Een sieraad vertelt een verhaal

Voor zijn afstuderen aan de Amsterdamse Rietveld Academie in 1974 ontwerpt sieradenontwerper Ruudt Peters (1950) een opblaaspaar pvc-pak. Dat doorzichtige kostuum vult hij vervolgens met helium en draagt het op zijn blote lichaam. Peters ziet zijn creatie als een sieraad dat zijn droom verbeeldt om op te kunnen stijgen. Meteen is duidelijk dat het Nederlandse sieradenontwerp een nieuw enfant terrible heeft. Experimenteel – en onconventioneel – is hij altijd gebleven.

In een tijd waarin rationalistische en abstracte sieraden domineren, verrast Peters met uitbundige creaties die overlopen van emotie en persoonlijke verhalen. Na zijn afstuderen ontwikkelt Peters zich tot eigenzinnig en conceptueel sieraadontwerper. In 1990 keert hij voor tien jaar terug naar de Rietveld Academie, nu als docent en coördinator op de afdeling edelsmeden. Ook geeft hij les aan vooraanstaande buitenlandse academies als de Konstfack in Stockholm. Zijn werk is aangekocht door vooraanstaande musea als het Victoria & Albert Museum in Londen en het Stedelijk Museum Amsterdam. Een recent architectonisch ontwerp van zijn hand is een gevelversiering in de Amsterdamse Czaar Peterstraat.

De loopbaan van Peters verloopt in verschillende stijlen en thema’s die vloeiend in elkaar overlopen. Na een expressieve start krijgen zijn sieraden en aardewerkobjecten in de jaren tachtig een meer industriële uitstraling door gebruik van ruwe materialen. Al zet hij de drager en toeschouwer voortdurend op het verkeerde been – een armband kan zomaar ogen als een handboei. In de jaren negentig wordt Peters gegrepen door de alchemie. Hij vermaalt edelstenen om van het gruis met bindmiddel een nieuwe steensoort te mengen waarvan hij amorfe broches en abstracte amuletten vervaardigt.

Een sieraad is voor Peters vooral een manier om een verhaal te vertellen. De afgelopen jaren maakt hij sterk persoonlijk werk met experimentele technieken. Voor de collectie Anima giet hij hete was in een koudwaterbad, waarna organische vormen ontstaan die door hun grilligheid juist tegennatuurlijk ogen. Ze vormen de basis voor een serie sierobjecten van edelmetaal als zilver. De werken zijn ijl, kwetsbaar en fragiel. De ronde vormen en intuïtieve productiemethode zijn een onderzoek naar zijn eigen vrouwelijkheid.

Peters’ werk blijft verrassen. Niet alleen door onverwachte combinaties van materialen, maar ook omdat hij voor de voorwerpen die hij maakt afwijkende vormen kiest. Door die keuzes geeft hij een nieuwe dimensie aan de betekenis van bestaande voorwerpen als religieuze artefacten. In 2006 ontwerpt hij voor het VU Medisch Centrum een collectie liturgische objecten van bloedrood polyester en zilver die door de zandlopervorm en gedeukte vorm eerder doen denken aan beschadigde bekers en karaffen.

Religie, filosofie en spiritualiteit gebruikt de katholiek opgevoede Peters als inspiratie en uitgangspunt voor zijn werk. Alleen het Christendom kwam nooit expliciet aan de orde. Pas in 2011 maakt hij Corpus, een collectie die hij vervolgens baseert op het meest iconische beeld uit het gehele Christendom: het lichaam van de lijdende Jezus. In een serie donkergrijze beelden van fragmenten van de crucifix voorziet Peters de lijdende Jezus van menselijke gevoelens van schaamte, trots en mededogen.

Of toch niet? In het verhalende sieradenontwerp van Peters is altijd ruimte voor eigen interpretatie.

Uit het juryrapport:

Ruudt Peters refereert met zijn sieradencollectie Corpus aan Cuypers’ ornamenten en ambacht. Crucifixen, die ook een opvallend element in de kerken van Cuypers zijn, heeft Peters als startpunt genomen en er een persoonlijke, artistieke invulling aan gegeven. Hij geeft een nieuwe interpretatie van oude conventies. Religie en filosofie gebruikt hij als inspiratie en uitgangspunt voor zijn werk.