De Maastrichtse Toneelacademie heeft een klinkende naam. De docenten Woody Laurens en Yvette Fijen blijven bescheiden. “Het klinkt misschien gek, maar ik geloof niet dat je studenten wezenlijk kunt verbeteren.”
De Toneelacademie in Maastricht is een begrip in Nederland.
“We hebben inderdaad een bepaalde naam”, knikt Woody Laurens, docent speltechniek en coördinator van de performersopleiding. “Ik kan er niet veel mee maar men noemt ons de hofleverancier van het Nederlandse theater.” En het klopt dat er een flink aantal BN’ers van de Toneelacademie Maastricht komt. “Heel lang ging het om acteurs, maar de laatste jaren zijn het vooral de regisseurs die de boventoon voeren.” Yvette Fijen, spraakdocente en coördinator van de acteursopleiding mengt zich in het gesprek. Volgens haar komt dat door een bepaalde mentaliteit: “Wat veel studenten aantrekt, is de wetenschap dat het een pittige opleiding is. Er wordt snoeihard gewerkt en ze worden hier klaargestoomd voor het vak.”
Maken goede docenten ook goede studenten?
Fijen grinnikt want volgens haar hebben veel jongeren die toelating doen, geen idee wie er les geven aan de Toneelacademie. “Ze gaan vooral af op de verhalen en ervaringen van vrienden die hier al studeren, dat zegt ze meer dan de informatie op de website. Maar we hebben wel een zeer zorgvuldige selectie aan de poort. Het klinkt misschien gek, maar ik geloof ook niet dat je studenten wezenlijk kunt verbeteren. Als docent leer je hen natuurlijk van alles, maar we werken vanuit het talent dat al aanwezig is.”
“Het is eerder andersom”, zegt Woody Laurens. “Want als je studenten binnenhaalt die erg goed zijn, vraagt dat ook om excellentie van het docententeam. Ik geloof sterk in de wisselwerking tussen studenten en docenten, want een deel van de opleiding wordt immers gemaakt door de studenten. Ze leren het meeste van elkaar dus je rol als docent is tamelijk relatief.” Het lesgeven aan getalenteerde performers vraagt volgens beiden om onderwijs op het scherpst van de snede. “Je moet wel een tandje bij kunnen zetten als dat nodig is”, zegt Laurens.
Yvette Fijen : “Niemand hier werkt voor een voldoende, we werken allemaal om het beste uit onszelf te halen. Je streeft naar de top, ook al zou je met minder toekomen. Die ambitie zit als het ware aan elkaar geklonken in de stenen van het gebouw.”
Je hoort ook zeggen dat de Toneelacademie meer is dan een school, maar dat jullie bepalend zijn voor de theaterpraktijk in Nederland.
Yvette Feijen: “Je wilt natuurlijk dat de mensen die hier afstuderen er over tien jaar toe doen. De student is het belangrijkste, die gaat de wereld in om zijn ding te doen. Op die manier geven we zeker vorm aan de praktijk.” Laurens: “We vinden het best lastig om zo positief over onszelf te praten. Als docent kijk je toch vooral naar de dingen die beter kunnen.” Feijen stelt dat de echte kracht van de school het ‘meer ogen principe’ is. “Het gaat niet over het oordeel van die ene docent, we willen niet als een soort ‘goeroes’ vereerd worden. Iedere blik op de student is evenwaardig. We werken veel met gastdocenten die vers van buiten komen. Die worden uitdrukkelijk naar hun mening gevraagd, en dat houdt ons scherp.” En dan proberen we vooral niet ons gelijk te halen, maar gewoon goed te luisteren naar hun observaties”, vult Woody Laurens aan. “Het is een goede manier om bij de les te blijven.”
Dat klinkt goed, dus iedereen is gelijkwaardig?
Laurens’ baan als coördinator telt slechts vier uur per week. “Het is veelzeggend dat wij geen studieleiders hebben die zich drie hele dagen bezig moeten houden met de aansturing van een team en het bepalen van het onderwijsprogramma.” Yvette Fijen: “Het beleid wordt van onderop vorm gegeven, het onderwijs wordt grotendeels gemaakt door de docent die met zijn handen in de klei zit. En natuurlijk is er een directeur die daar vragen over stelt en soms de richting bepaalt, maar grote beslissingen gaan altijd terug naar de werkvloer.” Laurens: “Dat kan ook omdat de school kleinschalig is, we hebben in totaal nog geen tweehonderd studenten, dus we zijn kleiner dan de meeste basisscholen.”
Hoe gaat de Toneelacademie zich in de toekomst ontwikkelen?
Woody Laurens denkt even na en zegt: “Ik weet niet of het echt anders zou moeten. We zitten op een goed spoor en dat moet je vast zien te houden.” Yvette Fijen knikt instemmend: “We staan niet stil, we stellen voortdurend bij. De beroepspraktijk verandert immers ook, alleen goed kunnen acteren is niet meer voldoende. Ondernemerschap is veel belangrijker geworden, dat is een grote verandering.” Laurens: “Een rustpunt is het enige dat ik wel eens mis. Het zou wel weer eens wat kleiner mogen, minder studenten, kleinere klassen, meer individuele begeleiding. Talent is er in overvloed, maar stilte is een schaars goed op de Toneelacademie!”