Een janboel is het, de wereld. Autocraten, vluchtelingenstromen, klimaatleed. Dat maakt grote emoties los. “Spinoza, waer sijt gij?”, klinkt de roep om rationele handreikingen. De filosoof zou ze ongetwijfeld kunnen doen, zegt Spinoza-kenner Maarten van Buuren. DOOR ERIC ALINK

Toeval bestaat niet, stelde Spinoza. Alles gebeurt noodzakelijk zoals het gebeurt. Een intrigerende gedachte: Het Zuidelijk Toneel kon klaarblijkelijk niet anders dan een theaterstuk over de grootste filosoof van Nederland maken. Troostrijk ook, want de huidige samenleving mist standvastigheid. Ze zwalkt roezig tussen Zwarte Piet, hertjes in de Oostvaardersplassen en #SorryJohan. Net zo wiebelig zijn de equivalenten op Europees niveau: Brexit, les gilets jaunes en Alternative für Deutschland. Gemene deler? De emotie als perpetuum mobile.

Spinoza [1632-1677] zou het met kalme meewarigheid bezien, vermoedt Maarten van Buuren. Hij is emeritus-hoogleraar moderne Franse Letterkunde en gezaghebbend kenner van Spinoza. In zijn appartement in Utrecht, waar rust en redelijkheid heersen, verheldert hij de essentie van de denker. Op voorhand is een waarschuwing op z’n plaats. Want de filosoof is groenezepig. Hij kantelt begrippen, verschuift betekenissen. Vrijheid, God, rede: what you see is what you guess.

Wie het werk van Spinoza uitbeent, ontdekt zijn grondgedachte: alles wat bestaat, is een verschijning van God. Dat maakt de steen, de giraf, de vallende ster, de boom en de mens gelijk aan elkaar. Kortom: God bestaat niet buiten de schepping c.q. de natuur maar is het.

Om dat heldere bewustzijn te bereiken, moet je onafhankelijk durven zijn. Nog een conditie: hevige aanvechtingen het hoofd bieden. “Spinoza noemde dat passies: verwarde, onware ideeën. Hij zag ze als een kwaad, omdat mensen zich hierdoor laten meeslepen. Ze zijn eraan verslaafd, ze lijden eraan.”

Aan passies geen tekort: waar en onwaar vechten elkaar het woordenboek uit en grenzen vervloeien. Autocraten slaan munt uit die verwarring. Dat lukt ze, omdat het grootste deel van de bevolking onweldenkend is – dixit Spinoza, die in het revolutionaire motto liberté, egalité, fraternité ogenblikkelijk de gelijkheid zou hebben doorgestreept.

Het tegengif in de slangenkuil die Trump, Poetin, Orbán, Edogan en andere creëren? “Kennis. Zij kent drie vormen, zegt Spinoza: zintuiglijke waarneming, rede en intuïtie. Weliswaar vond hij onze rede het belangrijkste. Maar hij stelde ook: elke mens kent intuïtief de waarheid. Daar hoef je niet voor te leren. Onze intuïtie biedt onmiddellijke en tijdloze kennis. Ze is aangeboren.”

Wat eveneens helpt, is onverstoorbaarheid. Spinoza steunde op Descartes, Hobbes en Machiavelli, maar is ook geestverwant van de stoïcijnen. “In een lawaaierige stiltecoupé zou Spinoza niet kwaad worden. Hij zou het jammer vinden. Misschien had hij voor tegengeluid gekozen: muziek luisteren met oordopjes.”

Op radicale denksprongen heeft Spinoza patent. Hij zegt: macht is gelijk aan het goede. Onmacht is het kwade. Dat zet de christelijke ethiek finaal op z’n kop. Immoreel, roepen velen. Maar Spinoza gaat uit van welbegrepen eigenbelang. Oftewel: doe in de samenleving wat de natuur je ingeeft, volg je vitale driften en begeerten om jezelf te handhaven in het leven, maar beteugel ze met je verstand. Oefen in terughoudend en stel behoeftebevrediging uit. Kortom: onderscheid je van een dier.”

Dat laatste is cruciaal, want anders beland je in wat Spinoza de natuursituatie noemt – de voorloper van de samenleving. “Goed, kwaad, misdaad of zonde bestaan niet in de natuursituatie. Je mag er alles doen wat nodig is om jezelf te handhaven: roven, verkrachten en moorden.” Zodra mensen onderling afspreken om elkaar niet te bestelen of de hersens in te slaan, begint de geleidelijke overgang naar een samenleving. Met een stevige voetnoot: onze onvervreemdbare natuurrechten – tot elke prijs jezelf handhaven – blijven intact. Louter voorwaardelijk dragen we ze over aan een autoriteit.

Tegen elkaar aanschurken en een zo welvarend en veilig mogelijke samenleving vormen, is een tijdloos fenomeen. Na een miraculeuze wederopstanding uit zijn Haagse graf zou Spinoza de wereld dan ook snel herkennen. Natuurlijk hebben sociale voorzieningen, huisvesting en gezondheidszorg zich flink ontwikkeld, stelt Van Buuren. Maar in essentie is de samenleving niet veranderd. “Het beginsel ‘Eendracht maakt macht’ geldt nog altijd. Evenals de noodzaak dat je je rol en betekenis in de samenleving begrijpt en een bijdrage aan het geheel levert. Dat sluit tweedracht zaaien, zoals Wilders of Trump doen, uit.”

Kwetsen mag, vindt Spinoza. Tot je het mistige grensgebied van de strafbaarheid bereikt. “Hij vindt dat je een absolute vrijheid hebt om te denken wat je wil, maar een betrekkelijke vrijheid om te zeggen wat je denkt. Er is een verschil tussen vrijheid van meningsuiting in deze kamer en in een tv-studio. Als ik hier zeg dat jouw collega een %#@& is, dan betreed ik niet de zogeheten politieke ruimte. Hierbuiten wel.”

Tricky wordt het als de sociale cohesie vervaagt. “Dat bevordert de neiging om de mazen van te wet te zoeken.” Volgens Van Buuren is schaalvergroting – waar digitalisering het zusje van is – de grootste bedreiging van nu. Een samenleving verlangt maatvoering, kun je uit Spinoza’s werk opmaken. “Enerzijds zou hij waarschuwen tegen een Nexit, want politici hebben dit land welbewust in ons belang bij de EU aangesloten. Anderzijds zou hij begrijpen dat globalisering verzet en nationalisme in de hand werkt: sommige mensen voelen dat ze hun wortels kwijtraken en missen gelijkgestemdheid. Volksmenners misbruiken dat onbehagen. De remedie? Opnieuw: verstand ontwikkelen, waar gemeenschapszin uit voortvloeit.” Een opgave, erkent Van Buuren. Maar dat is niet erg, leert de laatste zin van Spinoza’s Ethica: “Alles wat voortreffelijk is, is even moeilijk als zeldzaam.”

Aanbevolen voor op het nachtkastje: De essentie van Spinoza van Maarten van Buuren, 131 pag., ISW Uitgevers.

Han Kerckhoffs in Peer Gynt. foto Philep Deprez.

De voorstelling

Filosoferen vergt geen Finimal. Dat bewijst Het Zuidelijk Toneel. Nadat het gezelschap eerder de tanden in Socrates en Marx had gezet, is nu Spinoza bron van inspiratie en verbazing. Dat resulteert in een actuele en humorvolle voorstelling. De Vlaamse theatermaker Stefaan Van Brabandt tekent voor de tekst en regie. Het spel is van de doorgewinterde acteur Han Kerckhoffs. Een voorstelling voor jonge idealisten, oude krokodillen en allen die niet willen dat onze negentig miljard hersencellen – gemiddeld per schedel – in lethargie of lamlendigheid eindigen.

Spinoza. Het Zuidelijk Toneel. Première 1 februari in Tilburg Theaters. Ook in Maastricht (12/2), Den Bosch (15/2), Roosendaal (19/3), Venlo (20/3), Eindhoven (27/3) en Heerlen (30/3). hzt.nl

Wie is Spinoza?

Vlooienburg, een joods buurtje in Amsterdam waar nu het Muziektheater staat. Daar komt Baruch Spinoza in 1632 ter wereld. Zijn ouders? Joodse Portugezen die hun land zijn ontvlucht. In Nederland leven ze van de import van zuidvruchten. Zuur als limoenen: de banvloek die in 1656 over Spinoza wordt uitgesproken. Eerder heeft de synagoge – na klachten dat Spinoza godslasterlijke denkbeelden zou verspreiden – vergeefs geprobeerd om de vrijdenker in het oude karrenspoor te krijgen.

Zijn Hebreeuwse voornaam Baruch betekent ‘de gezegende’, maar Spinoza moet op zijn tellen passen. Veel werk publiceert hij niet – of onder een schuilnaam. De kost verdient hij met het slijpen van lenzen. Zijn scherpe blik is niet alleen fysiek. Ook geestelijk: zijn kritische geschriften ontregelen de geldende filosofische en theologische tradities. Zijn uitleg van de bijbel? Semtex avant le chimie. Gedurfd is ook zijn Theologisch-politiek traktaat. Hierin breekt hij een lans voor de democratie en onderstreept hij het belang van de vrijheid van meningsuiting.

Spinoza is rationalist. Hij hoedt zich voor kolkende emoties. Maar de gruwelijke moord in 1672 op de gebroeders De Witt – vlakbij zijn huurkamer in Den Haag – schokt hem diep. Na het nationale rampjaar valt de Republiek. Het noodzaakt Spinoza om nog behoedzamer te manoeuvreren. In 1677 sterft hij op vierenveertigjarige leeftijd aan een longkwaal. Zijn meesterwerk de Ethica verschijnt pas na zijn dood.

‘Zodra mensen onderling afspreken om elkaar niet te bestelen of de hersens in teslaan, begint de geleidelijke overgang naar een samenleving.’