Zo’n 150 keer speelde Arie de Mol, artistiek leider van Toneelgroep Maastricht, met Het Volksoperahuis De zesdaagse van St. Jezus in ’t Kruis. Tijdens het WK Wielrennen in Valkenburg gaat de ‘relisportopera’ op herhaling. Wielrennen en theater staan dicht bij elkaar, vindt De Mol. “Als er wielerliefhebbers onder het publiek zijn, wordt er harder gelachen.”
“Er waren tijden”, zegt Arie de Mol, “dat de voorstelling zo in ons systeem zat dat we bij wijze van spreken vanuit bed het toneel konden betreden. Nu, twaalf jaar later, zal ik het weer uit mijn tenen moeten halen. En ik moet op zoek naar een wielershirt dat een maatje groter is.”
Ooit, een jaar of vijftig terug, waren wielerzesdaagsen immens populair. Zichzelf respecterende wielerdorpen organiseerden een puntenkoers waarin renners zes dagen lang 24 uur lang rondjes op een baan reden. Ze losten elkaar af en sliepen in hokjes op het middenterrein. Er bestaan foto’s van coureurs die met één been op het stuur, een kop koffie en een krantje bij de hand rondfietsen. Gokbazen, maffiosi, wonderdokters, priesters, variétéartiesten, kandidaat rondemissen, bier- en frietverkopers kwamen op het wielercircus af om een graantje mee te pikken.
Deze geschiedenis vormt het decor waarin Toneelgroep Maastricht en het Volksoperahuis de eeuwige tweede Gaston van Vooren presenteren, wielertroef van het mijnwerkersstadje St. Jezus in ’t Kruis waar hij de rijdende dynamietstaaf wordt genoemd. Hij vormt een koppel met de Italiaanse dandy en geboren winnaar Gianni Venosi, de Valentino van Torino. In deze zesdaagse staat meer op het spel dan premies en gladiolen: de promiscue Italiaan heeft miss Borinage verleid, het lief van de Vlaamse stoemper. En dat kan Gaston uiteraard niet over zijn kant laten gaan. Doping staat nog in de kinderschoenen, dus betrekt hij als gelovig katholiek monseigneur Scholten in het complot en laat zijn bidon heimelijk met wijwater vullen. Het wonder van St. Jezus in ’t Kruis lijkt zich te voltrekken, maar in de wielersport deinst niemand terug voor een lepe streek.
Arie de Mol (Delft, 1961), is een groot wielerliefhebber, al heeft ‘ie meer op met de weg dan met de baan. “Wat me vooral aantrekt is de puurheid. Wielrenners zijn pure mensen die zich op één ding focussen. Interviews met wielrenners zijn bijna altijd ontroerend.” De Mol treedt op als verteller/commentator en vertolkt enkele kleinere rollen. Acteur Kees Scholten neemt vijf rollen voor zijn rekening.
De drie volksopera’s die het Volksoperahuis maakte, kwamen op dezelfde wijze tot stand. Jef Hofmeister componeerde vijftien liedjes op een thema, waarna Arie de Mol, Kees Scholten en de musici David van Aalderen en Kim Soepnel er “een samenraapsel van verhalen” bij bedachten. “Al onze wielerkennis hebben we er in gestopt,” zegt De Mol. “Het stuk heeft de Brechtiaanse oervorm: je vertelt een verhaal naar de lading van hetgeen je te horen krijgt. Jef schrijft hele mooie teksten op hele basale akkoorden en melodieën. Zijn liedjes schurken tegen het levenslied aan. Als je ze de eerste keer hoort, is het net of je ze al kent en aan het eind van de voorstelling zingt iedereen mee. Maar de teksten zijn heel gebald. Hij zoekt niet naar het anekdotische maar naar de essentie: wat betekent winnen of verliezen, wat betekent wielrennen voor de streek?”
Wat niet wil zeggen dat De zesdaagse van St. Jezus in ’t Kruis een zware dobber is. “Dit soort volksopera’s generen altijd een zelfde soort ontlading: ze zijn én opgewekt én hebben een verhaal. Die combinatie maakt mensen warm. Acteur Kees Scholten, bekend van televisieseries en opgeleid aan de Maastrichtse Toneelacademie, neemt de liederen voor zijn rekening. “Hij heeft geen geschoolde stem maar wel een heel gevoelige stem die veel sfeer oproept.” De Mol omschrijft die sfeer als Italiaans, Belgisch, Fellini-achtig.
Trekt zo’n voorstelling ander publiek? De Mol: “We hebben De zesdaagse een paar keer gespeeld voor een wielerpubliek, bijvoorbeeld tijdens de presentatie van een van de boeken van Peter Winnen in Venray voor onder anderen Henk Lubbering, Peter Post en Leo van Vliet. In België speelden we ooit in Boom. Na afloop kwam Tom Boonen zeggen dat-ie het goed vond. We houden wielrenners geen spiegel voor, daarvoor is het te kluchtig. Maar de respons is wel groter als er wielerliefhebbers in het publiek zijn. Dan wordt er harder gelachen.”
De zesdaagse van St .Jezus in ‘t kruis door Toneelgroep Maastricht. Van 11 t/m 23 september in het Derlon Theater Maastricht. www.toneelgroepmaastricht.nl