Groter dan Roermond moet de ECI Cultuurfabriek worden, vindt directeur René Lebens. De belangstelling in de eerste weken overtreft alvast alle verwachtingen. Er moet zelfs personeel bij. “Als dit zo door gaat, halen we in zes maanden het gewenste bezoekersaantal voor het eerste jaar.”

Hij weet het, hij rekent zichzelf echt niet rijk. “De uitdaging is niet om goede cijfers te halen in de eerste twee maanden maar in het tweede jaar.” Niettemin is ECI-directeur René Lebens , in een vorig leven trompettist, in zijn nopjes met de bezoekersaantallen van de eerste weken en de reacties op het gebouw, de voormalige Elektro-Chemische Industrie in Roermond. Bij de open dag van ECI stroomden 3000 bezoekers toe, bij de opening van Bonnefanten Roermond kwamen twee keer zoveel mensen (400) als begroot, Lebens moest aan 150 bezoekers nee verkopen bij het concert van de dj’s van Kraak noch Smaak, naar de soos kwamen 900 jongeren. “Om een uur of tien hebben we de zaal dicht moeten doen. In het ECI-theater verkocht Frans Pollux met zijn Springsteen-vertalingen uit, op de Schrijversdag en de Dag van de Stem kwamen honderden mensen af.” Hij is nog niet uitgesproken of twee beeldend kunstenaars melden zich voor een vrijblijvend gesprek.

De oplevering en inrichting van de ECI Cultuurfabriek heeft 17,6 miljoen euro gekost, neergeteld door Roermond zelf, de omliggende gemeenten en de provincie Limburg. Op een exploitatie van ruim vier miljoen komt de komende vier jaar ongeveer 1,4 miljoen uit het activiteitenbudget van de stad.

Op het vlak van bezoekersaantallen liggen de ambities van ECI-Cultuurfabriek vast. Volgens een haalbaarheidsonderzoek van de gemeente Roermond moet het filmhuis 30.000 bezoekers per jaar trekken, de popzaal 24.000, het Bonnefanten-dependance 15.000, het theater 24.000. Evenementen trekken nog eens 12 tot 15.000 bezoekers en er komen jaarlijks 1900 cursisten voor muziek-, theater- of dansles. Wat als die cijfers niet gehaald worden? “Die worden gehaald”, verzekert Lebens, “er is geen plan B.”

Ook commercieel maakt ECI Cultuurfabriek een beloftevolle start. Alle vijf commerciële ruimten zijn verhuurd, sterrenrestaurant One heeft er zijn intrek genomen. Voor het theatercafé is volgens Lebens “een goede kok” aangetrokken. Culturele functies en de vier jaar geldende subsidiegaranties ten spijt, noemt de ECI-directeur zichzelf gewoon ondernemer.

René Lebens (Limbricht, 1959) studeerde trompet aan het Conservatorium in Maastricht en later bedrijfskunde in dezelfde plaats. Achttien jaar toerde hij als trompettist met diverse bands door Europa. Tot april van dit jaar was hij directeur van het instituut voor kunsteducatie in Gemert-Bakel. Toen hij zijn benoeming bij ECI Cultuurfabriek op zak had, stapte hij op bij de adviescommissie cultuur van de provincie Limburg.

De grote toeloop in de eerste week heeft hem genoopt het drie jaar oude organisatiemodel aan te passen. “De personeelscapaciteit moet omhoog. Ik wil niet dat mensen overbelast raken en het is belangrijk om in de opstartfase bezoekers snel en goed van dienst te kunnen zijn om kwaliteit maar ook de veiligheid te kunnen garanderen. Ik hoor bij andere culturele instellingen dat personeel een kostenpost is. Wij hebben een aparte horeca bv; als ik extra mensen moet aantrekken, heb ik maar meer inkomsten heb, anders zou ik ze niet kunnen betalen.”

Niet dat alles op rolletjes loopt. Begin september, toen ECI open ging, was er nog steeds geen functionerende telefooncentrale. “In mei/juni hebben we achterstand opgelopen omdat er onduidelijkheden waren rond de aankoop van het gebouw. De zaak is toen even stil gelegd. Ik hoop dat we de achterstand over twee maanden weggewerkt hebben.”

Veel muren in ECI-Cultuurfabriek zijn ongestuukt gebleven om het industriële verleden van het complex zichtbaar te houden. Een aanpak die alom waardering opriep, maar de akoestiek laat hierdoor nogal te wensen over. Lebens heeft het over kinderziekten. “Je wil niet weten wat je voor een schilderij van akoestisch materiaal van drie bij vier meter betaalt.” De wanden zijn dus nog een punt van aandacht. Weliswaar is er veel respect getoond aan de graffiti, de muren moeten beter gefixeerd worden.

Een van de grootste complimenten die Lebens en consorten tot dusver te beurt viel, betreft het filmhuis. Een frequent bezoeker van filmhuizen noemde ze de mooiste van Zuid-Nederland qua beeld, geluid en stoelen. De ambitie ligt hier hoog, de ECI-cinema gaat voor de klassieke art house films. “Binnen drie jaar willen we de eerste première binnen hebben. Door de Nederlandse Bond van Bioscopen zijn we aardig ingeschaald op basis van twee zalen, de digitale apparatuur en hoe de organisatie staat. Met die inschaling kunnen we goede films binnen halen.

Ik ervaar dat als steun in de rug om iets moois neer te zetten in een zaal voor 81 en een zaal voor 51 mensen. Zeker, het zijn kleine zalen voor een grote première, maar een kleine première vind ik ook al mooi.”

De lege fabrieken op het ECI-terrein waren jarenlang plekken waar subculturen (muziek, graffiti) gedijden. Nu is er een sterrenrestaurant. Lebens zegt niet de illusie te hebben nog iets van die subcultuur terug te halen. “Subcultuur wil per definitie niks te maken hebben met een gevestigde culturele instelling en dat moeten we ook niet willen. De aanwezigheid van dat sterrenrestaurant is voor de exploitatie heel interessant. We hebben de geluidsoverlast getest, die is nihil. Zelfs bij uitverkochte zalen merkt de uitbater niets van publiek.”

ECI Cultuurfabriek op een breed publiek. Lebens: “Deze cultuurfabriek is groter dan Roermond. We mikken op belangstelling vanuit een straal van 70, 80 kilometer om Roermond. Dit moet je een keer gezien hebben. Ik krijg vaker de vraag waarom dit allemaal kan in Roermond. Zo vreemd is dat niet. Er ligt een visie aan ten grondslag. Eerst is de binnenstad opgeknapt, is het Retail Park Roermond verrezen, is de infrastructuur in Roermond op orde gebracht en zijn de plannen voor ECI uitgewerkt. In Roermond is de politiek ervan overtuigd dat cultuur ook economische waarde heeft. Dat roepen ze elders ook, ik weet het, maar hier is de daad bij het woord gevoegd.”

Het filmhuis mag dan mikken op de art house film, in zijn algemeenheid geldt dat laagdrempeligheid en voor elk wat wils hoog in het vaandel staan van de cultuurfabrieksdirecteur. “In de krant werd de popzaal De Effenaar van Roermond genoemd, maar dat lijkt me een maatje te groot. We willen wel het poppodium zijn met de meeste diversiteit. Dat sluit aan bij het motto dat de cultuurfabriek voor iedereen is.”

Dat is al een lastiger verhaal wanneer het om hedendaagse kunst gaat die ECI voor de komende drie jaar heeft ondergebracht bij het Bonnefantenmuseum. Hoe garandeer je daar de toegankelijkheid? Lebens: “In samenwerking met de curatorenopleiding in Maastricht maakt het Bonnefanten vier tentoonstellingen per jaar met jonge kunstenaars uit de Euregio. Bonnefantendirecteur Stijn Huijts heeft de artistieke eindverantwoordelijkheid. Een van die vier expo’s moet een sterk educatief karakter hebben. Wellicht is het Roermondse publiek niet echt gewend aan hedendaagse kunst, vandaar dat we niet met een al te hoge drempel beginnen. Dat is met de video-installaties van Roman Signer die er u staan wel gelukt, vind ik. Als er mensen vragen wat die groene streep op de muur van de bovenverdieping (werk van Leon Vranken) moet. Dan verwijzen we naar het programmaboekje.”

Over de artistieke invulling heeft Lebens afspraken gemaakt met het Bonnefanten. “Ik heb de kennis niet in huis over beeldende kunst en ik pretendeer die ook niet te hebben. Dus zoek ik er mensen bij die er wel verstand van hebben. Al heb ik wel de eigenaardige eigenschap om me met alles te bemoeien. Maar volgens mij mag dat in deze functie ook wel.”