Kunstcentrum Z33 in Hasselt heeft een puike primeur in de aanbieding: een uitgebreide tentoonstelling met werk van het ontwerpersduo Studio Job. Een voorproefje voor 2010, wanneer het Groninger Museum met hen gaat uitpakken.

500 kilo lulligheid aan de muur

Ze stralen aan alle kanten uit dat ze wereldburgers zijn die in goede doen verkeren, Job Smeets (Hamont Achel, 1970) en Nynke Tynagel (Bergeijk, 1977). Met de flair van celebrities wandelen ze Z33 binnen, hip gekleed, de ogen verscholen achter een grote zonnebril, allebei op dezelfde witte gympen. Ze wonen en werken in Antwerpen, waar ze zich verzekerd weten van tien medewerkers. Hun podium strekt zich uit tussen New York en Tokyo.

Sinds Job (die in Weert opgroeide) en Nynke elkaar ontmoetten op de Design Academy in Eindhoven, hebben ze elkaar niet meer losgelaten. Weliswaar kwam Nynke aan toen Job vertrok, maar de beperkte tijd was genoeg voor een langdurig verbond. Hand in hand zouden ze het schemergebied tussen beeldende kunst en vormgeving betreden. Blijkbaar voelen ze er zich goed thuis, want ze laten zich niet verleiden tot eenduidige keuzes,
Zelfs hier in Z33 in Hasselt waar hun beelden, meubels, objecten en uitvergrote gebruiksvoorwerpen uitermate goed gedijen in een museale opstelling, verloochenen ze hun afkomst niet: een kasteel is ook een kandelaar, een usurpator is ook een vaas, een melkkan kan Pinokkio heten. De objecten hebben iets van hun functionaliteit behouden, maar staan even goed helemaal op zichzelf. “Design kan expressief genoeg zijn om geen kunst te zijn”, zaait Job nog wat extra verwarring.
Opvallend is dat al het werk in kleine collecties wordt getoond. ‘Homework’ bijvoorbeeld, een reeks oogstrelende bronzen gebruiksvoorwerpen in een strakke lijn neergezet. Zoals alle ontwerpen van topdesigners zijn ze geprijsd als kunstwerken: de reeks Homework is te koop ‘vanaf 30.000 euro’.
De reeks die valt onder de noemer ‘Gold Biscuit’ doet door de combinatie van porselein en kitsch onmiddellijk denken aan het werk van Jef Koons; Job en Nynke vatten het op als een compliment. Het werk is even speels als perfect. Een suffe eekhoorn, een kandelaar voor de nacht, een kan en een gaapverwekkende klok. Ze glimmen van het goud maar laten zich in de decoratie pas echt lezen: haaien, libellen, tanks, kalashnikovs, straaljagers, narren, vlinders, vogels, boogschutters. Blits werk.
De toon in Hasselt wordt al bij binnenkomst gezet. In de hal staat pontificaal een gietijzeren tafel met een goudglanzend opgepoetst oppervlak. Het behoort tot het zogeheten ‘rockfurniture’ van Studio Job. Boven de tafel hangt zwaar en donker, een tikkeltje pompeus, de ‘Candleman’ aan de muur. Een ijzeren figuur die nog het meest doet denken aan een schildpad die twee toortsen in zijn vuisten klemt. ,,Een soort Lam Gods”, zet Job de interpretatie op scherp. De ‘Candleman’ behoort tot de oudere stukken in de collectie en laat zien dat het latere werk van Studio Job fijner en gedetailleerder is geworden. We mogen het beeld zien als een afgod die de bescherming van het kasteel tegen kwade geesten op zich heeft genomen. Kasteel ja. Nynke en Job doen het voorkomen alsof Z33 een kasteel is met diverse zalen waarin hun werk het beste tot zijn recht komt.
Het is niet zo dat het duo een speciale affectie heeft met kastelen of op zoek is naar de een of andere graal. Ze pikten het fenomeen als concept op in Duitsland. Om te beginnen is daar de ruimte met het kasteel zelf. Het bevindt zich opnieuw in een serie objecten van, dit keer, geoxideerd brons. Het is niet geschapen naar een of ander bestaand kasteel maar lijkt in zijn verschijningsvorm op alle kastelen die we kennen. We mogen het van Job zien als ‘een samenvatting’ van Studio Job. ,,Het staat voor een parallel universum. Niet dat we willen beleren, maar we gebruiken metaforen om er alles uit te kunnen halen wat wij leuk vinden.”
Nu ze het concept hebben verklapt, kun je de tentoonstelling heel anders beleven, namelijk door die te betreden alsof je een rondgang maakt in een kasteel. Speciaal voor deze expositie maakte Studio Job een gigantische kroonluchter die hangt voor een uit de kluiten gewassen kast die, in aangepaste vorm, inmiddels in productie is genomen.
In de zoals Job dat noemt ‘Duitse kamer’ staan tal van bronzen, robuuste gebruiksvoorwerpen: een pijl, een zwaard, een ring. ,,Er zit enorm veel historie in de collectie, veel cultureel erfgoed. Niet alleen Duits natuurlijk. Wij voelen ons Europeanen en hebben uit alle delen van Europa iconen gehaald. Ik vind dat stijve, strakke, monumentale interessant omdat het belangrijker lijkt dan het is. Het geeft ook de eigen kwetsbaarheid weer want wie zich groter voordoet dan hij is… Uiteindelijk is ‘de Candleman’ niet meer dan vijfhonderd kilo lulligheid aan de muur. Dus waar gaat het allemaal over?”
Nu ze er toch zelf over beginnen. “We zijn vormgevers die autonoom werken”, zegt Nynke. “We persifleren de werkelijke wereld en zijn functionaliteit”, vult Job aan. “We overdrijven emotie en vorm, waardoor je als toeschouwer kleiner wordt, maar wat we ook doen, we zien er op toe dat de dingen die we maken extreem goed geproduceerd worden. We proberen zo min mogelijk designer te zijn, maar we zijn het wel. Dat is mooi tragisch”, zegt Job met een brede glimlach. “Deze beelden hier beloven veel, maar zullen je uiteindelijk teleurstellen. Het is niet wat het belooft te zijn. Wat dat betreft staan ze synoniem aan de wereld. Alles is relatief.”

  • Nynke Tynagel (l) en Job Smeets, samen Studio Job. foto Mark Kuipers
  • Homework
  • Candleman