Kunst doet grenzen vervagen. O ja? De meeste grensoverschrijdende projecten stoppen als de subsidie is opgedroogd. Flonkerende uitzondering is het Schrittmacher Festival. Sinds Aken en Heerlen samen optrekken, komen er 11.000 liefhebbers op af. “Dit festival is wat we willen. Niet om politieke redenen, maar uit persoonlijke motieven.”

In 2006 verkocht Georg Born zijn metaalbedrijf, dat prompt verhuisde van Aken naar Düren. Het bedrijfspand hield hij aan, de oude fabriekshal staat, hoog en ongenaakbaar, nog steeds overeind. Op de gevel, in fiere, vooroorlogse letters: ‘Strang & Co. Eisen- und Blechkonstruktion’.

Hij komt er nog regelmatig, zegt Born, een vriendelijke, onopvallende vijftiger met baardje en bril. Vooral in februari en maart. Dan neemt het Schrittmacher Festival er zijn intrek en verandert de hal, waar bijna een eeuw lang machines werden gebouwd, in een danstheater.

De eerste keer was in 2010. Born kocht twee kaartjes. Fatsoenshalve, maar ook een beetje uit nieuwsgierigheid. Dansen in een oude, koude fabriek, dat wilde hij wel eens zien. Tegenwoordig koopt hij een ‘Dauerkarte’ – “ik mis geen enkele voorstelling” – en rijdt hij ook naar het theater in Heerlen voor een voorstelling. Want het Schrittmacher Festival is grensoverschrijdend. Al zes jaar, met succes.

Vanzelfsprekend is dat niet, een cultureel evenement in twee landen dat stand houdt. Cultuur doet grenzen vervagen, luidt het cliché. De werkelijkheid spreekt een andere taal. Meestal is de pret voorbij als de subsidie op is, en trekken de partijen zich weer terug binnen hun eigen muren. Zo niet bij het Schrittmacher, een initiatief van Rick Takvorian, een Amerikaanse dans-criticus die in de jaren negentig in Aken is blijven plakken. In 1996 begon hij met Schrittmacher, een piepklein festival dat onderdak vond in Ludwig Forum, het plaatselijke museum. Noodgedwongen, omdat Theater Aachen was gestopt met het programmeren van dans. Takvorian vond dat onverteerbaar, en wilde met het Schrittmacher Festival de tegenstroom organiseren.

In 2010 kreeg Takvorian in Bas Schoonderwoerd, directeur van het Parkstad Limburg Theater in Heerlen, een ‘partner in crime’. Zijn wethouder had hem op gevraagd nadrukkelijker over de grens te kijken – et voilà. Het klikte tussen de twee, en samen zetten ze de schouders onder het festival dat voortaan in twee steden werd georganiseerd. Inmiddels komen er jaarlijks zo’n 11.000 bezoekers op af. Met 25 voorstellingen door dertien gezelschappen, zes workshops, vijf films en een handvol andere projecten beleeft het festival dit jaar zijn twintigste editie.

Waar komt het succes vandaan? Waarom lukt het hier wél om over de grens te organiseren, en elders niet? “Dit festival heeft zó veel geschiedenissen”, zegt Takvorian met gevoel voor ironie, “welke wil je horen?” Hij laat ze willekeurig voorbijkomen.

Harry Alexander van de Michael Clark Company. Foto: Jake Walters.

Wat volgens hem helpt, is dat Schrittmacher geen thema heeft. “In het begin dacht ik daar anders over. Toen bedacht ik elk jaar een motto, vanuit mijn over-intellectuele onervarenheid. Nu weet ik dat je met een thema dingen uitsluit, en dat willen we niet.”

Een andere geschiedenis is die van de vriendschap. De twee heren mogen elkaar, constateerde de onlangs aangetreden Akense cultuurwethouder Susanne Schwier toen ze bij Schrittmacher werd geïntroduceerd. “Ze branden, die twee. En die hartstocht slaat over op iedereen.” Takvorian kan zich daar in vinden. ,,Dit festival is wat we wíllen. Niet om politieke redenen, maar uit persoonlijke motieven. We mogen elkaar.”

Het was in het theatercafé in Heerlen, een jaar of zeven jaar geleden, dat Takvorian en Schoonderwoerd hun vriendschap vernieuwden. Schoonderwoerd: “We besloten met onze samenwerking de grens te slechten. Veel mislukkingen waren ons al voorgegaan. De sleutel dat het ons is gelukt, lag – achteraf – in het vertrouwen en respect dat we voor elkaar hadden. We hebben ons eigen publiek ervan overtuigd dat het aan de andere kant van de grens goed kan zijn. Door het festival vinden ontmoetingen plaats, worden vriendschappen gesloten. De mensen in de zaal herkennen elkaar.”

Het publiek trekt tijdens het vijf wekende durende festival massaal de grens over. “Het komt voor dat vijftig tot zestig procent van ons publiek uit Duitsland komt.” Gevraagd naar het budget van het festival komt Schoonderwoerd met wat misschien ook wel een succesfactor mag heten. Hij weet het niet, om de eenvoudige reden dat er geen gemeenschappelijk budget ís. Schoonderwoerd: “Wij financieren de programmering in onze zaal, zij doen dat voor de uitvoeringen in Aken.”

In publiek en in programmering is Schrittmacher inmiddels het dansfestival dat Schoonderwoerd in 2010 voor ogen stond. “Het moest een internationale tegenhanger worden van de Nederlandse Dansdagen in Maastricht. Dat is toch vooral een nationaal festival met een nationale programmering.” Als de Heerlense theaterdirecteur een lange neus naar Maastricht kan maken, zal hij het niet laten.

Dit jaar heeft het affiche een sterk Anglo-Amerikaans accent met deels bekende namen. Takvorian: “Het zijn gezelschappen die hier eerder veel succes hadden.” Ze zullen opnieuw enthousiast onthaald worden, in het sjieke Parkstad Limburg Theater én in de rauwe fabriekshal van Strang & Co waar Schrittmacher vijf jaar geleden zijn toevlucht zocht. Noodgedwongen, omdat Takvorian en Ludwig Forum op elkaar waren uitgekeken. De noodsprong bleek een onverwachte verrijking, de entourage van de fabriekshal is inmiddels een wezenlijk onderdeel van het festival. Takvorian: “We kunnen nu alles programmeren tussen een sjiek theater en een oude fabriekshal. Het is het zout in de pap.”

Fabriekseigenaar Georg Born staat erbij te glimmen. Hij herinnert zich een ontmoeting met een oud-bankwerker die woorden tekort kwam over de dansvoorstelling die hij had gezien in de fabriek waar hij zijn hele leven had gewerkt. “Hij zei dat hij volgende keer zijn oud-collega’s zou meenemen. Dat zijn mensen die nooit in een theater komen. Het is ook goed voor Rothe Erde, de arbeiderswijk hier verderop, dat dit festival hier zit.”

Op zijn beurt verwijst Takvorian naar het ‘Generation 2’-project in het programma: kinderen van de basisschool die binnen het festival worden gehaald. Ze moeten Schrittmacher jong houden: “Ík ben twintig jaar ouder geworden, het festival niet.” Is er nog groei mogelijk in de fabriekshal, waar maximaal 400 bezoekers in kunnen? Voorstellingen worden tot vier keer opgevoerd, antwoordt Takvorian, langer kunnen gezelschappen niet blijven. “Verder groeien kan, maar dan net als de dansende kinderen van Generation 2: Schritt für Schritt.”

Schrittmacher Festival. Twintigste editie. Van 26 februari t/m 29 maart in Strang Stahlbouw Aachen en Parkstad Limburg Theater in Heerlen. www.schrittmacherfestival.de