Kerstmis staat voor de deur en het hoort bij de Siciliaanse cultuur om dan eens flink uit te pakken met eten. Veel meer nog dan in Nederland. En omdat Sicilianen het prettig vinden om met zoveel mogelijk mensen aan de dis te zitten, hebben we hier verleden jaar met zijn tweeën behoorlijk afgezien: we werden door iedereen uitgenodigd, van de huisarts tot de klusjesman, voor het middagmaal (de pranzo) en het avondmaal (de cena), en dat een paar dagen achter elkaar.
Met weinig drank trouwens, want in tegenstelling tot wat wij dachten drinken Sicilianen nauwelijks. Een glas wijn bij het eten, of een fles bier met z’n tweeën delen. Voor de rest is het vooral water en een digestief, liefst een eigengemaakte limoncello. En tot slot natuurlijk een dolce (toetje). Rond Kerstmis wordt er veel gedaan met amandelen. Dit is de streek van de amandelen, die bijna een jaarcyclus overbruggen voordat ze worden gegeten of verwerkt in gebak en toetjes. In januari staan de bomen in bloei, eind augustus, begin september is de oogst. Daarna liggen ze een week in de zon te drogen, waarna ze in juten zakken tot december moeten rusten. Ik weet er alles van, want we hebben in onze tuin zes amandelbomen. We geven het grootste gedeelte weg, want ik weet nog niet goed hoe ik ze moet verwerken.
Afgelopen zomer heb ik een boek gekocht, waarvan ik dacht dat het me wat meer kon vertellen over die hele amandelcultuur: ‘De Amandelraapster’ van de in Sicilië geboren en nu in Londen wonende advocate Simonetta Agnello-Horby. Jammer, het heeft niks met amandelen en amandelen rapen te maken, maar alles met macht, nieuwsgierigheid, haat en liefde. Geen grootse literatuur, maar wel een interessant boek voor wie iets over het Siciliaanse plattelandsleven wil weten. Is bij iedere internetboekhandel te krijgen, denk ik. Aardig Kerstcadeau.
Wij zullen dit jaar de kerstdagen niet op Sicilië doorbrengen. Na de olijvenoogst (begin december) vertrekken we voor een paar weken naar Nederland. Wanneer u dit leest, zijn we er dus. Om te zien wat er allemaal is veranderd. Of Maastricht nog altijd Maastricht is met die lege markt en het nieuwe Stadskantoor met winkels, en Entre Deux (of heet dat tegenwoordig anders) en hoe het staat met de grote plannen voor het nieuwe stadsdeel Belvédère. Nog meer benieuwd zijn we of we na veertien maanden Sicilië anders tegen het Nederlandse leven zijn gaan aankijken, en of we misschien zelf veranderd zijn. Dat zou mij niets verbazen.
Voordat we vertrekken rij ik nog even naar Noto, een half uur van hier, naar mijn favoriete banketbakker, pasticceria Kennedy (Kennedy is er nooit geweest, maar er hangt een oude krantenfoto van hem aan de muur, naast een portret van Padre Pio). Daar haal ik dan mijn amandelkoekjes voor de mensen in Nederland. Voor wie dat echt lekker vindt, breng ik zakjes amandelen uit eigen tuin mee. Kunnen we toch nog Sicilië spelen in Nederland.