Na vier jaar groei, gebroed en geploeter openen de afstudeerders van de toneelacademie in Maastricht de poorten, om hun voorstellingen, installaties en andersoortige werken te tonen in Festival Gemaakt. “Je weet dat het moeilijk gaat worden.” Door Anke Riesenkmap
De regiestudenten Jelle Stiphout en Celine Daemen praten ons in café Tribunal bij over de kansen die ze krijgen door Festival Gemaakt, komend jaar in Maastricht. De sigarettenrook van de eerdere generaties theatermakers lijken nog boven de bar te hangen.
Directeur Rob Ligthert treffen we bij toeval boven een koffie. “Na mijn afstuderen, bijna dertig jaar terug, was er natuurlijk meer mogelijk qua subsidies. De studenten van nu zullen zelfstandiger en ondernemender moeten zijn, maar het wezen van de mensen die zo nodig de wereld in motte, om de wereld te veranderen en het beste van hun zelf te geven, is onveranderd.”
“Wij zijn van na de grote kaalslag”, zegt Celine. “Je weet dat het moeilijk gaat zijn en ook dat het je niet in de schoot geworpen zal worden.”
Voorheen waren de productiehuizen een tussenstation tussen opleiding en de praktijk. Toen deze in de bezuinigingen wegvielen ontstond er een gat.
Het duurde even maar inmiddels zijn er nieuwe verbanden en samenwerkingen ontstaan. VIA ZUID is als intermediaire netwerkorganisatie daarvan een voorbeeld. VIA ZUID legt nieuwe verbindingen tussen makers en diverse partners, waaronder podia, festivals, overheid, maar ook het bedrijfsleven en maatschappelijk partners.
Jullie zijn twee van de acht makers van de academie die worden ondersteund door VIA ZUID; wat houdt dat in?
Celine: “VIA ZUID is, productioneel en inhoudelijk, een grote hulp bij het realiseren van de projecten waar ik nu aan werk. Ze verbinden en maken het onmogelijke mogelijk. Daarnaast hebben ze een enorm netwerk hier in het zuiden, waar je als jonge maker veel aan hebt.”
Jelle tuurt: “Want hoe ga ik van die kleine wereld naar de grote wereld, hoe word ik zelfstandig maar blijf ik vruchtbaar? Je wordt geconfronteerd met zaken waar je geen ervaring mee hebt zoals speelplekken zoeken of contracten maken.”
“Ja”, beaamt Celine, ”dit kan zoveel ruimte innemen dat je hoofd te praktisch kan gaan staan en je je creativiteit verliest. Het moet uiteindelijk nog steeds uit jezelf komen maar een steuntje in de rug is wel heel fijn.”
Al jullie jaargenoten wonen niet meer in Maastricht; wat is er aan de hand?
Celine: “Veel makers trekken naar de grote steden van België of de Randstad omdat daar op het gebied van kunst en cultuur veel gaande is. Maar dat is in mijn ogen ook een valkuil; er lopen in Amsterdam duizenden makers rond met dezelfde droom. Ze vechten om dezelfde plekken. Door de leegloop in Limburg zijn er hier juist mogelijkheden. Er is ruimte en soms zelfs vraag naar nieuwe makers. Zoals het er nu uitziet blijf ik in Limburg wonen.”
Jelle peinst: “Ik heb nog geen plan maar dat is ook een plan.”
De voorstelling die jullie nu maken zullen door veel programmeurs en vakgenoten bekeken worden. Wat gaan we van jullie zien?
Celine: “Ik onderzoek thema’s als verlangen, angst en leegte. Met esthetiek als voer voor onze onderbuik, focust mijn werk op de emotionele onderstromen, die we in ons dagelijks leven zo vaak uit het oog verliezen. INSIDE, a panorama of anxiety, is een video-installatie waarvoor ik samenwerk met een ontwerper, een cameraman, een componist en muzikanten van het Conservatorium; het is een ervaring van een kolkende binnenwereld van angst en eenzaamheid.”
Daarnaast is er de voorstelling Nooit van elkaar naar een tekst van Jon Fosse. Een poëtische voorstelling over oneindig verlangen en innerlijke leegte. “Het gaat over een vrouw die vastzit in het alledaagse en die verlangt naar iets groters”, vertelt Celine.
Jelle: “Ik maak het liefst theater op locatie. Voor de Overlevende, gaat over de dood en speelt op een desolate plek in een verlaten gashouder. In mijn voorstellingen wil ik magie terugbrengen in de wereld. De onttoverde wereld betoveren. Je geeft verhalen aan een stad, je creëert collectieve herinneringen. Ik hoop dat er naast heel veel programmeurs ook gewone toeschouwers zijn die niet zo vaak naar het theater gaan.”
Celine: “Ik hoop echt dat de stad in de zaal zit. Theater is een tegenkleur van de samenleving. In de overhaaste sfeer van nu zijn veel mensen eenzaam. Verlorenheid is een van mijn thema’s. Ik ben heel blij dat ik me juist daarmee bezig kan houden en dat ik kwetsbaar kan zijn. Door het vorm te geven krijg ik er grip op en in het theater wil ik dit delen. Geluk is ons enige geloof.”
Festival Gemaakt. Eerste weekend van juni op verschillende locaties in Maastricht.
Nooit van elkaar is al eerder te zien op 9 en 10 maart in de Bordenhal Maastricht.
Voor de overlevende speelt daar op 26, 27 en 28 februari.