Overschilderen in de 15e eeuw
Hij zag De geboorte van Christus voor het eerst in 1995 op een tentoonstelling in Frankfurt. Het schilderij wel te verstaan, want er is ook een altaarstuk met min of meer dezelfde voorstelling in het Staatsmuseum van Berlijn. Daar is het bekend als het Bladelin- of Middelburger altaar. Bladelin was een hoveling die opdracht gaf tot het retabel – hij staat er naar verluidt zelf op – Middelburg was een abdij bij Brugge. Het was zijn natte droom om die abdij uit te bouwen tot een stad.
Het is onomstreden dat het altaarstuk in Berlijn van de vijftiende-eeuwse grootmeester Rogier van der Weyden (1399-1464) is, een tijdgenoot van Jan van Eyck. Het liep gesmeerd in diens werkplaats te Brussel. Hij had acht werknemers in dienst, onder wie Hans Memling (1430-1494), die zich ook tot een grootheid zou ontwikkelen. Of van Van der Weyden ook maar één streek op het hout heeft gezet, valt te betwijfelen, dat het uit zijn atelier komt is nagenoeg zeker.
Zowel retabel als schilderij tonen de baby Christus, nedergelegd op een blauwe mantel. Natuurlijk zijn vader en moeder aanwezig – voor het eerst openbaart zich de gedachte dat Maria op oudere mannen viel. De twee beroemde huisdieren en twee engeltjes die sterk aan Joke van Leeuwens Iep doen denken, verkeren in ootmoed. Bladelin is van het tableau geschrapt en nu zien we een pelgrim in zijn plaats. Interessanter nog is de achtergrond. Van de stad die Bladelin voor ogen had, is niets meer over dan een gangbaar stadsdecor uit die tijd.
Enfin, Peter van den Brink vergaapte zich in Frankfurt aan het kunstwerk. Twintig jaar later, inmiddels directeur van de musea in Aken, roept hij het schilderij uit tot topstuk van de tentoonstelling Sammlerglück, samengesteld uit honderd werken uit de collectie van de verzamelaars Marks-Thomée.
Deze verzameling van Rijnlandse, Westfaalse en Nederlandse kunst uit de late Middeleeuwen is ruim tweehonderd werken groot, maar ooit twee keer zo omvangrijk. In de chaotische nasleep van de Tweede Wereldoorlog kwamen kunstwerken in Canada en achter het IJzeren Gordijn terecht. Huidige eigenaar Werner Marks trachtte een aantal stukken terug te kopen uit de markt. Zoals De geboorte van Christus met stichter zoals het schilderij op de tentoonstelling in Aken heet.
Waarom is dit doek nu zo bijzonder? Afgezien van de kleurzetting, de prachtig geschilderde Jozef en de malle engelen, kun je zien dat de schilder(s) het decor naar hun hand zetten en dus een loopje namen met de bestaande werkelijkheid. Een gestileerd tafereel, zogezegd.
Toch is het schilderij dat nu in Suermondt-Ludwig hangt, niet precies het schilderij dat Van den Brink destijds in Frankfurt bewonderde. Bij restauratie ontdekte men met röntgentechniek dat de pelgrim op de rechterzijde over een andere figuur blijkt geschilderd, namelijk een biddende vrouw. Afgaand op de mode in die tijd, lezen deskundigen aan haar kleding af dat zij tussen 1440 en 1460 moet zijn geschilderd. Rogier mag weten waarom. Of was het Hans, zoals Van den Brink denkt te kunnen zien aan de geschilderde zuil? Of is het toch Joost?
Sammlerglück – 100 meesterwerken uit de verzameling van Marks-Thomée. Museum Suermondt-Ludwig Aken. Van 11 maart t/m 21 juni. Suermondt-ludwig-museum.de