Een blik op de agenda van veel poppodia is een tocht langs het kerkhof: de hoeveelheid tributebands is verbijsterend hoog. ‘Coverbands’ heetten ze vroeger, maar zoals ‘alleenstaande’ veel verdrietiger klinkt dan ‘single’, werd ‘tributeband’ de nieuwe noemer.

Ooit richtte dat circuit zich vooral op het werk van artiesten die dood zijn; tegenwoordig trekken tributebands volle zalen terwijl de artiest die ze naspelen nog on tour is.

Ik ga naar iedere tournee van Roger Waters. Die speelt grotendeels werk van Pink Floyd, nu dus met een andere gitarist en zanger dan David Gilmour. Je zou kunnen zeggen dat Roger Waters een Pink Floyd-coverband leidt, maar zo ervaar ik dat niet. Waarom eigenlijk niet? Omdat hij een deel van die nummers zelf zong, en ze voor een belangrijk deel schreef? Waarschijnlijk.
Ik verheug me op de Cro-Mags op het The Sound of Revolution-festival in Eindhoven, maar ik ken ook veel mensen die die Cro-Mags als een coverband zien, omdat alleen zanger Jon Joseph een origineel bandlid is. Ze vinden de andere versie van de band, geleid door de oud-bassist, beter en ‘echter’. Wanneer begint een band een coverband te worden? Bij minder dan twee originele bandleden? Bij andere originele bandleden dan de zanger?

Al is er dus een grijs gebied, ik snap werkelijk niet waarom iemand in Kerkrade naar ‘Still Collins’ (namen van tributebands: een taalkundig gruwelgenre op zichzelf) gaat, terwijl Phil Collins pas geleden in Nijmegen optrad. Waarom zou je in Maastricht naar ‘Stahlzeit’ gaan, terwijl je volgend jaar in Nijmegen de echte Rammstein kunt zien? Waarom in Someren of Lierop of Panningen gaan kijken hoe de ‘reEditors’ de Editors nadoen, terwijl de echte Editors in januari in Düsseldorf spelen? En als je dan toch een band wilt zien die heel erg op de Editors lijkt: White Lies speelt in november ook in Maastricht.

Het argument waarmee fans van tributebands altijd proberen te overtuigen, is dat deze specifieke tributeband echt heel erg op de originele artiest lijkt. “Als je je ogen dicht doet, hoor je bijna geen verschil.” Nee, en als je je oren eveneens dicht doet, dan helemáál niet meer. Het blijft een krankzinnig argument. Alsof je je partner in zou ruilen voor een dubbelganger, omdat je van veraf toch geen verschil ziet.

Wat ook veranderd is: ook gerenommeerde artiesten worden coverartiesten. Tim Akkerman is tegenwoordig te zien met het werk van Bruce Springsteen, net als Erwin Nijhoff. Marco Hovius, die ooit met 16Down volle zalen trok, staat nu Pearl Jam te coveren. Ze zullen er hetzelfde gevoel bij hebben als de popzalen die al die tributebands boeken: liever deden ze het niet, maar er moet toch geld binnenkomen.

Sinds kort is er een nieuwe categorie bijgekomen in tributeland: coverbands die zich distantiëren van het origineel. In december staat een Morrissey-tribute in de Nieuwe Nor in Heerlen. Tot voor kort heetten ze ‘Morrissey Indeed’, maar nu hun idool in verband wordt gebracht met extreemrechts, hebben ze hun naam veranderd in The Smiths Presumably. Ze verklaarden er meteen bij dat aan hun ‘eeuwige liefde’ voor Morrissey niets is veranderd. Ze willen alleen niet meer met hem in verband worden gebracht.

Hypocriet, indeed.

Stahlzeit, 12 oktober, Muziekgieterij Maastricht, Reeditors, 12 oktober Comeet Outdoor Someren, The Sound of Revolution, 1 & 2 november, Klokgebouw Eindhoven.