Nog nooit heb ik iets over Raymond van het Groenewoud gezegd. Sterker nog, nog nooit heb ik iets goeds over Raymond van het Groenewoud gezegd. Integendeel, dat hij lijkt op de heks, op de prent van Anton Pieck, in mijn sprookjesboek, dat heb ik eens geschreven. Gewoon om de mensen aan het lachen te krijgen. Gewoon omdat Raymond van het Groenewoud nogal smalletjes is én met een onderbeet zit. Daar heb ik nu spijt van. Het was een goedkope vergelijking. En dat komt allemaal door Raymond van het Groenewoud zelf. Die trad op in Genk en ik had kaartjes. Niet voor zijn meezingers.
Ach, dat van die Meisjes en hoe ze zelden klaarkomen. Dit meisje kreeg er stress van. Het lied is namelijk uit 1977 en toen wist dit meisje nog van niks. Goh ja, uiteindelijk bleek het een leugen, van dat klaarkomen. Of een grap. Eentje die te dikwijls en te hard is herhaald. Ik moest er alleen maar van zuchten, wat misschien met klaarkomen kan worden verward, door bedlieden met te veel zelfvertrouwen. Maar soit, het ging over Raymond van het Groenewoud. In interviews waren zijn antwoorden altijd slim. Verder boeide hij me nauwelijks. Alle populariteit ten spijt. En zijn lieve liefde voor Sigrid Spruyt, ooit nieuwsanker bij de openbare omroep. Tot zij allergisch werd voor make-up en afscheid nam van de tv. Jammer was dat, want zij bracht nieuws zoals niemand, met een charme die het allemaal wat draaglijker maakte. Desalniettemin, zij verdween en trouwde met Raymond van het Groenewoud.
Maar op het einde van 2011 kwam Raymond van het Groenewoud met een nieuwe plaat en ik ging door de knieën. De plaat heet De laatste rit. De eerste single was getiteld: Goeiemorgen ouwe rotkop. Het lied had een haak die me destijds uit een groot verdriet heeft gehesen. Hij moest eens weten, de heks van Anton Pieck, hoe ik heb meegehuild naar de volle maan en hoe ik heb geschreeuwd dat ik toch vrij was. Terwijl ik ’s morgens helemaal niet wilde opstaan. Terwijl iedere goeiemorgen bij voorbaat misplaatst was. Maar Raymond van het Groenewoud zong tegen het verdriet in. Niet vergeten, nooit vergeten, dat de liefde altijd blijft. Goeiemorgen, zonder zorgen. Je bent vrij. En daarachter plakte hij een hele wilskrachtige tadadatadada, zo wilskrachtig dat ik het geloofde.
Daarna leerde ik op de radio Maanlicht kennen, nog een lied van de plaat. Maanlicht is een pingelende jazzpiano met een schuins achtergrondkoortje en een tekst die vrolijk maakt. Raymond van het Groenewoud zingt over de waan van de dag en de dag die voorbijgaat. Je moet het horen om het te zien. Want op papier is het geen poëzie. Het is poëzie hoe poëzie vroeger was, toen er nog troubadours waren. Raymond van het Groenewoud is een stoute minnestreel. Goddank heb ik hem op tijd gevonden! Tenslotte wordt de man 63 met Valentijn. En gelukkig had ik kaartjes voor een optreden in Genk. De man is overigens kwieker dan 63 bij cliché wil hebben. Hij danste, hij genoot en af en toe kneep hij in het slechte karakter van de maatschappij. Oh, de passage over hoe er te weinig walsjes op de radio komen, over hoe iets geen drie passen meer mag hebben en over hoe de mensen in de plaats daarvan marcheren: links, rechts, links, rechts.
Raymond van het Groenewoud betoverde me helemaal, met wijsheid en met goesting. En toen het afgelopen was, bekende hij dat hij met een bang hartje naar Limburg was gekomen. Ojee. Ik had het ook nooit mogen schrijven, dat van die heks van Anton Pieck.