Waarom zijn in Nederland de musea dicht, terwijl ze in België – waar de helft minder besmettingen zijn – open zijn, vraagt CHRISTIANE GRONENBERG zich af. In Luik gingen liefhebbers naar de Giacometti-beelden in La Cité Miroir kijken, ‘alsof ze in onze woonkamer stonden.’

Het is half februari en mijn jarenlang gecultiveerde gevoeglijkheid en begrip voor overheidsmaatregelen lopen op hun tenen. Mijn verstand legt het me voor de zoveelste keer uit. In de domeinen waar je mensen niet kunt controleren, daar heb je bij een pandemie drastische maatregelen nodig. Avondklok, alcoholverbod, reisverbod. 

Mijn verstand heeft ook nog een vraag. Waarom laat je dan niet de publieke plekken open waar je juist wel, bijna angstaanjagend veel, controle hebt over het gedrag van mensen? In de musea bijvoorbeeld.

Konrad Witz, De heilige Christophorus. Kunstmuseum Basel. foto Martin P. Bühler

Lange tijd hebben de presentatie-instellingen in Nederland begripvol hun voetjes stil gehouden. Een situatie die me doet denken aan een auditie. De kandidaten die zijn komen opdagen, blijken acteurs te zijn, geen dansers, zoals in de annonce werd gevraagd. Het geduld van de choreografe raakt op: ‘Kan hier dan helemaal níemand dansen?’ 

De schoonmaakster, een werkeloze danseres die in een hoek van de zaal een prullenbak leegt, steekt haar hand op. 

Die schuchter opgestoken hand, dat was de brief die negentien museumdirecteuren in Zwitserland twee weken geleden naar hun regering stuurden. In die brief vragen ze om hun musea te mogen heropenen voor publiek. Al sinds het voorjaar van 2020, zo schrijven ze, bewijzen die musea dat zij succesvol hun bezoekersstromen (of beter: bezoekersdruppels) kunnen managen. En, niet onbelangrijk: ‘Individueel museumbezoek veroorzaakt geen samenscholing of hoge mate van bewegingen in het openbaar.’

Ze hadden ook kunnen zeggen: Beste overheid, je zoekt toch een veilige manier om de goede moed er bij het volk in te houden? Is het belang van de geestelijke gezondheid van de mensen onderhand niet ook een punt van aandacht? Bij ons heb je bovendien de bonus dat een museum bij uitstek een omgeving is voor het cultiveren en koesteren van democratisch bewustzijn. Is ook dit niet, juist nu dat steentje in onze schoen genaamd populisme maar blijft opspelen, een punt van aandacht?

De Zwitserse musea blijven sowieso dicht tot 28 februari. Tot die datum rekenen de briefschrijvers niet op een reactie, vertelt een betrokkene. 

In België is de schuchtere schoonmaakster wél naar voren geroepen. Na gedwongen sluitingen in voor- en najaar 2020 gingen de musea er in december opnieuw open. En ze bleven open. Geen enkele keer hebben tv-virologen als Steven Van Gucht en Marc Van Ranst de musea ontmaskerd als gedoodverfde plekken van besmetting. Logisch: er komen minder mensen dan in de supermarkt, en ze houden beduidend meer afstand. 

La Cité Miroir in Luik, enkele jaren geleden van stedelijk zwembad omgebouwd tot kunsthal, kreeg de afgelopen vier maanden, ondanks toegangsbeperkingen en tussentijdse sluitingen, zo’n 14.000 bezoekers binnen voor de Giacometti-expositie L’humanité absolue. En nee, er staat geen nul te veel: 14.000 mensen die op ongezellig veilige afstand van elkaar, maar o zo blij zo’n veertig originele Giacometti-beelden onder ogen kregen. ‘Alsof ze in onze woonkamer stonden,’ zei een tevreden bezoeker. 

Ooit, hopelijk binnen niet al te lange tijd, gaan ook de Nederlandse en de Duitse musea weer open, en zijn we van dit thema verlost. Maar, beste museumdirecteuren, bij een volgende keer, bij een pandemie of een andere kwaaddoener, steek gerust eerder je hand op en laat je horen. 

CHRISTIANE GRONENBERG