In tegenstelling tot reguliere musea is Cube design museum in Kerkrade niet zo geïnteresseerd in kunsthistorische stromingen of individuele ontwerpers. “Onze focus ligt op design voor menselijke behoeften”, zegt directeur Hans Gubbels. Oftewel: hoe kan design bijdragen aan een betere levensomstandigheden? door Jeroen Junte
Het verplaatsbare toilet van Koning Willem III (1849-1890) is een van de topstukken op de nieuwe tentoonstelling Everything You Always Wanted to Know About Toilets * But Were Afraid to Ask in designmuseum Cube in Kerkrade. Bij deze koninklijke ‘gemakstoel’ , die overigens is gecamoufleerd als een pronkerig zitmeubel, kunnen bezoekers ook de smartphone-app Airpnp.co met een overzicht van alle openbare wc’s downloaden. Ook zien ze een prototype van het ‘smart toilet’ dat aan de hand van poep- en urineanalyse nog voor het doorspelen een spijsverteringsafwijking of zelfs zwangerschap vaststelt.
Een tentoonstelling over poepen – en alles wat daarmee te maken heeft – maakt dit designmuseum het zich niet onnodig lastig? Het mediagenieke Dutch Design van bekende ontwerpers als Marcel Wanders en Studio Job trekt toch veel meer aandacht en dus bezoekers?
Directeur Hans Gubbels denkt daar anders over. “Design moet in onze optiek middenin de samenleving staan’, zegt hij. “Wat overigens niet betekent dat we geen mooie voorwerpen laten zien. Schoonheid is ook een belangrijke menselijke behoefte.”
Wat het Cube-adagium design for human needs dan te maken heeft met poepen? Alles, meent Gubbels. “Juist als het om de wc gaat, is design cruciaal. We doen het elke dag, allemaal. Vaak meerdere keren zelfs.” Poep en pies raken bovendien belangrijke maatschappelijke vraagstukken als hygiëne en welvaartongelijkheid. “Jaarlijks wordt ruim 200 miljoen ton kilo poep geproduceerd, waarvan de grote hoop rechtstreeks in sloten, meren en bermen verdwijnt, vooral in ontwikkelingslanden. Meer dan een miljard mensen heeft geeneens een wc. Hierdoor sterven jaarlijks ruim 150 miljoen kinderen – meer dan aan malaria en aids samen.” Ook is de wc een spiegel voor technologische innovatie en culturele verschillen. “Waarom hurken ze in India? En hoe ziet het toilet van de toekomst eruit?”
In de anderhalf jaar dat Cube open is, kwam reeds een bonte stoet aan actuele en soms urgente thema’s aan bod. Zo was er de expositie 3D-Print: Now! dat een overzicht bood van wat er nu – en straks – allemaal mogelijk is met deze innovatieve techniek. Te zien waren sieraden maar ook alledaagse keukenapparaten of medische protheses en zelfs architectuur. Met Meat the Future werd ingezoomd op een toekomst waarbij we kweekvlees eten uit laboratoria; de tentoonstelling was ingericht als een fictief restaurant. Het aantal sterren bij een gerecht verbeeldde de technologische haalbaarheid: één ster betekende technisch nog onhaalbaar, vijf betekende al gerealiseerd. “We willen zoveel mogelijk mensen betrekken bij wat we doen. Dat betekent dat je onderwerpen toegankelijk moet presenteren”, zegt Gubbels, die als werktuigbouwkundige onder meer werkte voor amusementsparken en World Expo’s.
Everything You Always Wanted to Know About Toilets is zelfs niet minder dan een manifestatie. “Naast de publieksvriendelijke tentoonstelling brengen we een publicatie uit over de noodzaak van goed sanitair. Daarnaast hebben we een educatief programma ontwikkeld. Ook kunnen bezoekers zich in onze designlabs ook zelf buigen over vraagstukken rond poep en pies.”
Deze ‘designlabs’ zijn publiekstoegankelijke ruimtes waar studenten werken aan case studies. Dat kunnen opdrachten vanuit het bedrijfsleven zijn maar ook onderzoeksvragen die zijn geformuleerd door bezoekers. Doel is om Cube-bezoekers niet alleen met eindproducten laten kennismaken, maar ook met het ontwerpproces; zelfs marketing en distributie komen aan bod. Aanvankelijk liep de interactie tussen bezoekers en studenten wat stroef. “We waren de eerste instelling die pionierde met deze open labs. Inmiddels voelen we beter aan hoe dat werkt.” Nu de designlabs zijn gecentreerd op de begane grond, zitten de prikborden vol met vragen van bezoekers. “Vooral bij milieu en zorg, thema’s die dichtbij de belevingswereld van bezoekers staan, worden er interessante vragen gesteld.”
Met deze scherpe én toegankelijke programmering heeft Cube zijn bestaansrecht bewezen. Al ging dat niet vanzelf. Bij de opening in november 2015 werd er vanuit de rest van het land met argusogen gekeken naar dit nieuwe designmuseum in Kerkrade, off all places. In Amsterdam immers was jaren gebroed op een designmuseum aan de Zuidas door het designplatform Premsela – inmiddels met het Nederlands Architectuurinstituut en het Virtueel Platform gefuseerd in Het Nieuwe Instituut (HNI). De crisis gooide roet in het eten. Door zijn ontoegankelijke presentaties kan HNI de belofte als nationale schatkamer voor design en architectuur vooralsnog niet waarmaken. Het MOTI in Breda, een museum voor grafisch ontwerp en beeldcultuur, is verdwenen; het gaat op in het deze zomer te heropenen Stedelijke Museum aldaar. Kortom, Cube vult een lacune. Gubbels: “De publieke interesse voor design is groeiende. Bovendien hebben we hier in Kerkrade een unieke, internationale locatie. Veel bezoekers komen uit België en Duitsland.” Naar eigen zeggen ligt Gubbels op schema met de doelstelling om binnen drie jaar 200.000 bezoekers naar het Museumplein (zie kader) te trekken: in de eerste vier maanden van dit jaar waren het er alvast 50.000.
De internationale ambities van Cube bleken al tijdens de openingsexpositie Designing the World, die tot stand kwam door samenwerking met vijf designinstituten van over de hele wereld: Cooper Hewitt (New York), Design Museum (Londen), het Museum of Applied Arts and Sciences (Sydney), The Mind Museum (Manilla, Filippijnen) en het Design Indaba (Kaapstad). Elke selecteerde vijf producten bij vijf centrale thema’s: voedsel, gezondheid, welzijn, bescherming en veiligheid. Te zien waren onder meer een rookmelder (Londen), een haute couture jurk (Sydney) en serviesgoed (New York). Inmiddels liggen nieuwe samenwerkingen met deze instellingen op stapel. “We hebben net een overeenkomst met Cooper Hewitt voor uitwisseling van collecties en een gezamenlijke tentoonstelling met de werktitel Nature.” De ambities van Cube groeien maar de focus blijft onveranderd, verzekert Gubbels: “Design met maatschappelijke impact.”
Architectuur
Designmuseum Cube vormt met twee andere attracties een heus Museumplein in Kerkrade dat een internationale trekpleister voor cultuurtoeristen worden. Elke onderdeel heeft een eigen identiteit en spreekt een andere doelgroep aan. De populair-wetenschappelijke presentaties in Continium sluiten aan bij de belevingswereld van kids en tieners. Het Columbus earth centre is een gezinsuitje. En dan is er nog Cube, dat zowel de designpurist als een breed publiek wil bedienen. In zijn verschijningsvorm is het 21 meter hoge Cube de blikvanger van het Museumplein. Van verre zichtbaar oogt het gebouw robuust, fris en modern, een uitstraling die Cube ook ambieert in de programmering. Het Museumplein is ingericht door het jonge Rotterdamse architectenbureau Shift A+U. Door te kiezen voor drie archetypische vormen – de bol (Columbus), rechthoek (Continium) en vierkant (Cube) – wordt de identiteit van de afzonderlijke onderdelen gewaarborgd. Tegelijkertijd vormen ze een visueel geheel; ze zijn bovendien fysiek verbonden door één ondergrondse entree met café en een ruim binnenplein met educatieve speeltuin en terras.