Bestaat er zoiets als Limburgse literatuur? Dacht ‘t niet. Wie literatuur wil relateren aan een culturele, historische en geografische entiteit verwacht enige mate van gemeenschappelijkheid. En die is er, ondanks alle klaroengeschal van belanghebbenden, niet. Ook niet als je het sociologische begrip ‘othering’ erbij haalt, zoals Marita Mathijsen onlangs deed. Een identiteit ontlenen aan wat anderen van je zeggen, is nogal armzalig. Gelukkig vindt Mathijsen dat zelf ook, zo bleek op de laatste bladzijde van De Limburger als de ander dat uiteindelijk geen pamflet bleek, maar een oproep tot wetenschappelijk onderzoek.

Intussen blijft de werkelijkheid zoals ie is: het anderhalve eeuw geleden uit Duitsland geïmporteerde begrip Limburg omvat zoveel onsamenhangende diversiteit dat elke zoektocht naar gemeenschappelijkheid op de lachspieren werkt. Zou er binnen dat complex dan zoiets bestaan als ‘Limburgse literatuur’? Waar L1 radio elke week trouw een recensie van bronsgroen eiken drukwerk aflevert, getroost Dagblad De Limburger zich op dat vlak nog amper moeite. Min of meer recente romans van Van Iterson, Pollux, Derix, Boesten, Offermans en Hollman bleven er onbesproken. Bij TV Limburg is het boekenpraatje van Peter Winkels geschrapt. En op het plankje ‘Limburgse literatuur’ bij boekhandel Selexyz in Maastricht staan publicaties als Holofaust van Govert Derix, 1001 weetjes over Limburg van Wim Kuipers en de biografie van hotelier Camille Oostwegel. Heel divers, maar geen literatuur.

Toch bevat dit nummer een special over literatuur in Limburg die we – koosnaam of geuzennaam, kiest u maar – Limbolit hebben gedoopt. Waarom, vraagt u zich af, zoveel energie gestoken in een fenomeen dat niet bestaat? Omdat het geen kwaad kan je (voor)oordelen voortdurend te toetsen en, wellicht, nieuwe gezichtspunten te ontdekken. Vandaar dat we Ben van Melick, die de Limburgse letteren beter kent dan zijn achtertuin, vroegen een essay te schrijven over zijn stelling dat er, mits we de geografische grenzen los durven laten (wat we met liefde doen), wel degelijk sprake is van een Limburgse literatuur.

Maar ook verder valt er genoeg te melden uit boekenland. Zoals het geween en geknars der tanden van degenen die de roman weer eens ten grave willen dragen, en het geweeklaag over veranderend leesgedrag. “In de wereld van het boek heerst een lachwekkend pessimisme”, vatte scheidend uitgever Emile Brugman (Atlas) het laatst in NRC Handelsblad passend samen. Er worden te veel boeken uitgegeven, zeker, maar hebben we niet van alles te veel? En uiteindelijk komt ook in de literatuur het beste boven. Laatst hoorde ik Tommy Wieringa zeggen dat van Joe Speedboot inmiddels 360.000 exemplaren zijn verkocht. En Peter Buwalda’s Bonita Avenue gaat ook als een speer.

Het succes van Buwalda, met zijn Limburgse roots, straalt niet af op zijn collega’s in de provincie. Die verkopen zelfs op eigen bodem voor geen meter. Omdat Limburgers, als katholieken, geen lezers zijn? Tommy Wieringa trok laatst in Maastricht zeventig belangstellenden, terwijl Tom Lanoye in Genk met zijn theaterversie van Sprakeloos (100.000 verkochte exemplaren) duizend man publiek trok.

Ligt het aan de boekhandelaar? Het succes van een boek staat of valt bij diens inkoopbeleid. Meer dan de helft van de klanten weet bij binnenkomst niet wat ze gaan kopen; boeken die niet op een goede plek liggen, zijn kansloos. “Natuurlijk zijn we als boekhandel in Maastricht sneller geneigd om boeken van Limburgse makelij een extra zetje te geven”, zegt Ton Harmes van Selexyz in de Limbolit-special. Een proef op de som leverde op dat van vier van de in de aanhef genoemde auteurs één exemplaar voorradig was. Van  Boesten lagen er zeven, van Hollman vijf. Van het onlangs verschenen In Gods naam daarentegen, non-fictie over een hoerende en snoerende deken in het Heuvelland, lagen de exemplaren in tientallen gestapeld bij de entree. Sexs sells. Zoals Harmes zijn extra-zetje voor de regionale literatuur zelf al relativeerde: “We zijn en blijven een boekhandel, met de nadruk op handel.”

WIDO SMEETS

hoofdredacteur

w.smeets@zuiderlucht.eu