Jaren geleden, toen de Israëlieten God weer eens geen recht deden, gingen ze naar de Filistijnen. En naar de Ammonieten. Onderdrukking volgde totdat ze zich overgaven aan de genade van God, die hen Jefte stuurde. Deze beloofde God, in ruil voor de overwinning, de eerste die hem bij thuiskomst tegemoet zou komen als offer. Jefte moordde twintig steden uit, volgens de bijbel “een geweldige overwinning”, en op weg naar huis kwam zijn dochter hem trots tegemoet. Reden genoeg voor de brandstapel. Zijn rouwperiode gebruikte Jefte om de strijd aan te gaan met de Efraïmieten. Op de vlucht liet hij hen Sjibbolet zeggen. Wie dit woord niet goed uitsprak, hoorde niet bij de groep. Zo werden 42.000 mensen, omdat ze de code niet kenden, vanuit Jefte’s wereld de dood in gejaagd.
Wereld van de kunst, sla mij neer, ik heb Documenta niet gezien, was niet op de Biënnale en ook de Warholtentoonstelling in Amsterdam moet ik nog doen. Zo veel te zien dit jaar en ik zag het niet. Maar ik heb het wel gevóeld: Sophie Calle’s brieven in Venetië, Bruce Springsteen’s Magic, Amy Winehouses’ Back to Black, Amos Oz’ Verhaal van liefde en duisternis. Not ‘been there’, or ‘done that’, but felt it.
Het wachtwoord van 2007 ken ik dus niet, alleen de scheur. Van de vele mensen die Doris Salcedo’s Shibboleth deze maanden zien in het Londense Tate, mijmeren er minimaal 42.000 “the question is: how is it done?”. Ik stond erbij en keek ernaar, en wist gelukkig: in mijn wereld, in dit jaar, gaat het helemaal niet om die vraag.