Het is maart en de t van Tefaf, de kunst- en antiekbeurs die jaarlijks in Maastricht neerstrijkt, is weer in de maand. Maar laten we het liever hebben over de t van ruimhartigheid.
Op deze plaats schreef ik al eerder over de precaire relatie die stad en Tefaf met elkaar hebben. Zonder Tefaf is het MECC, het complex waar de beurs wordt gehouden, ten dode opgeschreven. Hetzelfde geldt voor een substantieel deel van de plaatselijke horeca, die ook nog eens gebukt gaat onder recessie en overcapaciteit. Een belangrijk stuk van de omzet van luilekkerstad Maastricht dient in maart te worden verdiend.
Geen twijfel mogelijk over de machtspositie van Tefaf in een stad met een uitdijende monocultuur waar steeds meer geconsumeerd en steeds minder geproduceerd wordt. Tegelijkertijd probeert Maastricht in 2018 culturele hoofdstad van Europa te worden, een missie die cultuuraanbod en economie in de stad meer diepgang en verscheidenheid kan opleveren.
Dat vergt wel enige investeringszin, zeker in een maand dat de stad wordt overlopen door kunstliefhebbers. Juíst tijdens Tefaf zou er ruimte moeten zijn voor een uitwaaierend parallelprogramma, zoals dat er is in Milaan, Londen, Bazel en andere steden met grote kunstbeurzen. Een stad met een 2018-kandidatuur kan zich niet tevreden stellen met een Tefaf die jaarlijks komt en gaat zonder een structurele bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van Maastricht als kunststad.
Intussen zegt een hardnekkige mantra in het stadhuis dat die kandidatuur zonder Tefaf kansloos is. Een curieus standpunt dat niet van al te veel zelfvertrouwen getuigt. Omgekeerd redenerend zouden de concurrerende kandidaat-steden immers bij voorbaat kansloos zijn omdat zíj geen Tefaf hebben…
Om Tefaf, die tijdens de beurs geen concurrerende presentaties wil in de stad, niet te ontrieven, zoekt Maastricht behoedzaam naar mogelijkheden om het stedelijke kunstaanbod te profileren. Zo ontstond drie jaar geleden Tijdens Tefaf, een festival dat geen festival is maar een label voor een even kleine als willekeurige greep in de bestaande cultuuragenda.
Voor een verdere verdieping en worteling van kunst en cultuur in de stad zou het beter zijn als Maastricht zich op dat vlak geen al dan niet door Tefaf ingefluisterde beperkingen oplegde. En waarom zich daarin tot de stad beperken, nu ‘2018’ een regionale kandidatuur is geworden? Vandaar dat Zuiderlucht, ruimhartig als we zijn, in deze editie voor de special Rondom Tefaf buiten het MECC op zoek ging naar kunst die de moeite waard is. In Maastricht zelf, maar ook in steden als Luik, Aken, Brühl, Eindhoven, Sittard, Heerlen en niet te vergeten Hasselt en Genk. Daar, in Belgisch Limburg, strijkt in 2012 de nomadische biënnale Manifesta neer. Hoe een even geruisloze als slimme campagne tot resultaat leidde door het gezamenlijk optrekken van kunstwereld en overheid.

PS Overigens ben ik van mening dat het Nedinsco-complex in Venlo een culturele bestemming moet krijgen.