De roem, alsmede het tragische lot van enkele betrokkenen, snelde de film al maandenlang vooruit. Gomorra van Matteo Garrone is meer dan een meesterwerk, vindt de Italiaanse schrijver Sandro Veronesi (Kalme chaos) die de maffiafilm op verzoek van Zuiderlucht nog een keer door zijn hoofd liet gaan. “Het is de meest meedogenloze en verbijsterende reis door mijzelf die een film me ooit heeft doen maken”.
Waarom Gomorra een meesterwerk is
Wat hebben films als Otto e mezzo van Fellini, Rome, open stad van Rossellini, Fietsendieven van De Sica, Het evangelie volgens Mattheus van Pasolini, Justitieel onderzoek naar een boven alle verdenking verheven burger van Petri, De Grote Oorlog van Monicelli en Il Sorpasso van Risi met elkaar gemeen? Niets, behalve dat ze algemeen worden beschouwd als meesterwerken. Sinds kort mag Gomorra van Matteo Garrone aan die lijst worden toegevoegd.
Ik weet het. De voorzichtigheid raadt me aan dat ik alleen maar zou moeten zeggen dat Gomorra een mooie film is. Maar Gomorra is meer. Vooral omdat de regisseur geen enkele voorzichtigheid heeft betracht, over die drempel is gestapt. Ja, dat heeft hij gedaan, hij is over de drempel gestapt, ook en vooral is hij ontstegen aan de grootsheid van het boek waarop hij de film baseerde, hij heeft gemaakt dat de film boven alles is uitgestegen, het is een uniek werk, iets heel bijzonders.
Het boek is, zoals men weet, onderwerp van luidruchtige discussie geweest en is dat nog steeds, een van die zeer zeldzame gevallen waarin kwaliteit en kwantiteit op gelijke hoogte staan, een van die zeer zeldzame gevallen waarin de wereld opeens heeft opgekeken: “Waarom zijn er in de hele wereld zoveel exemplaren verkocht van Gomorra van Roberto Saviano?” “Omdat het een mooi boek is.” Ha, maar zo gaat dat toch niet? Deze keer dus wel.
Saviano’s Gomorra is een schitterende non-fiction roman, geschreven met de onvoorzichtigheid van een zich openbarend talent. Het boek is een aanklacht, vol met verhalen, met namen, met uitleg over de werking van de machinerie van de Napolitaanse camorra en van witwaspraktijken en wetsontduiking in heel Italië. Het heeft een storm heeft doen opsteken en vanaf het moment dat het op de bestsellerlijsten begon te klimmen zijn de media zich gaan verdiepen in de clans van de Casal De’ Principi en de processen waarin ze verwikkeld zijn, vol veroordelingen tot levenslang en andere keiharde straffen, die tot dan toe, wie weet waarom, maar weinig de aandacht hadden getrokken. Het is een boek dat geleid heeft tot een terdoodveroordeling voor de auteur, een jongeman van achtentwintig jaar die gedwongen is te leven als een geest, permanent geëscorteerd door lijfwachten – en nog altijd, voeg ik daar aan toe, aan de top. Onzichtbaar in het echte leven en slechts goed zichtbaar in de media, en ondanks dat zal hij op het moment dat zijn leven wat zekerder lijkt en zijn bescherming minder moeilijk, pas echt een gemakkelijk doelwit zijn.
Gomorra is een boek dat zelf al geschiedenis heeft gemaakt – een intens en formidabel verhaal dat zijn jonge auteur beroemd heeft gemaakt in de gehele wereld; daar een film van maken was moeilijk, bijna onmogelijk. Maar Garrone is er in geslaagd, omdat hij er in is geslaagd tot de bodem te gaan, zoals Saviano dat heeft gedaan met het schrijven van het boek. Garrone is een groot regisseur, jong maar al ervaren; hij is er volledig van doordrongen van wat moet en van wat niet moet of mag. Hij is een van die weinige regisseurs ter wereld die zelf geregeld achter de camera plaats neemt, hij is een ‘materiële’ regisseur die zelf de vlam aan de lont houdt, hij maakt de film zélf, dat is dikwijls belangrijker dan een geslaagde dialoog. Misschien is hij wel een genie. Hij heeft het boek van Saviano gelezen en heeft de weg die vóór hem lag gezien en begrepen hoe moeilijk die zou zijn, vrijwel onmogelijk te begaan, en toen is hij daar bovenuit gestegen zoals ik al zei – hij heeft het gezien en hij is gegaan.
Garrone is de banale aanklacht ontstegen, hij heeft het zeer Italiaanse adagium terzijde geschoven dat je nooit een film mag maken ‘over de maffia’, alleen een film ‘tegen de maffia’, hij is voorbijgegaan aan de ethiek en de esthetiek, en hij heeft dit wilde beest ter wereld gebracht, machtig, wanhopig, hypnotiserend en argeloos als een kind, dat, hoe dan ook, maar op één manier gedefinieerd kan worden: een meesterwerk.
Uiteindelijk is het niet eens meer een film over de camorra: het is een werk over de angst. Vanaf de eerste scène voel je een geheimzinnige angst, moordend, monsterlijk, angst zoals je die nooit eerder gevoeld hebt, en die in mijn hoofd de woorden deed malen van een bekende patholoog-anatoom in Palermo, die lijkschouwing deed van slachtoffers van moord, van wie er vele jonge maffiosi waren, en die mij ooit toevertrouwde dat hij bij een zeer hoog aantal van hen ernstige hartziekten had aangetroffen, een veel hoger aantal dan het nationaal gemiddelde. Met andere woorden: die jongelui zouden hoe dan ook jong gestorven zijn aan een hartinfarct. Hij zei me ook dat hij had begrepen hoe dat kwam: door angst.
Dat was het; bij het zien van de film Gomorra had ik het gevoel ervaren, te leven met zo’n door de angst verscheurd hart. Sterker nog: twee uur lang had ik de waanzinnige sensatie gehad zelf die harten te zijn, de nachtmerrie diep in het hart, het gevoel zelf die film te zijn: de meest meedogenloze en verbijsterende reis door mijzelf die een film me ooit heeft doen maken.
(Vertaling: Sante Brun)
Still uit Gomorra van Matteo Garrone. foto Cinemien