Wegwaspraktijken

“Het is nog niet eens zo lang geleden dat ik op excursie met de kunstacademie bij een tentoonstelling over John Cage in Schunck Heerlen was. Ik dacht: als ik hier eens kon exposeren. Dat gaat dankzij de nominatie voor de Parkstad Limburg Prijs nu al lukken. Sinds mijn afstuderen afgelopen jaar werk ik in deze kamer in mijn ouderlijk huis in Bilzen.

Het ruikt hier lekker hé. Komt door het wasmiddel Dash dat ik gebruik in een mengsel met siliconenrubber. Wegwassen is mijn ding. Soms was ik mezelf helemaal weg in een werk, soms, zoals in de digitale print Father Wash Away my Spirit, waarin ik mezelf heb afgebeeld met een aureool aan een kruis, verdwijn ik langzaam. Het afgelopen jaar maakte ik een video van een getekende man, ikzelf, die wordt gewassen in een machine. Zo was ik mezelf weg. De geur van waspoeder geeft je een schoon gevoel, maar weg gewassen ben je ook leeg, wit en transparant, vrij van identiteit.

Kijk, dit is mijn laatste werk, een soort dodenmasker van mijn eigen hoofd dat ik gisteren heb afgegoten. Ik zou niet weten hoe ik die lichte, groenige kleur moet benoemen, maar die ontstaat door het pigment van het wasmiddel. Mijn ogen in dit masker zijn niet voor niets geloken. Wat ik wil zeggen is moeilijk en misschien tegenstrijdig. Ik wil afstand houden tussen mij en mijn werk. Mijn werk is persoonlijk, maar ik wil het zo onpersoonlijk mogelijk houden. Ik ben weliswaar de kunstenaar, de schepper, en zelfs aanwezig in elk werk, maar tegelijk probeer ik de maker weg te poetsen.

Ik heb het gevoel dat we met zijn allen in een identiteitscrisis terecht zijn gekomen. Die wordt bloot gelegd door de social media. Waar ik ook van harte aan deelneem, maar we scheppen daar vooral alter ego’s. Ikzelf laat via de social media vooral mijn artistieke identiteit zien, mijn nieuwe werk ook. Maar zelf ben ik er niet. Door te zeggen dat ik mezelf heb weg gewassen, draag ik een boodschap uit: er iets is mis met de manier waarop we met elkaar omgaan. Ik bied geen oplossing, ik laat gebeuren wat er gebeurt maar ik reageer daar via mijn werk op. Vandaar ook de digitale print met het zeepblokje in de handen van Maria waar mijn naam in is gegraveerd.

Ik heb geen schrijvers of kunstenaars die me inspireren. Ik haal mijn inspiratie uit het leven om me heen. Op de academie proberen ze je na te laten denken over thema’s en materiaal. Toen ik dat mengsel van wasmiddel en siliconen had gevonden, ben ik ga nadenken over hoe ik dat thema van de identiteit vorm kon geven via het materiaal. Op de academie raadden ze me aan om Gilles Deleuze te lezen, een Franse schrijver/filosoof die veel publiceert over identiteit, maar ik kon er niks mee. Voor mij is het nu zaak om via het materiaal mijn thema te verdiepen. Ik ben heel tevreden over dit doodsmaker maar ik moet nog eens goed nadenken over hoe ik die het beste kan presenteren. Deelnemen aan de tentoonstelling is voor mij veel belangrijker dan het winnen van de prijs. Dit jaar exposeer ik in Heerlen, Hasselt en Zwolle, ik ben pas net op weg.”

www.ramonschoonbrood.be