De Amerikaanse fotograaf Walker Evans kent tal van navolgers die zijn thematiek naar de huidige tijd tillen. Hun werk mag er zijn, stelt ROB SCHOONEN vast. ‘De fanfaremuziek borrelt vanzelf in je op.’
Wie aan de foto’s van Walker Evans denkt, denkt aan crisis en aan mensonterende armoede. In de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw maakte de fotograaf, die eigenlijk schrijver had willen worden, zijn beroemd geworden foto’s die een schrijnend beeld schetsen van het Amerikaanse platteland tijdens de grote Depressie.
Huizen in deplorabele staat, winkels die op instorten staan, keukens die weinig meer te bieden hebben dan een wasbak en wat bestek, een slaapkamer met een bed dat op inzakken staat; het is allemaal van een hopeloze triestheid.
In het kielzog van reporter James Agee fotografeerde Walker Evans in opdracht van Fortune de plattelanders in hun treurige decor. Vaak ging het om kleine pachters in staten als Alabama, Mississippi en Massachusetts: uitgemergelde lijven van vader en moeder en een trits kindjes in haveloze kleding, soms geen schoenen aan hun voeten.
De foto’s van de crisis in al zijn ellende maakten Evans wereldberoemd. Door zijn manier van fotograferen werd hij in één adem genoemd met de door hem bewonderde collega’s als Edward Steichen en Alfred Stieglitz. De reportages van Agee en Evans werden in 1942 gebundeld in het historische boek Let Us Now Praise Famous Men.
Dankzij goede contacten met fotopersbureau Magnum was in Museum Helmond eerder al werk te zien van fotografen als Henri Cartier Bresson, Martin Parr, Eve Arnold en Werner Bischof. Nu is het de beurt aan Walker Evans (1903-1975). Niet met een solotentoonstelling, maar met de presentatie Walker Evans Revisited, die de invloed van zijn werk laat terugkomen in het werk van achttien internationale kunstenaars.
De selectie van gastcurator David Campany van Kunsthalle Mannheim, waar de presentatie eerder te zien was, levert een gevarieerde tentoonstelling op. Waar de ene fotograaf zich laat inspireren door de stilistische kwaliteiten van Evans, gaat een ander op zoek naar de locaties en gebouwen die ooit door Evans zijn gefotografeerd.
Wat opvalt is de harde blik in haar ogen, haar wat scheve mond en de dunne, samengeknepen lippen
De Franse kunstenaar Camille Fallet (1977) transformeerde een van de bekendste foto’s van Evans naar onze tijd; je moet het lef maar hebben. Het gaat om het beroemde portret uit 1936 van Allie Mae Burroughs, de vrouw van een katoenplukker in Hale Country, Alabama. Het is een van de iconische foto’s die Evans nam tijdens zijn Fortune-reportage met Agee: een rechttoe rechtaan portret van een vrouw in een jurk, de donkere haren strak bijeengehouden, de scheiding boven haar rechteroog. Wat opvalt is de harde blik in haar ogen, haar wat scheve mond en de dunne, samengeknepen lippen, alsof ze haar gebit niet wil laten zien. De foto bezorgde Evans wereldwijde faam; de reportage groeide uit tot symbool van de Great Depression – zonder dat ze het zelf wist.
Camille Fallet maakte er een portret in kleur van waardoor er een eigentijds beeld ontstaat. Alsof hij wil zeggen: deze armoede bestaat nog steeds.
Waar Evans ook alledaagse straatbeelden fotografeerde, al dan niet met een verborgen camera, heeft de Britse fotograaf George Georgiou (1961) zich gestort op parades in Amerika. Tussen januari en november 2016 bezocht hij 26 optochten – waar hij de bezoekers fotografeerde. Van de parades zelf, variërend van de Martin Luther King Parade tot de Mardi Grass Parade, zie je op de foto’s helemaal niets. Je ziet het publiek, haarscherp op zwartwit-prints, bijna manshoog, waardoor je als bezoeker het gevoel krijgt onderdeel uit ta maken van de parade.
De foto’s doen denken aan de serie portretten die Evans begin jaren veertig maakte van metroreizigers, vaak licht bewogen beelden, want schuddend in die altijd rammelende subway, van getaande koppen van mannen met hoed of pet op, vrouwen met sjaal om het hoofd. Maar anders dan deze bij Evans weinig vrolijk kijkende forensen zijn de mensen die Georgiou tijdens de parades heeft gefotografeerd buitengewoon opgewekt. Zittend op krukjes, leunend op de buurman of half-liggend over de stoeprand zie je ze genieten. De fanfaremuziek borrelt vanzelf in je op.
Walker Evans Revisited, Van 11.10.22 t/m 05.03.23 in Museum Helmond. museumhelmond.nl