Onder twee enorme beukenbomen staat een blauwe doodskist. Hollandse luchten trekken voorbij, door de luidsprekers klinkt Wild is The Wind van David Bowie. Het is maandag 19 september, op een zandvlakte in de bossen bij Venray nemen 500 vrienden en bekenden afscheid van Theo Lenders, curator, inspirator en wat niet al van Odapark, centrum voor hedendaagse kunst in Venray. De twee uur durende afscheidsdienst is een levend kunstwerk, in de geest van Joseph Beuys – die Theo graag mocht aanhalen. ‘Jeder Mensch ist ein Künstler’. Maar ook: ‘Wer nicht denken will, fliegt raus.’
Theo Lenders (1955-2011) was een curator die, om een goed germanisme te gebruiken, alles in vraag stelde. Tegelijkertijd was hij de kampioen van de onbevangenheid en de relativering, een combinatie die in de beeldende kunst niet zo vaak voorkomt. Terwijl de ijle synthesizerklanken van Laurie Andersons Superman verwaaien tussen de bomen, denk ik aan de tijd dat ik Theo leerde kennen: tijdens de voorbereidingen van zijn eerste grote expositie Living Apart Together in 2004. Daarna kwam Rock My Religion – de titels verraden dat hij het publiek opzocht, en niets moest hebben van vrijblijvendheid. Kunstenaars die geen uitspraak deden over de werkelijkheid waarin we leven, vlogen er niet uit, ze kwamen er niet eens in.
Ik weet nog hoe we samen naar de Biënnale van Berlijn gingen, hoe hij me op het spoor bracht van Gert Vlok Nel en hoe hij met zijn grote guitige ogen vertelde over alweer een buitenlandse kunstenaar die hij naar het Missiemuseum in Steyl had gechaperonneerd. Andere herinneringen houd ik voor mezelf, ook omdat Pascalle Mansvelders (zie pagina 9) een prachtig in memoriam schreef over Theo Lenders.
Bij dit nummer zit een special over Museum van Bommel van Dam in Venlo dat zijn veertigjarig bestaan viert. In dubbel opzicht een moment om bij stil te staan. Het museum kwam er omdat de gemeente Venlo eind jaren zestig bereid bleek de kunstcollectie van het Amsterdamse bankiersechtpaar Maarten en Reina van Bommel – van Dam over te nemen, mits die verzameling in een speciaal te bouwen museum zou worden ondergebracht. Veertig jaar na de opening van dat museum blijft een vergelijkbare kans onbenut nu de gesprekken over een Tajiri Museum definitief zijn mislukt. De wens van Shinkichi Tajiri (1923-2009), die bijna een halve eeuw in Baarlo woonde, dat zijn legaat onderdak zou krijgen in Venlo.
Op de vraag waarom dat niet is gelukt, komen we nog terug, maar de ironie is niet te missen. Zo enthousiast als veertig jaar geleden de collectie Van Bommel werd omarmd, zo afstandelijk kijkt men in Venlo nu aan tegen de mogelijkheid om Tajiri op te laten gaan in de culturele canon van de stad. Het zijn andere tijden.
WIDO SMEETS
hoofdredacteur