Arjen Grolleman was in het bezit van een van de mooiste stemmen die de Nederlandse radio ooit kende. Jarenlang hadden hij en ik na elkaar een radioprogramma op de alternatieve radiozender Kink FM. In Oeverloos interviewde ik schrijvers, muzikanten en denkers, waarna Arjen samen met zijn compagnon Bob Rusche in het programma X-Rated tot in de nacht donkere en occulte muziek draaide, afgewisseld met poëzie en gesproken woord, bij voorkeur eveneens zo donker mogelijk. Het eerste wat Arjen deed wanneer hij de studio binnenkwam, was alle lichten doven. En vervolgens kaarsen aansteken. Bij zijn programma hoorde het zwart van de nacht. Coil kwam vaak langs, maar ook het Sloveense Laibach. Arjens favoriete Nederlandse dichter was Jean-Pierre Rawie, zijn favoriete nummer Tears Run Rings van Marc Almond.

Misschien kwam het doordat Arjens muzieksmaak en zijn radioverhalen prettig ironieloos waren, misschien was het de duisternis en het tijdstip, misschien speelde de muziek waar hij Laibach tussenplaatste een rol, maar ik nam Laibach op basis van de nummers die ik in X-Rated hoorde tamelijk serieus. In december 2006 speelde de band in Tivoli in Utrecht. Arjen ging uiteraard, en ik ging mee. Van mensen die ik hoog heb zitten, wil ik zo vaak mogelijk blind de favoriete bands en films zien en boeken lezen, en Laibach was één van Arjens favoriete bands.

Toen ik thuis ter voorbereiding van het optreden wat meer muziek draaide van Laibach, hoorde ik niet alleen dat Rammstein er nooit was geweest zonder Laibach, maar dat ik het belang van de humor in hun muziek wellicht wat had onderschat. Bij hun cd met gotische versies van veertien volksliederen moest ik me de tranen uit mijn ogen vegen van het lachen, en toen had ik de Duitstalige cover van Live is Life (van de legendarische Oostenrijkse eendagsvlieg Opus) nog tegoed.

Ik las in artikelen dat hun gedweep met dictatoriale stijlelementen talloze keren tot controverses had geleid. Maar toen ik ze eenmaal op het Tivoli-podium zag staan, kon ik me niet voorstellen dat iemand hier ooit, waar dan ook, niet de humor van had ingezien. In zo ongeveer elk interview krijgen ze nog steeds de vraag – afhankelijk van het land waar ze geïnterviewd worden – of ze communistisch of fascistisch zijn. Zanger Milan Fras heeft daar een standaard antwoord op: “We are fascists as much as Hitler was a painter.” Ik heb me geen seconde verveeld die avond, en toch vond ik het ook jammer dat ik ze live had gezien: als ik Laibach daarna hoorde in Arjens programma, moest ik grijnzen. Al het gevaar was geweken.

In augustus 2015 vierde Noord-Korea zeventig jaar bevrijding. Voor de eerste keer in de geschiedenis van het land mocht een buitenlandse band er optreden. Het werd Laibach, de band die al sinds 1980 dictaturen belachelijk maakt. Er is een documentaire over gemaakt, Liberation Day. Het beeld van die band, in dat land, voor een muisstil zittend, volkomen expressieloos publiek dat klapt als op een partijcongres, steekt in absurditeit het volledige oeuvre van Laibach naar de kroon. Wanneer de Slovenen een gothic-versie inzetten van The Final Countdown, bijt de realiteit de parodie definitief in de staart.

Laibach, op 8/11 in Volt Sittard. poppodium-volt.nl