haar berekeningen en tabellen leidden tot de jpeg-standaard. Ze maakten digitale cinema mogelijk. En de FBI belde, om hun 37 miljoen fiches met vingerafdrukken te digitaliseren.
Ingrid Daubechies is Prinses Pixel. Ik zat voor de tv en voelde me een lettertrol met een stinkende bult op mijn rug. Ingrid Daubechies nam geen patent op haar filter. Want ze wilde toch geen bedrijf, zei ze. Ze zou vast maagzweren krijgen van een bedrijf, zei ze. Bovendien wilde ze dat iedereen haar Wavelets kon toepassen. Meteen. En ook in de kunsten.
Ingrid Daubechies nam de tv-ploeg mee naar de Sint-Baafskathedraal van Gent en dacht na over het Lam Gods van Van Eyck en over hoe ze het gestolen paneel van de Rechtvaardige Rechters zou kunnen terugbrengen. Met wiskunde. Met pixels. En met nog meer bewondering.