Humor en popmuziek zijn een lastige combinatie, vind ik. Eigenlijk werkt het alleen als de humor verfijnd en intelligent is, zoals bij Ben Folds en Randy Newman, of juist lomp en bot. Alles daartussenin wordt al snel camp, het meest ondraaglijke domein van de humor.
In de categorie ‘lomp en bot’ krijgen zo ongeveer alle festivals in Nederland en Vlaanderen die een podium bieden aan harde muziek de laatste jaren bezoek van een band uit Vlaanderen die Fleddy Melculy heet. Die naam heeft me enige tijd ervan weerhouden naar de band te luisteren, bang als ik was dat het een verzameling flauwiteiten betrof.
In flauwiteiten bleek de Vlaamse band rondom Jeroen Camerlynck (in eigen land bekend van De Fanfaar) niet te handelen. Fleddy Melculy is een muzikale ode aan de roots van metal en hardcore. Elk nummer dat ze spelen staat bol van de verwijzingen, soms schieten ze in één nummer van de metalsound van het vorig decennium naar de hardrock uit de jaren tachtig, via de hardcore uit de jaren negentig.
Hun grootste hit (undergroundhit uiteraard, deze band is niet gemaakt voor de radio) is het nummer T-shirt van Metallica. Het nummer gaat over mensen die bij de H&M een shirt kopen van een iconische punk-, metal- of hardrockband (Ramones, Metallica, Iron Maiden), maar werkelijk geen idee hebben waar ze in lopen.
In een interview vertelde Camerlynck twee jaar geleden dat hij een jongen op straat tegenkwam met een T-shirt aan van Chewbacca, de wookie uit de Star Wars-saga die jaren lang met Hans Solo samen in de cockpit van de Millennium Falcon zat – zoals iedereen weet die ook maar enige filmliefde in zijn lijf heeft. Camerlynck complimenteerde de jongen met het shirt, en die reageerde verbaasd. Chewbacca? Daar had hij nog nooit van gehoord. Hij dacht dat het langharige beest op zijn shirt een hond was.
“I feel your pain” was een gevleugelde uitspraak van Bill Clinton wanneer hij als president werd geconfronteerd met het verdriet van anderen. Ik moest als Star Wars-fan aan die zin denken toen ik het interview met Camerlynck las. Het nummer dat het opleverde is fantastisch. Het doet tekstueel enigszins denken aan de Heideroosjes-klassieker Sjonnie en Anita, omdat Fledddy Melculy ook de naam Johnny gebruikt als een mainstream-icoon, en omdat uit het nummer een vergelijkbaar denkpatroon in afgebakende subculturen spreekt.
In de tijd van de Heideroosjes was het een accurate weergave van het leven op het schoolplein, inmiddels al lang niet meer. De grenzen tussen subculturen zijn al lang vervaagd. Inmiddels is alles van iedereen.
In die zin is T-shirt van Metallica een nostalgisch nummer. Maar het is ten diepste ook een maatschappijkritisch nummer. Het is een protest tegen de tol van de globalisering: een wereld waarin niets nog context heeft en alles losgeweekt raakt van historie. Als alles overal en altijd voor iedereen voorradig is, heeft niets meer betekenis. Dat meen ik te horen wanneer Fleddy Melculy zingt
‘Ik kan het niet af dat ge iets van de Ramones draagt
En dat ge er niks van kent als ik u er naar vraag’.
Maar misschien hoor ik meer in deze song dan Fleddy er in kwijt wilde, en wilde hij vooral lekkere herrie maken. Ook dat is dan gelukt.
Fleddy Melculy, o.a. 3/3 Effenaar Eindhoven, 17/3 Volt Sittard, 22/3 Trix Antwerpen, 30/3 Muziekodroom Hasselt, 21/4 Xinix Nieuwendijk, 11/5 Mezz Breda, 20/5 Bosuil Weert, 8/6 Pul Uden, 16/6 Cacaofabriek Helmond.