La Callas
Afgelopen september was het dertig jaar geleden dat Maria Callas is gestorven. Ik herdenk haar in de maand van Allerheiligen en Allerzielen, want voor mij passen beide dagen bij deze herdenking.
Ik ‘ken’ Callas al meer dan vijftig jaar. Van in de tijd dat ik nog in de korte broek liep. Laatste klassen van de lagere school. Zo ongeveer tussen 1952 en 1954. Een keer per maand mocht ik van mijn ouders op maandagavond tot diep in de nacht in mijn eentje opblijven in ons huis aan de Julianalaan 47 in Maasniel. Bij de kolenkachel luisterde ik dan naar de live-uitvoeringen vanuit de Scala van Milaan. Dat waren van die uitzendingen waarbij het geluid nog golvend en af en toe ruisend vanuit Italië naar Nederland kwam. Soms hard, soms zacht.
Zo heb ik Maria Callas een paar keren gehoord in die jaren, waarvan de eerste keer me altijd is bijgebleven: ‘Medea’ van Luigi Cherubini. Een opera en een componist waar ik nog nooit van had gehoord. En een sopraan, Callas dus, die ik niet kende. Dat was zelfs voor mij als jong ventje een schok: een stem die door merg en been ging. Rauw bijna, maar zò indringend dat ik het er koud van kreeg en eigenlijk meteen al wist dat dit de grootste sopraan was die ik ooit zou horen. Een stem die bij elk optreden tot op het bot ging, ook al zat ze er wel eens een toontje naast.
Mijn hele leven ben ik haar trouw gebleven, heb inmiddels honderden langspeelplaten, cd’s en dvd’s gekocht, en ik ben nog steeds op zoek naar nieuwe opnamen. In al die jaren heb ik veel vrienden en kennissen (en huisgenoten) de stuipen op het lijf gejaagd wanneer ik na een maaltijd opstond en zei: “Ik zal eens een nieuwe plaat van Callas opzetten. Je weet niet wat je hoort”. En dat is zo gebleven.
En wat vind ik nou de mooiste cd van Callas? ‘Rarities’, uitgegeven door een maatschappij die zich Verona noemt. Het zijn drie cd’s en vooral de tweede is adembenemend: repetities met het Dallas Symphony Orchestra. Veel dvd’s zijn er niet, maar de meest indringende blijft voor mij die met twee optredens in Hamburg. Probeer hem te kopen. Luister naar haar stem, maar kijk ook hoe ze in stilte haar rol beleeft op momenten dat ze niet hoeft te zingen. De rillingen lopen over mijn rug.
Ik heb altijd zeker geweten dat Callas geen opvolgster zou krijgen. Totdat ik hier op Sicilië in de late zomeravonden ergens in de buurt een nog jonge sopraan de aria’s hoorde oefenen die ik ook van Callas ken. Uren achter elkaar. Wie het is, waar ze woont, ik weet het niet. Maar zij zou wel eens de nieuwe Maria Callas kunnen worden.
Of lag het aan het late uur en aan de wijn?