De computer is zowel schetsboek als inspiratiebron voor Michael van den Besselaar die graag de onderhuidse spanning en onrust in de suburbs in beeld brengt. De in Brunssum geboren kunstenaar is graag in de VS, waar hij succes heeft, maar blijft in Parijs wonen. Dat de Fransen nog steeds weinig op hebben met figuratieve kunst neemt hij op de koop toe.

‘The Land of the Free’ volgens Michael van den Besselaar

Op vijf minuten lopen van het Gare du Nord in Parijs is het appartement van Michael van den Besselaar. De in Brunssum geboren kunstenaar woont al 18 jaar in de Franse hoofdstad samen met zijn vrouw Linda, die er als mode-illustratrice werkzaam is. Als ik hem bezoek legt hij in zijn ruime woonkamer, tevens atelier, de laatste hand aan zijn laatste serie The Land of the Free, een reeks kleine schilderijen die momenteel te zien is in de groepstentoonstelling Een eindeloze zomer in het Gouvernement in Maastricht.
De schilderijtjes tonen een blik op alleenstaande huizen in de Amerikaanse suburbs. Ze staan in een verstild landschap van verlaten straten en tuinen en steken af tegen contrastrijke en gekleurde wolkenluchten. Op het eerste gezicht zijn het rustige, vrij luxe leefomgevingen, maar al gauw krijg je een ongemakkelijk gevoel. De verlaten omgevingen en de gesloten gevels van de huizen roepen andere, verborgen werelden op. Ze leiden tot een ondefinieerbare onderhuidse spanning, alsof je naar een still uit een David Lynch-film kijkt.
Ook in zijn andere series, geschilderd in dezelfde realistische stijl, komt deze spanning terug. Zo heeft Van den Besselaar vorig jaar in New York in zijn eerste Amerikaanse solo What we’ve just seen is not real in de Black&White Gallery zijn serie The Time Machine Mirrors getoond. De eerste titel verwijst naar de woorden van Mr. Spock, een alien die een hoofdrol speelt in de sf-film Star Trek, wanneer hij voor het eerst mensen ziet. De reeks van Van den Besselaar is gebaseerd op de vroege televisiecultuur. De grote schilderijen tonen een compositie van televisietoestellen uit de jaren zestig en zeventig met in ons collectieve geheugen verankerde tv-beelden. Op de kleinere schilderijen uit de reeks heeft Van den Besselaar één enkel toestel met televisiebeeld in detail geschilderd. Hij componeert zijn beelden nauwkeurig. De kleuren, de vormen en de televisiebeelden zijn bijna tastbaar, de herkenning is even groot als de vervreemding. En er is nostalgie, bij het zien van deze verzameling oude tv-toestellen. Ooit waren ze het symbool en de spiegel van het optimistische vooruitgangsdenken. Die tijd is voorbij. De toestellen zijn zelf beelden geworden, beelden van een modern verleden.
De serie Lethal Chambers toont een werkelijkheid die op de schilderijen bijna op sciencefiction lijkt. Het is een serie schilderijen van steriele executiekamers voor de ter dood veroordeelden. Ruimten die de meeste mensen nooit in het echt zullen zien, maar die, door hun steriele en realistische karakter, toch zeer herkenbaar zijn. Lege kamers waarin de ter dood veroordeelde niet aanwezig is, nog niet of niet meer.
Voordat Michael van den Besselaar met een schilderij begint, construeert hij zijn beelden nauwkeurig op het computerscherm. Hij maakt zelf foto’s en vindt veel beeldmateriaal op het net, waarna hij de beelden vervolgens bewerkt tot composities voor zijn schilderdoeken. De computer is voor hem zowel schetsboek als inspiratiebron.
De Amerikaanse beeldcultuur boeit Van den Besselaar en beïnvloedt zijn werk in hoge mate. Het is dan ook niet verwonderlijk dat zijn werk er sinds een aantal jaren goed wordt ontvangen. In 2005 verbleef hij als artist in residence in The Atlantic Center for Arts in New Symrna Beach, Florida. Een jaar later was zijn werk in New York te zien in de groepstentoonstelling Blessed are the Merciful, samengesteld door zijn Brusselse galeriehouder Jérôme Jacobs. Sinds die tijd wordt hij vertegenwoordigd door de Black&White Gallery in New York en is zijn werk aangekocht voor verschillende privéverzamelingen, waaronder de bekende Morton G. Neumann Collection. Ook in Nederland is zijn werk opgenomen in diverse privé- en stadscollecties.
Maar in Frankrijk, het land waar hij nu al zo lang woont, kijken de verzamelaars nog de kat uit de boom. Er was lange tijd weinig aandacht voor figuratieve schilderkunst; Van den Besselaar heeft er zich nooit door laten beïnvloeden. Hij bepaalt zijn eigen tempo en blijft zijn stijl trouw. Modes en trends in de kunstmarkt laten hem koud. Op de vraag of hij niet liever in Amerika zou wonen, antwoordt Van den Besselaar dat hij het een heerlijk land vindt om tijdelijk te verblijven, de cultuur te doorgronden en te analyseren. Amerika is voor hem het voorbeeld van een modernistische samenleving die op vele fronten onze beeldcultuur heeft bepaald en beïnvloed. De parallellen en de verschillen tussen Europa en Amerika blijven hem fascineren. Amerika is een belangrijke inspiratiebron, maar Parijs blijft de thuisbasis.

Werk van Michael van den Besselaar is te zien in Black&White Gallery in New York (tot 15 augustus) en in het Provinciehuis in Maastricht (tot 29 augustus). www.besselaar.com