Niet het einddoel maar de weg er naartoe levert het grootste geluk op. Bij de herbouw van Slot Schaesberg zou deze tegelwijsheid wel eens kunnen kloppen. Aan kant-en-klare kastelen geen gebrek. Maar waar kun je zien hoe ze ooit gemaakt werden? Dat kan de komende decennia in Landgraaf.

De periode 2012-2016 is bestempeld als de pioniersfase. Niet per se de jaren waarin de ruïne van Slot Schaesberg drommen mensen trekt. Wel die waarin nuttig voorwerk wordt verricht, zegt projectleider Aryan Klein. Het zes hectare grote terrein is opgeschoond, omheind met 1,2 kilometer afrastering, de grote toren van het kasteel is veiliggesteld met een staalconstructie die tevens dienst doet als uitkijktoren. En er staat een houten bezoekerscentrum.

Naast de slotgracht wordt de historische tuin met vergeten groentesoorten aangelegd. “Daar willen we ook een deel van bestemmen voor kinderen, een beetje vergelijkbaar met de schooltuinen van vroeger”, vertelt Klein. “Dat soort aanschouwelijk onderwijs is grotendeels verdwenen. Kinderen zitten veel te veel achter beeldschermen. Met hun handen in de modder leren ze meer. Vandaar dat we op het eiland van de voorburcht ook bezig zijn met een het creëren van een plek waar ze zelf archeologisch onderzoek kunnen doen.”

Klein kent de valkuilen van projecten als Slot Schaesberg. “Tussen het begin en het einde moeten misschien wel zes miljoen stappen worden gemaakt. Het is zaak om ze goed te spreiden en te voorkomen dat mensen in hun enthousiasme van stap 3305 al meteen door willen naar stap 756.000.” Klein, opgeleid als bouwer van klassieke jachten, werkte twintig jaar op de Bataviawerf in Lelystad, waar 17de eeuwse schepen herleefden. “In de polder was het voordeel dat het een van de weinige historische objecten was. Hier in Limburg is meer slagkracht: een provincie met mogelijkheden, een krachtiger bedrijfsleven.

Twee miljoen euro subsidie kreeg Slot Schaesberg voor de periode 2012-2016. De helft kwam van de provincie, de andere helft van de gemeente Landgraaf en de regio Parkstad. De vaste staf van het project, met inbegrip van Klein goed voor ruim twee volle banen, kan het project onmogelijk alleen trekken. Uitgangspunt is van begin af aan steun uit vele hoeken. Behalve op de vijftig vrijwilligers kon het project ook gebruik maken van een bonte stoet aan tijdelijke krachten: stagiaires van ROC’s, vmbo-, mbo- en hbo-opleidingen, herintreders op de arbeidsmarkt, personeel van Nedcar dat in de periode tussen Mitsubishi en Mini even aan het werk werd gehouden bij het kasteel, en klanten van de reclassering. “We hebben hier bijvoorbeeld een elektromonteur gehad die een taakstraf van tachtig uur had gekregen. Naar wederzijdse tevredenheid. Die man kon twee weken zijn vak uitoefenen, doen waar hij goed in is. En wij hadden een topkracht aan hem.”

De tekeningen voor de herbouw van het slot worden gemaakt door Machiel Spaan van het Amsterdamse architectenbureau M3H. Hij kan terugvallen op een hele reeks foto’s en bouwtekeningen die in de jaren tachtig van de 19de eeuw door architect A.J.M. Mulder werden gemaakt. Klein: “Niet alleen de voorburcht, zelfs het kasteel was toen nog redelijk intact. Wat je op de afbeeldingen ziet, is een oorspronkelijk 17de eeuws complex, want anders dan elders werd er daarna zo goed als niets meer aan veranderd. Later toegevoegde ramen zijn makkelijk te herkennen, omdat ze geen natuurstenen omlijsting hebben.”

Slot Schaesberg is een low tech-project. Met de wederopbouw wordt een hoofdknik gemaakt naar het soort ambachtelijkheid dat voor de industriële revolutie nog heel gewoon was. Dat kan ver gaan. Het gebruik van de ouderwetse mortel betekent dat er straks alleen in de zomer gemetseld kan worden. In de winter droogt die onvoldoende. Maar het historisch verantwoord werken heeft zijn grenzen. Klein: “Arbo-technisch moet het kloppen. Dus niet de slecht beschermende werkkleding of de wankele steigers van toen. Dit project is geen halve of hele dode waard.”

Dat Slot Schaesberg zich bij IBA Parkstad heeft gemeld, heeft al helemaal niets met low tech te maken. “Dat is juist bedoeld om te kijken hoe bij het terugbrengen van al die geschiedenis high tech een rol kan spelen. Kijk alleen al hoeveel dakoppervlak de voorburcht straks heeft. Als het zou lukken om zonnecollectoren in de daarvoor te gebruiken leisteen te verwerken, dan zou je een enorme energieopbrengst kunnen realiseren. Maar denk ook aan de rol die virtual reality en apps kunnen spelen tijdens de rondgang van bezoekers.”

Twee à drie decennia gaat de wederopbouw van het slot zeker nog duren. Als eerste wordt weer opnieuw de poort van de voorburcht opgemetseld net als de brug daar naartoe. Belangstellenden kunnen dan en daarna gaan bekijken hoe stukje bij beetje een kasteel herrijst.

Welke eindbestemming al die oude, nieuwe bouwsels krijgen, moet gaandeweg duidelijk worden. Iets in de sfeer van cultuur, recreatie en educatie ligt het meest voor de hand.

Bouw, verval, wederopbouw

Slot Schaesberg ligt in het dal van de Caumerbeek, tegen de grens van Landgraaf en Heerlen. De geschiedenis van het kasteel gaat terug tot de 14de eeuw, mogelijk nog verder. De schamele restanten die nu nog zichtbaar zijn, herinneren aan een bouwwerk in Maaslandse renaissancestijl uit de 17de eeuw. Het woongedeelte is vanaf 1733 niet meer in gebruik bewoond en raakte daarna snel in verval. De familie Van Schaesberg bleef eigenaar, maar woonde ondertussen in Duitsland.

Na de Tweede Wereldoorlog werd het slot geconfisqueerd door de Nederlandse overheid. De nieuwe eigenaar, de toenmalige gemeente Schaesberg, liet na een grote brand in 1965 de voorburcht afbreken. Die was tot dat moment nog in gebruik als boerderij. Daarna kwam langzamerhand de herwaardering. In 1977 werd de ruïne van het huis geconsolideerd en de fundering hersteld. In de jaren tachtig van de vorige eeuw werden de fundamenten en de kademuren opnieuw opgemetseld.

slotschaesberg.nl

Foto’s: Aryan Klein