In de zeven jaar dat het Sphinxterrein in Maastricht leeg ligt, kwamen enkele kleinschalige initiatieven tot bloei. De tijdelijke stadswildernis van het Sphinxpark past wonderwel in de veranderde opvattingen over stadsplanning. Het virus is nu overgeslagen naar het Frontenpark.
Een verlaten fabrieksgebouw, een stuk wildernis met hoog opschietende struiken, een man met een hond en verder stilte. Dat alles op hemelsbreed zo’n driehonderd meter van de Maastrichtse Markt, de stoel van burgemeester Onno Hoes en de H&M.
Steek je de oprit naar de Noorderbrug en de parking aan de Cabergerweg over, dan kom je in een nog veel woester en lediger gebied. Tussen hoog gras en berkjes, in de schaduw van het vestingwerk de Lage Fronten, bevinden zich de restanten van een rangeerterrein. Hier ontbreekt zelfs de man met de hond. Het is het rijk van de zeldzame muurhagedis en de hazelworm.
Stedelijke idylle? De avontuurlijke rafelrand van de stad? Of de krimp in levenden lijve? Feit is dat de Koninklijke Sphinx aan het einde van 2006 de Maastrichtse binnenstad verliet. Het machtige Eiffelgebouw uit de jaren dertig staat sindsdien leeg. Het terrein werd bestemd voor de woningbouw van Belvédère, maar die plannen raakten door crisis en krimp op de lange baan. De Lage Fronten liggen zelfs al braak sinds de jaren zeventig, toen Sphinx en een paar andere bedrijven in het gebied stopten met het transport over spoor.
“Je zou het crisis kunnen noemen”, zegt Joep Delsing van Wijkontwikkelingsmaatschappij Belvédère, “maar je kunt het ook zien als nieuwe kansen, een nieuw tijdperk zelfs.” Hij legt uit hoe aanvankelijk blauwdrukken voor de noordelijke rand van de binnenstad werden gemaakt: eindbeeldplanning, in het jargon van de planologen en stadsontwikkelaars. Tegenwoordig, en niet geheel los van de onzekere tijden, is het toverwoord startbeeldplanning. Je begint met wat er is en geeft ruimte aan een ‘organische’ ontwikkeling van het gebied.
Dat gaat zo. Eind 2011 organiseerde NAiM/Bureau Europa de tentoonstelling Gedeelde Grond over vormen van tijdelijk gebruik van braakliggende terreinen in Europese steden. Vaak zijn dat combinaties van plannen ‘van bovenaf’ en initiatieven ‘van onderaf’, bijvoorbeeld van buurtbewoners of andere betrokkenen. Je ziet de eindbeeldplanning en de startbeeldplanning al in beeld verschijnen. “Door die tentoonstelling”, vertelt Loes van Oort van Bureau Europa, “kwam onze toenmalige directeur Guus Beumer op de gedachte ook zoiets te proberen in Maastricht.” Zo kwam begin vorig jaar het Sphinxpark tot stand. Bureau Europa, in samenwerking met Marres en het inmiddels opgeheven platform voor duurzaam design REcentre, tekende voor de programmering.
Met deze geschiedenis in het achterhoofd zie je meer in het Sphinxpark dan een wildernis. In een hoek van het terrein staat een bijenkast op een hoge paal. Elders in het park zie je de sporen van kleinschalige stadslandbouw. Gekleurde vlaggetjes, een project van Studio Stad, markeren de oorspronkelijke bebouwing van het perceel – de oude stadsmuur, een klooster met kloostertuin – maar ook de verkaveling die in de ontwikkelingsplannen voor het gebied was voorzien. Daarnaast bood het Sphinxpark plaats aan evenementen zoals de verschillende edities van muziekfeest Piquenique Électronique. Minder plezierige gebeurtenissen waren er ook, met als dieptepunt de brandstichting in het houten paviljoen in het midden van het park. Van Oort en Delsing zijn er opmerkelijk laconiek over: jammer, maar dit soort dingen is haast onvermijdelijk in een park in de binnenstad.
Geleidelijk zullen de activiteiten zich verplaatsen naar de vestinggordel aan de andere kant van de weg; het Sphinxpark maakt na 1 oktober plaats voor asfalt: extra parkeerplaatsen. Bovendien komt in de komende tijd de verplaatsing van de toerit tot de Noorderbrug op gang. Uiteindelijk zal dit de Lage en de Hoge Fronten herenigen tot het zogenaamde Frontenpark. Was het Sphinxpark een proeftuin, in het Frontenpark moet het echt gaan gebeuren: top-down én bottom-up, startbeeldplanning!
Loes van Oort heeft plannen voor een voortzetting van het bijenproject op basis van crowdfunding, Bureau Europa nodigt iedereen uit zelf met ideeën voor de ontwikkeling van het gebied te komen. De eerste filmvoorstelling in het Frontenpark heeft al plaatsgevonden. En begin september vormen de Lage Fronten het decor voor beeldende-kunsttentoonstelling PARKers.
En ja, die tentoonstelling is eigenlijk ook een vorm van organische planning. Curatoren Bart van den Boom en Ilona van den Brekel waren, in opdracht van het Huis voor de Kunsten Limburg, op zoek naar een geschikte locatie voor een tentoonstelling in de openbare ruimte. Een braaf park moest het niet worden, liever een plek waar nog iets te ontdekken viel. Zo kwamen ze op het Frontenpark.
Ze nodigden negen kunstenaars uit om werk te maken dat een verbinding aangaat met deze ‘vergeten’ plek: bekende namen als Jeroen van Bergen, Paul Devens en Han Rameckers, maar ook een aantal jonge talenten, onder meer uit de gelederen van de Van Eyck Academie in Maastricht.
Op het moment dat ik dit schrijf is er bij de Lage Fronten nog niets te zien. Ik moet het doen met de enthousiaste beschrijvingen van het curatorenduo. Mooi en zelfs poëtisch belooft het te worden. Een smeltend blok ijs verzinnebeeldt het verloop van de tijd en de geschiedenis. Een losse deur in het landschap verandert de ruimte in een uitzicht waar je in kunt lopen. Een bouwsel van takken en twijgen doet enerzijds aan een vogelnest, anderzijds aan het bouwen van hutten denken. Een drietal kooien met fantasiedieren verwijst naar de zeldzame soorten in het gebied, maar ook naar bescherming, gekooide natuur. Bij sommige werken kun je je afvragen hoe locatie-specifiek ze eigenlijk zijn, of ze niet net zo goed op een andere markante plek zouden kunnen staan. Misschien is dat geen bezwaar. Zachtjes en onnadrukkelijk zetten ze je op het spoor van de genius loci, de geest van de plek. Pas als je langer rondloopt, vang je nu en dan een glimp van hem op. Ga het proberen, gauw, voordat de startbeeldplanning echt losbarst.
PARKers. Van 31 augustus t/m 8 september in het Frontenpark in Maastricht. www.frontenpark.nl