Na het Louvre (Abu Dhabi) en Guggenheim (Bahrein) trekt ook museum Het Domein uit Sittard naar een ver buitenland: China. Niet met de collectie, maar met een project dat veel verder gaat dan beeldende kunst allen. Zuiderlucht ging een kijkje nemen in Guangzhou. “Europa is oud. En vermoeid.”
Onder een viaduct speelt een orkest traditionele theatermuziek, de schelle stem van de zangeres galmt door Shamian Park. Een straat verderop beoefenen een man en een vrouw tai ji, de vreedzame gevechtsport uit het Oosten. Ze schuiven als spiegelbeelden over de kiezels.
Shamian Park in de Chinese miljoenenstad Guangzhou vormt een verbinding tussen het gelijknamige wijkje van onmiskenbaar Europese snit en de Zhujiang rivier. Op elke straathoek staan door de Bank of China gesponsorde beeldengroepen die een vloeiende overgang tussen de oude en de nieuwe tijd suggereren. Zoals het beeld van de drie generaties vrouwen. Oma in het vormloze maopak, moeder in trui en rok, dochter in strakke jeans en naveltruitje, mobieltje aan het oor. Ze verkondigen de boodschap van de overheid: in dit land gaan verleden, heden en toekomst naadloos in elkaar over.
De Shamian-wijk is een wijk met historie. Guangzou ligt in de delta van de Zhujiang rivier, ruim honderd kilometer landinwaarts bij Hong Kong en Macao. In een bocht van die rivier lag het eiland Sha Mian, in de 19e eeuw een handelsnederzetting waar Franse, Engelse en Nederlandse schepen aanmeerden.
In het symmetrisch stratenplan van de Shamian-wijk mijmeren statige herenhuizen over hun gemeenschappelijke koloniale verleden. Plaquettes vertellen hun verhaal. In 1881 zat hier Butterfield & Swire Shipping. Een stuk verderop vestigde zich in 1862 Sassoon & Co and the Netherlands An Da Bank.
Het weerbarstige heden is niet ver weg. Achter het park ligt het White Swan Hotel, waar Amerikaanse echtparen naar buiten komen met Chinese kleuters aan hun hand. Adoptiehandel, op loopafstand van het Amerikaans consulaat, met meisjes die jong te vondeling zijn gelegd. Resultaat van het één-kind-per-gezin beleid in China.
Het Nederlandse verleden in Guangzhou, met vijftien miljoen inwoners de vierde stad van China, herleeft nu het Sittardse museum Het Domein gaat samenwerken met Vitamin Creative Space. Het platform voor hedendaagse kunst bevindt zich op de tweede verdieping van een afgebladderd woonblok. Eronder zitten een internetcafé, waar in fauteuils onderuitgezakte jongeren zitten te gamen of te mailen, en een naaiatelier. In de appartementen erboven staan de balkons vol met overtollige huisraad en drogende was. De woonblokken zijn twaalf jaar oud, ze lijken wel 120.
Vitamin gaat schuil achter een semi-legale, met gelige golfplaat overdekte straatmarkt en een versmarkt met groenten, bloemen, vis en vlees. Slangen en schildpadden draaien hun laatste rondjes in plastic emmers. Geuren van verse groente, thee en kruiden worden afgewisseld met de weeïge stank van verrotting en bederf.
Op de weg ernaartoe arriveert een handvol politieagenten op de fiets om een amokmaker bij een bank te arresteren. Op de bagagedrager zit een blauwe kist met een rood zwaailicht. Onze gids He Chong, een goedlachse 24-jarige student, komt me halen om het tafereel te fotograferen. “Wees voorzichtig”, zegt hij. ”En zeg niet dat je journalist bent als je iets wordt gevraagd.” Onderzoekende agentenogen komen mijn kant op als ik afdruk. Snel verdwijnen we in de drukte van de markt.
Terug bij Vitamin beklimmen we veertig betonnen traptreden, voorzien van existentiële vragen als ‘What is truth?’, ‘What is metaphysical?’ en ‘What is objective?’.
De geschiedenis van Vitamin begint in 2002 wanneer Zhang Wei een leegstaande ruimte huurt in Guangzhou. Het is een emotionele beslissing. Kort daarvoor is Hans van Dijk, de Nederlander die sinds de jaren tachtig een galerie had in Beijing, overleden. “Ik vond dat ik zijn werk moest voortzetten.”
Na een studie Engels in Beijing deed Zhang de befaamde curatorenopleiding aan Goldsmith College in Londen. Samen met journalist/schrijver Hu Fang, inmiddels haar levensgezel, begon ze Vitamin Creative Space, een centrum voor hedendaagse kunst in een stad waar 99 procent van de bevolking geen idee heeft wat dat betekent.
Officieel staat Vitamin te boek als galerie. Met reden. Een galerie geldt als een bedrijf en wordt door de overheid met rust gelaten. Dat ze in het project Made in Mirrors gaan samenwerken met Het Domein is dan ook niet zonder risico. Het Sittardse museum heeft zich in Nederland immers via subsidies (Mondriaan Stichting) en sponsoring (DSM) verzekerd van een budget van bijna drie ton. Hoe reageert de Chinese overheid als blijkt dat Vitamin in een project zit dat mede ondersteund wordt door de Nederlandse staat? Hu: “We weten niet wat morgen gebeurt. Misschien zitten we dan wel in een crisis.”
In Guangzhou zijn weinig culturele instellingen, vandaar dat Vitamin bij voorkeur buitenshuis opereert. Zhang: “We leggen contacten met kunstenaars en curatoren, geven adviezen en produceren projecten. We bouwen bruggen en laten het dan over aan de betrokkenen.” Hu: “Het zijn onverwachte ervaringen die ergens moeten landen. Maar we weten niet waar.” Zhang: “We hebben liever dat het project ons vormt, dan dat wij het project vormen.”
Kunst van de straat naar binnen halen om de gewijde sfeer halen van het museum terug te dringen, directeur Stijn Huijts van Het Domein houdt er zich al jaren mee bezig. Sinds de deelname aan het Europese project Rinascimento Nascimento uit 2001, waarin – net als tijdens de renaissance – kunst, wetenschap en technologie weer bij elkaar werden gebracht, zet hij in op een dubbele agenda: een artistieke en een culturele. “Zonder onze kernactiviteit – kunst laten zien – weg te gooien, willen we in Het Domein naar een grotere culturele diversiteit toe.” Liefst in een internationale context. Vandaar dat Made in Mirrors niet beperkt blijft tot Sittard en Guangzhou. Eind dit jaar voegt Recife (Brazilië) zich bij het project, een jaar later een Afrikaanse of Arabische stad.
De belangstelling van Het Domein voor China komt niet uit de lucht vallen. In 2004 kreeg de Chinese kunstenaar Ni Haifeng al een solo in Sittard. Een jaar later kwam Huijts tijdens een China-reis terecht in Guangzhou, waar hij kennis maakte met Vitamin Space. Het leidde vorig jaar tot de expositie van de jonge kunstenares Cao Fei in Het Domein.
En nu is er dan Made in Mirrors, een culturele en artistieke spiegeling over vier continenten: Europa, China, Latijns-Amerika en Afrika. Probeert Het Domein een graantje mee te pikken van de trend van grote musea als het Louvre (Abu Dhabi) en Guggenheim (Bahrein) om het ver weg van huis te zoeken? Huijts: ”We volgen geen trend, we zijn eerder initiator. Wij waren het eerst. Maar ik voel me niet verwant met die musea. Het gaat ons niet om het prestige van de collectie, maar om het programma. China is natuurlijk wél een trend, sinds het land zich steeds meer openstelt voor buitenlandse invloeden.”
Made in Mirrors gaat veel verder dan beeldende kunst. Er komen interculturele kwesties aan bod, zoals tradities en modernisering, verstedelijking en globalisering, koloniale geschiedenis en industrialisatie. Behalve kunstenaars en curatoren worden ook critici, schrijvers en wetenschappers bij de projecten betrokken.
In de Sittardse delegatie die eind januari Guangzhou bezocht, zat onder andere een schrijver/filosoof, een psychiater en een kleine DSM-delegatie. Het chemieconcern, dat in 2010 een nieuw hoofdkantoor opent in Sjanghai, ondersteunt Made in Mirrors omdat het, aldus woordvoerster Nelleke Barning, “alle mogelijkheden aangrijpt om de 22.000 werknemers wereldwijd elkaar beter te laten begrijpen. Dat kan door verschillen èn overeenkomsten zichtbaar te maken. Kunst en creativiteit kunnen bijdragen aan het innovatiever maken van het bedrijf.” Catharien Romijn, curator van de DSM-kunstcollectie, wil van de gelegenheid gebruik maken om de rol van de multinational door de ogen van een kunstenaar te laten bekijken. Het concern laat de jonge kunstenares Cao Fei projecten doen op de sites van DSM in Guangzhou en Sittard.
Van cultuurrelativisme is bij Made in Mirrors geen sprake. “We willen de culturele diversiteit juist stimuleren”, zegt Huijts, “niet wegpoetsen.” Volgens gids He Chong is juist de beeldende kunst geschikt om die boodschap te verkondigen. “De overheid is niet in hedendaags kunst geïnteresseerd. Voor kunstenaars geldt zo’n beetje hetzelfde als voor journalisten. Pas als ze zich gaan bezighouden met sociale problemen, wordt het gevaarlijker. Dan is het zo afgelopen.” Voor kritische curatoren en kunstenaars, zoals Hu Fang en Cao Fei, is het daarom balanceren op een dun koord.
Chong is ervan overtuigd dat het zíjn generatie is die als brenger van de nieuwe tijd moeten worden beschouwd. Op de campussen heerst een grotere vrijheid dan erbuiten. He: “Neem nou filmclubs, die zijn overal in China verboden. Behalve op de universiteit. Ik kan het weten, ik ben zelf voorzitter van zo’n club.” Vol trots vertelt hij over de volledige werken op dvd van Woody Allen, Pedro Aldomóvar en Ingmar Bergman die hij thuis heeft.
.
Net als Guangzhou heeft Recife, de Braziliaanse stad die eind 2007 zal aanschuiven bij het Made in Mirrors-project, een Nederlands verleden. In 1637 landden er de schepen van de West-Indische Compagnie met twee kunstschilders en een natuurkundige aan boord. De WIC zou maar tot 1654 blijven, lang genoeg om van het visserdorp een garnizoenstad te maken. In het strakke stratenplan van het oude Recife is de Nederlandse inbreng nog steeds terug te vinden. Het ligt ook nog eens onder de zeespiegel.
Nog steeds leeft in Recife de herinnering aan de Nederlanders, zegt Christiana Tejo. “Ze stimuleerden kunst en wetenschap en predikten verdraagzaamheid in het multiculturele Recife.” Tejo, de pas 30-jarige directeur van het Museu de Arte Moderna Aloisio Magelhaes, verwacht dat het Nederlandse verleden van Recife (drie miljoen inwoners) de stad nieuwsgierig zal maken naar Made in Mirrors.
Net als Vitamin Space in Guangzhou en Het Domein in Sittard wil Tejo in Recife een internationale dialoog op gang brengen. “We hebben goede jonge kunstenaars en critici die je overal in de wereld tegen komt.” Eind 2007 heeft Made in Mirrors een workshop in Recife. Tejo: “Ik ga vanaf het begin de inwoners erbij betrekken, met voorstellingen, debatten en tv-programma’s”.
.
Guangzhou, Recife, in 2009 wellicht Accra: waarom zoekt een klein museum als Het Domein het in miljoenensteden zo ver van huis? Stijn Huijts: “Het is op organische wijze zo gegroeid. We hebben veel internationale contacten. Het voelde gelijk goed toen ik in 2005 voor het eerst bij Vitamin was. Daar is het idee geboren om samen iets te gaan doen. Het scheelt natuurlijk dat we zo’n idee door de lage prijzen in dat land niet gelijk als onrealistisch hebben moeten parkeren”.
Een andere beweegreden is dat hij Europa als “oud en vermoeid” beschouwt. “Wat me in China, maar ook in de VS en Brazilië aanspreekt, is het enthousiasme van mensen die het gevoel hebben aan het begin van iets te staan, in plaats van aan het einde, zoals in Europa. Als het bij ons economisch tegenzit, ontstaat al gauw een soort defaitisme. In China en Brazilië gaat het de mensen qua welvaart veel slechter, maar ze ontwikkelen een enorme energie. En ze gaan voor de inhoud, zoals bij Vitamin. Ze laten zich niks afnemen, en wijken niet af van hun uitgangspunten.”