Flinterdun
Het lijkt heel wat bijzonders, het verhaal van Enzo. Een soort avonturenroman. Beter nog: een schelmenroman. Maar zodra je het gaat opschrijven, blijft er niet meer dan een eindeloos herhaald flinterdun verhaaltje over. Eigenlijk net niet genoeg om er een column aan te wijden.
En hoe komt dat?
Omdat Enzo, net als alle Sicilianen zonder adem te halen blijft doorratelen over wat hij allemaal heeft meegemaakt. Er is geen speld tussen te krijgen. Met alle lessen in communicatie die ik op dit eiland zou kunnen geven kom ik vast en zeker geen steek verder. Luisteren is voor Nederlanders en andere beschaafde volkeren een belangrijk onderdeel van communicatie, maar hier niet. Bij Enzo niet, bij geen enkele Siciliaan. Wie de langste adem heeft, wie de mooiste verhalen vertelt en vooral: wie het hardste praat, die krijgt de volle aandacht en die heeft altijd gelijk. Als hier twee mensen met elkaar staan te praten lijkt het voor buitenstaanders (buitenlanders dus) of er een grote ruzie wordt uitgevochten. Als er meer dan twee mensen met elkaar staan te praten lijkt het of zich een dramatische ramp aan het voltrekken is, een volksopstand is losgebarsten, een oorlog is uitgebroken. Nee dus. Het is een wedstrijd in zo hard mogelijk praten, een wedstrijd in gelijk krijgen.
Enzo. Hij spreekt goed Engels omdat hij tientallen jaren op de grote vaart heeft gewerkt. In China is hij geweest, in Rusland, in Zuid-Afrika, in Zuid-Amerika, in de VS. Ja, ook in Nederland. Rotterdam. Vertel hem wat over Rotterdam! De mooiste meisjes van de wereld, lekker eten bij de Chinees, wel altijd koud en regen. Laat de naam van een willekeurige grote havenstad in de wereld vallen en Enzo heeft er wel iets meegemaakt. Terugkerend thema in die herinneringen is dat in al die steden de mooiste meisjes van de wereld leefden.
In een paar woorden is dat het verhaal van Enzo, een kwiek mannetje van ver in de 80. Vanaf eind februari loopt hij heen en weer over de Corso in Noto. Vooral in de buurt van de beste pasticceria van Sicilië, die dan ook ‘Pasticceria Sicilia’ heet. Daar zitten veel buitenlanders op het terras. En al die buitenlanders spreekt hij aan om zijn verhaal voor de duizendste keer te vertellen en vooral om te laten horen dat hij Engels spreekt. Hij zal het ook wel verstaan, maar voordat je een gesprek met hem kunt aanknopen is hij alweer naar het volgende tafeltje vertrokken.
En o ja, hij is in de oorlog ook nog tolk voor de Amerikanen geweest toen die in 1943 hier in de buurt aan land zijn gekomen. Hij heeft dus “meegevochten om Italië en Europa te bevrijden”. Van iemand anders hoorde ik dat hij als zoveel Sicilianen met de fascisten heeft meegevochten. Dat hij zijn uniform heeft uitgetrokken toen de Amerikanen en Engelsen aan land kwamen en zich bij hen heeft gemeld omdat hij hun taal sprak.
Zoals gezegd, een flinterdun verhaal als opmaat voor de eindeloze, verzengende zomer van Sicilië.