Chemieconcern DSM kondigde afgelopen zomer aan dat het hoofdkantoor naar Maastricht gaat verhuizen en dus liepen de emoties in Heerlen hoog op.

Als Heerlenaar heb ik me altijd verbaasd over de mate waarin competitieve sentimenten de verhoudingen tussen Maastricht en Heerlen beheersen. Persoonlijk heb ik dat ervaren toen ik negen jaar geleden de overstap maakte van Schunck in Heerlen naar het Bonnefanten in Maastricht.

Uit sommige reacties concludeerde ik dat men het zag als ‘overlopen naar Maastricht’, terwijl ik feitelijk alleen een gemeentelijke culturele instelling verruilde voor een provinciale. Ik bleef met mijn gezin in Heerlen wonen.

In mijn beleving was en is Schunck niet alleen van betekenis voor de lokale samenleving, maar strekt de impact ervan zich uit tot de gehele Stedelijke Cultuurregio Zuid, zoals dat ook geldt voor het Bonnefanten, zij het op een ander niveau. Het voelde voor mij dan ook veeleer alsof ik van het middenveld verhuisde naar een spitspositie binnen hetzelfde team.

Zo kunnen we wat mij betreft ook kijken naar de verhuizing van het hoofdkantoor van DSM naar Maastricht. We hebben met zijn allen belang bij een sterke Stedelijke Cultuurregio Zuid en dan maakt het mij niet uit of zo’n invloedrijke multinational in Maastricht, Heerlen of in Sittard is gevestigd, zolang de impact ervan maar ten goede komt van de ‘brede welvaart’ in het hele gebied.

Wat mij meer zorgen baart is het feit dat DSM vorig jaar aangaf de sponsoractiviteiten op het gebied van kunst en cultuur te willen gaan afbouwen, terwijl het concept van brede welvaart nu juist vraagt om brede investeringen in onze regio: economisch, ecologisch én sociaal- maatschappelijk, inclusief kunst en cultuur.

Gelet op de gigantische winsten die het concern boekt zou ik zeggen: stort jaarlijks een half miljoen in een nieuw DSM-cultuurfonds, waar makers en instellingen in de regio een beroep op kunnen doen voor de realisatie van (inter)nationale topproducties.

Bijkomend voordeel is dat we de aanwezigheid van het mondiale hoofdkantoor van DSM in onze regio niet meer hoeven te legitimeren als de inlossing van een ‘ereschuld’, aangezien met zo’n topcultureel klimaat die aanwezigheid een vanzelfsprekendheid zal zijn.

STIJN HUIJTS

Stijn Huijts, directeur van het Bonnefantenmuseum Maastricht, en Dingeman Kuilman, directeur Stedelijk Museum Breda, schrijven op deze plek bij toerbeurt over beeldende kunst en andere zaken.


Dit artikel is onderdeel van &PAPER en valt buiten de verantwoordelijkheid van de ZOUT hoofdredactie.