Laatst was ze in Nederland, in Utrecht. Niet om te zingen, maar om voor te dragen uit haar nieuwe dichtbundel. PJ Harvey. Sommige popartiesten kunnen dat allebei heel goed: songteksten schrijven, én literatuur, of poëzie, of non-fictie.
Luc de Vos van Gorki was zo iemand. Patti Smith is zo iemand. Billy Corgan van de Smashing Pumpkins schreef een mooie dichtbundel. Josh Ritter publiceerde twee mooie romans. Marilyn Manson een goede autobiografie.
Sommige artiesten kunnen het niét. Neil Young schreef een lijvige soort van autobiografie, en die was werkelijk niet te doen. Morrissey bleek in zijn autobiografie een bloemrijke en scherpe schrijver, maar ook een teleurstellend klein mens, dat al zijn ruzietjes, conflictjes en vetes pagina’s lang uitventte.
Ik kan me niet voorstellen dat die dichtbundel van PJ Harvey niet goed is, want haar songteksten naderen de poëzie al. Op haar nieuwe album zingt ze over Hope IV, het grootschalige project in de Verenigde Staten om oude, vervallen wijken nieuw leven in te blazen door een combinatie van nieuwbouw en sloop. Het nummer heet The Community of Hope, en na die zin volgt als in een gebed statig herhaald: ‘ They’re gonna put a Walmart here.’ IJzingwekkend, en tegelijk met een vleugje ironie – want al bezingt ze op dit album de Verenigde Staten (of specifieker: Washington), ze blijft Brits.
Die vileine toon van de tekst viel in de stad die ze in The Community of Hope bezingt verkeerd: de voormalige burgemeester distantieerde zich van het nummer, zijn medewerker stelde zelfs: ‘PJ Harvey is to music what Piers Morgan is to cable news.’
Ze nam het nieuwe album op tijdens een afgebakende sessie waarbij het publiek mocht komen kijken, in het kader van een kunstproject dat Recording in Progress heette. De aanwezigheid van het publiek werd weer gefilmd voor een documentaire.
Bij sommige artiesten kan ik de kriebels krijgen van dergelijk kunst-over-kunst-kunst, maar bij PJ Harvey heb ik dat niet.
De keren dat ik haar live heb gezien, was ik enorm onder de indruk. Niet alleen omdat haar stem werkelijk door merg en been gaat, of omdat ze zich omringt door krankzinnig goede muzikanten, maar vooral omdat haar concentratie zo onomkoopbaar is. PJ Harvey neemt haar ambacht niet al te lichtvoetig op, dat is al na een half nummer duidelijk. Hier staat geen vertegenwoordiger van de Everybody Happy?-school op het podium, noch zal ze ooit vragen om die handjes de lucht in, of om vocale bijval. Tegelijkertijd is ze op een bijzondere wijze communicatief: puur via haar muziek. Bovendien vormt haar performance zich naar het materiaal: toen ze optrad met Uh Uh Her, op afstand haar meest rauwe plaat, stond ze met een bijna punkie attitude die verzameling rafelranden op haar publiek af te vuren. Een totaal andere PJ Harvey dan een paar jaar ervoor, bij het warme bad dat Stories From the City, Stories From the Sea heette.
Ze komt deze zomer naar Beuningen en Werchter. Wie daar bij is, die boft maar.
PJ Harvey speelt 24 juni op Down the Rabbit Hotel in Beuningen en 30 juni op Rock Werchter.