Jarenlang wist Henry Rollins tussen zijn bezigheden als zanger, uitgever, schrijver, spoken word-performer en acteur wonderlijk genoeg ook nog tijd vrij te maken voor het schrijven en opnemen van albums.
Rollins’ beroep was workaholic. Zijn lichaam was een uitdrukking van zijn arbeidsethos: alleen met een ijzeren discipline kan een mens zo’n lijf kweken en onderhouden. Henry Rollins was de man van staal van de punkrock.
Vijf jaar lang zong hij in punkband Black Flag. Het dagboek dat hij bijhield in die jaren werd Get in the Van, een monumentaal boek over de aantrekkingskracht van een subcultuur waaraan alles heftig was, van de muziek tot het geweld rond en tijdens shows. Hij bleef schrijven, en de stijl van de korte verhalen die bij zijn – uiteraard – eigen uitgeverij verschenen stonden bol van een bijna kinderlijk verlangen naar waarachtigheid, te midden van een wereld die voor Rollins’ gevoel bestond uit slappelingen, poseurs en meelopers. Het leverde een fascinerende mix op van boosheid en levenslust. Henry Rollins was de vleesgeworden levenswoede.
Hij speelde in 1995 op Pinkpop met zijn band, en daar stond een man met ontbloot bovenlijf niet te musiceren, maar te exploderen. Ik denk dat iedereen die er bij was zich vooral die rug herinnert, die bij ieder nummer opzwellende bundel staalkabels, met die enorme tattoo. Search & Destroy op zijn bovenrug, en daaronder een enorme zon. Met een gezicht erin. Een boos gezicht.
Ik was altijd benieuwd hoe Henry Rollins oud zou worden. Een gebrek aan enige mildheid was juist de essentie van zijn persoonlijkheid, zowel op het podium als daarbuiten. Ook in interviews was hij altijd de vierkante man: resoluut, uitgesproken, scherp. Ik ken niemand die met die eigenschappen oud wordt zonder uit te groeien tot een klootzak. Maar bij een mildere Henry Rollins kon ik me dan weer niks voorstellen.
Toch is die er gekomen. Het begon fysiek. Rollins werd grijzer, zijn lichaam bleek de natuurwetten te tarten, maar ook weer niet volledig te trotseren. En toen George W. Bush uit het Witte Huis verdween, viel daarmee ook een belangrijke bron van Rollins’ hoon en woede tijdens zijn spoken word-shows weg. Steeds meer had hij het over zichzelf, en zelfs zijn moeilijke verhouding met de liefde en met vrouwen leverde iets op dat hij vroeger als zwak leek te beschouwen: zelfspot. Het was een verademing, en heeft hem tot een genre op zich gemaakt: een man die drie uur lang, zonder ook maar een drinkpauze, in een mix van intellect en street credibility die alleen Iggy Pop kan evenaren, vertelt over zichzelf, politiek en muziek. En vooral over reizen, want zijn manische werkdrang heeft plaatsgemaakt voor een – uiteraard – maniakale reisdrift.
Iedere reis van Rollins levert minstens tien goede verhalen op. En inmiddels ook evenveel fraaie geëngageerde foto’s, zoals in 2011 bleek in zijn fotoboek Occupants. Hij heeft er nu een show van gemaakt. Vakantiedia’s met het verhaal erachter: als vrienden vroeger zo’n avond aankondigden, zorgde ik dat ik iets anders te doen had die avond – wat dan ook. Maar niet bij Henry Rollins.
Henry Rollins, The Travel Slideshow. Op 05/02 in de Effenaar in Eindhoven en 06/02 in De Vooruit in Gent. Effenaar.nl/Vooruit.be