“Het begrijpen van je eigen tijd is het moeilijkste wat er is”, zegt directeur Arnold van Hoof van Woningstichting Venlo-Blerick in deze Zuiderlucht. De verzuchting staat in het artikel Venlo’s blinde vlek van Annemarie Staaks, over Nedinsco, het bouwvallige Bauhaus-complex aan de boorden van de Maas, dat op het nippertje wordt gered van de ondergang. We zijn er blij mee, we hebben er op deze plaats jarenlang voor gepleit. Van Hoof heeft in Venlo zijn nek uitgestoken voor de redding van Nedinsco, maar een exclusieve cultuurfunctie voor het gebouw acht hij niet haalbaar. “Voor wie? Venlo blijft toch vooral een werkstad.”
Een werkstad, is dat niet vooral een 20e eeuws begrip? Laat het Ruhrgebied juist dit jaar niet zien dat de werksteden van vroeger de cultuursteden van de toekomst kunnen zijn?
Het begrijpen van je eigen tijd is inderdaad razend moeilijk, maar daarom hoef je nog niet met de rug naar de toekomst te gaan staan. Zoals de in hetzelfde artikel geciteerde oud-Nedinsco-directeur Schreiber in 1933 deed toen hij zijn Venlose personeel kwalificeerde als “goede boeren met veel verstand van smokkelen en carnaval vieren, maar ongeschikt voor de fijnindustrie”. Zijn grote ongelijk bleek amper een kwart eeuw later, toen Océ (Van der Grinten) aan zijn opmars begon als wereldwijd operend technologieconcern. En reken maar dat het Noord-Limburgse handjes waren die al die fijnzinnige copiers en printers in elkaar zetten.
Océ investeerde in de toekomst, en geloofde in de mensen die daaraan gestalte moesten geven. Dat is wat nu opnieuw gevraagd wordt bij de voorgenomen investeringen in cultuur in Venlo. Met een fundamentele versterking van het culturele klimaat kan Venlo van een bijeengeschoven herindelingsstad eindelijk een echte stad maken? Als Van Hoofs stelling klopt dat cultuur in Venlo weinig handen op elkaar brengt, wil dat nog niet zeggen dat dit in de toekomst zo moet blijven.
Waarom zou Venlo geen sympathie kunnen opvatten voor het plan dat Cyrille Offermans in deze editie van Zuiderlucht ontvouwt om van het gerestaureerde Nedinsco een lieu de mémoire te maken, een plek der herinnering. Van diverse herinneringen zelfs: aan de eertijdse oorlogsfunctie van het gebouw (een direct gevolg van de Vrede van Versailles), aan het Nieuwe Bouwen (waar Bauhaus indertijd een representant van was) en aan de geallieerde bombardementen van 1944 die grote delen van Venlo plat legden en waarbij Nedinsco wonderwel gespaard bleef.
Globaal en lokaal, de wereld ontmoet de wijk in een historisch gebouw in Venlo-Zuid: zo’n studiecentrum annex archief met een museale functie, zou directeur Jos Schatorjé van het Limburgs Museum daar geen oren naar hebben? Als toetje op het nog te verrijzen Museumforum aan de Keulsepoort. Daarmee zou Venlo, met bijna 100.000 inwoners inmiddels veel meer dan een werkstad, zich eindelijk eens níet te kort doen.