Culturele hoofdstad 4

Stad van stilstand en terugkijken

Maastricht straalt al eeuwen uit dat het een Europese culturele hoofdstad is, beweert Eric Wetzels, directeur van het Natuurhistorisch Museum en het Centre Céramique in die stad. Mits we cultuur omschrijven als “samengebalde energie van een doorleefd leven van avontuur.”

In Zuiderlucht wordt sinds enige maanden een debat gevoerd over de Maastrichtse ambitie om in 2018 Europese Culturele Hoofdstad te worden. In een van de bijdragen maken Guido Wevers, Peter Fransman en Stijn Huijts gewag van het idee dat Maastricht op het breukvlak ligt van de Latijnse en Germaanse cultuur en dat deze ‘schurende culturen’ de regio zouden hebben gevormd. Dit idee is intussen in nota’s en documenten terug te vinden zonder dat de onderbouwing wordt geleverd.

Als er al een gezamenlijke identiteit is vast te stellen, is dat mijns inziens die van de stabiele gelatenheid. De Euregiobewoner laat de geschiedenis passeren en heeft daarbij een reactieve opstelling. Dat verklaart volgens mij de eigenheid en de duurzame stabiliteit (ondanks de historische instabiliteit) van de Euregio als geheel. En die identiteit laat zich niets gelegen liggen aan de huidige grenzen, die slechts als een speling van het lot beschouwd kunnen worden. Kernwaarde van de stad Maastricht is zijn religieuze identiteit. Religie heeft gezorgd voor kloosters en onderwijs, voor gastvrijheid en ziekenzorg, voor onderzoek en contemplatie. De stad Maastricht roept rust en bezinning op. Maastricht is eerder een stad van stilstand en van terugkijken, dan van dynamiek.
De constatering dat de stad Maastricht en zijn bewoners reactief stonden tegenover de dynamische buitenwereld is niet bedoeld als oordeel, maar als resultante van een analytische interpretatie. Die reactieve houding is af te lezen in de stadshistorie. Eeuwenlang heeft Maastricht de geschiedenis over zich heen laten komen.
De oorspronkelijke, prehistorische bevolking van de Euregio werd overrompeld en overheerst door achtereenvolgens gestructureerde Romeinen, noord-Franse koningen, Duitse keizers, Spanjaarden, Fransen, Hollanders, weer Fransen en uiteindelijk volgde een inlijving bij de Staat der Nederlanden. Al die partijen herkenden de strategische positie van de stad. Niet alleen in militair opzicht, maar ook als centrale plaats voor religie, economie, handel en infrastructuur. Hieruit is af te leiden dat Maastricht een wonderlijke mengeling van culturen bevat en heel veel buitensteedse invloeden heeft gekend. De religieuze positie van de stad zorgde meer dan 1500 jaar voor een weerbarstige eigenzinnigheid en overleefde ruim 750 jaar tweeherigheid. Reus Gigantius verbeeldt dat mooi, door de twee stadsmagistraten letterlijk in zijn zak te hebben. Die ietwat laconieke houding tegen over alles wat van buiten komt, zie je in de stad nog steeds.

Maastricht kenmerkt zich niet door grote visies, die kwamen van individuen, soms van buiten de stad. Hierbij gelden bijvoorbeeld de industrieel Regout, politicus Victor de Stuers en generaal Von Dopff als prototypes. Maar onderzoekers en visionairs als de dominicaan Franciscus Romanus, hoogleraar Jan-Pieter Minckeleers, Hoffmans & van Kleef en universiteitsstichter Sjeng Tans hebben mede de mogelijkheden van de stad bepaald. Maastricht heeft met zijn vele kloosters en geleerden dan ook een rijke historie als het om onderwijs gaat.
Hoe heeft de geschiedenis van Maastricht dan wel vorm gekregen, als het niet door visies is gestuurd? Stad en regio zijn scherp gevormd door het natuurlijke landschap en hiervan zijn overal in de stad de sporen zichtbaar. De positie als vestingstad was ook zuiver landschappelijk georiënteerd. Politieke ontwikkelingen bepaalde de centrale positie als industrieregio. En de sociale geschiedenis door de eeuwen heen heeft stad en regio misschien meer gevormd dan ons lief is: binnenvallende belegeraars bepaalden de houding van de stedelingen.
Er zit een wonderlijke continuïteit in de Zuid-Limburgse Euregio, die bijvoorbeeld is af te lezen in de aardewerkgeschiedenis, de historisch steeds terugkerende eigen muntslag (eindigend in de in Maastricht gepresenteerde euro) en in de vestingbouw. Na de verschillende Romeinse en Middeleeuwse fortificaties wordt de stad nu ingeklemd door de Belgische grens in het westen en de steilrand van de Maas in het oosten.
Maastricht heeft een cultureel-maatschappelijke blik op de toekomst; de wetenschap dat die er meer toe doet dan een maatschappelijke carrière, oftewel ‘de wil om te leven’. Als we Europese Culturele Hoofdstad in 2018 willen zijn, moet de vraag niet zijn ‘wat het kost en wat het oplevert’, maar of het cultureel effect van die keuze, datgene is wat de stad zich wenst. De vraag is niet ‘waarom zijn we op aarde’, daar geeft de evolutie een prima antwoord op. De vraag is ‘waartoe zijn we op aarde’. Cultuur geeft daarop geen antwoord, maar stelt vragen die tot nadenken aanzetten en inzicht verstrekken.
Is Maastricht een cultuurstad? Uiteraard, mits cultuur juist wordt geformuleerd. Niet als hoge of lage cultuur, maar veel meer als samengebalde energie van een doorleefd leven van avontuur. De stad straalt het begrip Europese culturele hoofdstad al eeuwen uit. Maastricht klopt zichzelf niet op de borst, maar laat het leven aan de ander, met een Europese blik op de wereld, Noord-Franse architectuur en Italiaanse finesse. Maar is in 2018 wel aan de beurt.

Eric Wetzels is directeur van Centre Céramique en het Natuurhistorisch Museum in Maastricht.