Op een internetveiling in Denemarken kocht ik een schilderijtje van 34 euro. De verzendkosten waren hoger, maar toch: 34 euro.
Het was een goed schilderijtje. Anders had ik het natuurlijk niet gekocht. Het stelde een winters bos voor. Zo te zien een beukenbos, zoals er veel zijn in Denemarken. Met ferme halen waren de kale stammen neergezet. Vooraan bruin met een zweem van groen, naar achteren toe steeds grijzer. Het was een grauwe, nevelige dag. Op de bosgrond lag nog sneeuw, maar waarschijnlijk dooide het. Aan de rechterkant was tussen de bomen iets van het landschap te zien: een veld, een lage heuvelrug die verdween in de mist.
Het schilderij was gesigneerd met ‘BF’. Aage Bernhard-Frederiksen, geboren 1883 in Aarhus, gestorven 1963 in Skagen. Geen grote naam, maar een speurtochtje leverde op dat zich werk van hem bevond in het kunstmuseum van zijn geboorteplaats. Ik was er wel eens geweest, het was niet het minste van de Deense musea. Aage was er waarschijnlijk voor eeuwig veroordeeld tot het depot. Dan was hij bij mij aan de muur beter af.
Als kind was ik vrij vaak ziek. Op de eerste dag dat ik koortsvrij was hoefde ik nog niet naar school, maar mocht ik met mijn moeder goed ingepakt het bos in. Als het mistte bleven we maar kort buiten, want dat was niet goed voor mij. Ik stelde me voor hoe de mist in mijn longen drong zodat ik weer ziek zou worden. Bij dat angstaanjagende beeld wilde ik helemaal niet meer naar buiten. “Jawel”, zei mijn moeder, “eventjes kan wel.” Dat was dan weer wel goed voor mij. Na afloop reden we een ommetje door de stille velden. “Kijk”, zei mijn moeder, “we zitten op een pannenkoek.” Dat vond ik een rare vergelijking, de sneeuwresten en de natte kluiten deden helemaal niet aan een pannenkoek denken, maar ik begreep wel wat ze bedoelde. We waren het middelpunt van een cirkel, begrensd door een schijnbaar ondoordringbare grijze wand. Als het dicht mistte had je geen idee waar je was, als het minder dicht mistte herkende je stukjes uit de gewone wereld.
Soms, als ik voor mijn schilderijtje sta, valt mijn oog op de virtuoze, snelle bewegingen waarmee BF het winterbos heeft weergegeven. De beukenstammen, donker van het vocht. De kleuren die langzaam verdwijnen in de verte. De yogonaise-achtige streken die doen vermoeden dat de sneeuw nat en papperig is. Een kleine meester, zoals dat heet, die een goede dag had. Soms zie ik mezelf terug met mijn moeder in het bos. Een dikke jas, een das en wanten aan en nog een beetje slap in de knieën. En soms denk ik: haha, 34 euro.