De Zevende Pianosonate van Sergej Prokofjev was voor de Koreaanse pianist Tae-Hyung Kim reden om in Moskou te gaan studeren. Hij speelt het stuk tijdens de Componistendag 2017 in Maastricht. Prokofjev is onverbiddelijk, poëtisch, schokkend en meeslepend – en dat allemaal tegelijk.

Sergej Prokofjev (1891-1953) was een arrogante lastpak. Hij begon op zijn dertiende aan het conservatorium waar hij lijsten bijhield van de missers van zijn medeleerlingen. Nog geen tien jaar daarna won hij een belangrijk pianoconcours met het spelen van zijn eigen Eerste Pianoconcert, naar eigen zeggen omdat de jury zijn fouten dan minder goed zou horen dan in een vertrouwd klassiek stuk. Een geintje, want hij speelde daarnaast een hondsmoeilijke Wagnerbewerking van Liszt. Toch legde Prokofjev het in zijn latere carrière als pianist af tegen de immens populaire Sergej Rachmaninov. Als componist bleef hij altijd een beetje in de schaduw van zijn generatiegenoot Igor Stravinsky. Volgens Stravinsky was Prokofjev de grootste Russiche componist van zijn tijd – na hemzelf. Als het op arrogantie aankwam, waren de twee aan elkaar gewaagd.

17-prokofjev-bijpianometpartituur

Prokofjev. foto philharmonie zuidnederland

De zelfverzekerheid, de eigenwijsheid en de onbedwingbare neiging tot provoceren komen terug in Prokofjevs muziek. Als ik aan Prokofjev denk, hoor ik meedogenloze dissonanten, hamerende akkoorden, abrupte overgangen, geweld. En toch, iedere keer als ik ga luisteren, blijkt dit hooguit een deel van het verhaal te zijn. Steeds worden de gespierde passages afgewisseld door ragfijne melodieën en momenten van de meest breekbare tederheid. Prokofjev is een componist van extremen.
Tijdens de Componistendag over Prokofjev in het Maastrichtse Theater aan het Vrijthof komt het allemaal voorbij: de enerverende balletmuziek uit Romeo en Julia, het betoverende Tweede Vioolconcert, de even kleurrijke als mistroostige Eerste Vioolsonate, de meeslepende Ouverture op Hebreeuwse Thema’s en als klapstuk de grootse Vijfde Symfonie. Eén van de meest interessante onderdelen van het dagvullende programma is misschien wel de uitvoering van twee pianosonates. Die sonates – Prokofjev schreef er in totaal negen – zijn echt veel te weinig te horen.
De Derde Pianosonate werd geschreven in 1917 op basis van oudere schetsen. De ergste baldadigheid van zijn jonge jaren had Prokofjev toen net afgeschud. Eigenlijk is het een vrij monter, relatief makkelijk aansprekend stuk. Maar het is nog steeds behoorlijk onconventioneel. De hele sonate bestaat uit slechts één deel. In een minuut of zeven breekt alle energie naar buiten. Zie het als een muzikale sprint.
De Zevende Pianosonate is andere koek. Het monumentale werk werd in 1943, in het holst van de Tweede Wereldoorlog, door Svjatoslav Richter in première gebracht. Hoewel het al in 1939 werd geschreven, dus ruim voor de beslissende slag tussen de nazi’s en het Rode Leger, staat het ook wel bekend onder de bijnaam Stalingrad. Voor de jonge Koreaanse pianist Tae-Hyung Kim (1985), die beide sonates in Maastricht zal spelen, is die achtergrond van groot belang. Vanuit zijn woonplaats München licht hij toe: “De oorlog is overal in het stuk aanwezig. Het laatste deel is extreem gewelddadig. Je hoort het vaak op conservatoria en concoursen als technisch bravourestuk. Dan wordt het meestal te snel genomen. Svjatoslav Richter en vooral Grigori Sokolov kiezen een veel langzamer tempo. Als je dat doet, dan hoor je ze komen, dreigend, steeds dichterbij, steeds dichterbij…”
Het tweede deel van Zevende Pianosonate begint rustig, haast vredig, maar de goede verstaander herkent in de melodie het lied Wehmut van Robert Schumann. Dat lied begint met de woorden “Ich kann wohl manchmal singen, als ob ich fröhlich sei. Doch heimlich Tränen dringen…” – het kan geen toeval zijn. Al snel na die opening barst de hel weer los. Tae-Hyung Kim: “Tegen het einde van het tweede deel hoor je klokken. Die zie ik als een verwijzing naar de Russisch-orthodoxe kerk. Doodsklokken misschien.”
Tae-Hyung Kim won in 2010 een vijfde prijs op het fameuze Koningin Elisabeth Concours in Brussel. Volgens velen had hij meer verdiend. In zijn repertoire neemt Russische muziek een bijzondere plaats in. Afgelopen november toerde hij nog door België met de Nationale Philharmonie van Rusland onder leiding van Vladimir Spivakov en het Eerste Pianoconcert van Tsjaikovski. Bij het ontluiken van die liefde voor Rusland speelde juist de Zevende Pianosonate van Prokofjev een bijzondere rol. Tae-Hyung Kim: “Na mijn examen aan het conservatorium in Seoul ging ik naar Duitsland om verder te studeren. Ik werkte aan Prokofjev’s Zevende Sonate maar had het gevoel dat ik het stuk niet begreep. In het eerste deel zitten veel rare pauzes, ik wist niet wat ik ermee moest doen. In overleg met mijn docente, Elisso Virsaladze, heb ik toen besloten naar Moskou te gaan. De bedoeling was negen maanden, het werd twee jaar. Zonder die sonate was het er misschien helemaal niet van gekomen! Ik weet niet of het me gelukt is de Russische ziel te doorgronden, maar ik heb er wel heel veel geleerd. Het begin van het tweede deel probeerde ik vroeger bijvoorbeeld heel gevoelig te spelen. Nu begrijp ik dat het juist ‘koud’ moet klinken – niet koud als min twintig graden, maar onsentimenteel. Dan is het effect nog veel groter.”

Componistendag Sergej Prokofjev. Op zaterdag 14 januari 2017 in het Theater aan het Vrijthof, Maastricht. Met philharmonie zuidnederland o.l.v. Dmitri Liss, Camerata RCO, violisten Sergey Krylov en Frederieke Saeys en pianisten Tae-Hyung Kim en Nino Gvetadze. De orkestwerken worden ook gespeeld op 15 januari in het Muziekgebouw Eindhoven. theateraanhetvrijthof.nl en philharmoniezuidnederland.nl.