Nou vooruit dan. Nog een laatste Siciliaanse Herinnering. De aller-pijnlijkste: ons vertrek van het eiland, nu zo’n drie jaar geleden. Het was na bijna vier jaren geen vertrek met de staart tussen de benen. Nee, we hebben Sicilië verlaten vanwege een ernstige longziekte van mijn vrouw.

In juli 2009 moest ze hals over kop per ambulance naar het plaatselijke, kleine ziekenhuis worden vervoerd. Daar heb ik bijna slaande ruzie gekregen met een van de specialisten, toen ik er na een dag achter kwam dat ze op de afdeling demente bejaarden lag en er in het hele ziekenhuis zelfs geen longarts werkzaam was. Het ging erg slecht met haar, ik zei tegen de specialist dat ze zo snel mogelijk een bloedgasmeting moesten doen (emogazanàlisi, ik zal het Italiaanse woord nooit meer vergeten) om de bloedwaarden te controleren en vooral te kijken of ze niet teveel giftige kooldioxide in de longen aan het stapelen was.

“Wie is hier de arts, meneer?”, was zijn afgemeten antwoord. “Doe het nou maar, anders raakt ze in coma”, zei ik. Dat werkte. Tien minuten later kwam hij met wapperende jas de gang op. Lijkbleek. Achter hem duwden twee verplegers het bed met mijn vrouw in een ambulance. “Rij maar achter ons aan. We gaan naar het Ospedale Umberto I in Siracusa.” En daar was in elk geval een afdeling Longziekten.

Vanaf het moment dat het weer wat beter ging met mijn vrouw wilde ze terug naar Nederland. Ze voelde zich niet veilig in de Siciliaanse medische wereld. Maar hoe kom je als zware longpatiënt van Sicilië naar Nederland? Na urenlange telefoongesprekken met de zorgverzekeraar en de reisverzekering leek er een oplossing: ze kon mee met een speciale medische vlucht. Alles was rond, totdat haar longarts in Maastricht de bloedwaarden vanuit Sicilië doorkreeg. Hij verbood het transport. “Dat overleeft ze niet”, was zijn droge uitleg. “En wat nu?”, vroeg ik, langzamerhand radeloos. “Nou, ze blijft op Sicilië tot ze dood gaat, of ze wordt per ambulance over de weg vervoerd. Maar ik denk niet dat de reisverzekering dat gaat doen.”

Maar de reisverzekering deed het wel. En zo stopte op een dinsdagavond rond acht uur een heuse Nederlandse ambulance bij onze achterpoort. De volgende ochtend namen we haastig afscheid genomen van een aantal vrienden en zijn we vertrokken.

Het laatste beeld van Sicilië was bij de oversteek met de veerboot van Messina naar het Italiaanse vasteland. Het was ijzig koud en het regende pijpenstelen. Drie dagen hebben we gedaan over de terugreis gedaan, en in een ambulance is dat geen prettige onderneming. Maar we hebben het gehaald.

Nu, drie jaar later, gaat het met mijn vrouw beter dan ooit.

Tot zover onze droomtijd op Sicilië.

Terug naar de echte wereld.