Geïnspireerd door het succes van Borgen komt Het Nationale Theater met de marathonvoorstelling The Nation. Het multiculturele drama verpakt in een zesdelige Netflix-serie op toneel. Een gesprek met schrijver en regisseur Eric de Vroedt. “Ik hoop dat de bezoekers worden ontregeld.” DOOR FONS GERAETS
De recensies van de eerste drie delen waren lovend. U bent een contente mens?
“Daar zijn we ongelofelijk blij mee. We hebben lang naar de première toegewerkt, het was een heftig en intensief proces. We zijn vervuld van blijdschap, trots en opluchting dat het in de smaak is gevallen.”
Het verhaal speelt zich af in de Haagse Schilderswijk. Bent u daar onderzoek gaan doen?
“Ja. Ik heb meegedraaid bij de politie en op scholen, moslima’s gesproken. Het is inderdaad een probleemwijk: spanningen tussen politie en jongeren, werkloosheid, radicalisering, armoede, kortom veel sociale ellende. Maar het is ook een opwindende en hartverwarmende buurt waar je makkelijk sociale contacten legt. Ik moest de bewoners die met me wilden praten soms van me afhouden.”
Hoe kijkt u naar het huidige debat over de multiculturele samenleving, islam en racisme?
“The Nation is een reflectie op dat verhitte debat. Ik vind dat we ons verschansen in loopgraven. De andersdenkende wordt in een hoek gedrukt: de een is een geradicaliseerde moslim, de ander een elitaire politicus en ik ben een subsidieslurpende kunstenaar. Iedereen krijgt een label opgeplakt en gaat zich merkwaardig genoeg ook naar dat frame gedragen. Dan krijg je een schijndebat, het failliet van het idee van samenleven. Dat totale gebrek aan verbondenheid is het leidmotief van The Nation. De zoektocht is hoe we die bubbel kunnen doorbreken.”
Was het van begin af aan uw intentie om een marathonvoorstelling te schrijven?
“Zeker. Ik wilde, geïnspireerd door al die geweldige tv-series, een feuilleton maken. Ik dacht: als het dit medium lukt om zich opnieuw uit te vinden en zoveel kijkers verslaafd te maken, moet dat ook in het theater kunnen. Wat ik zo knap vind aan die series is dat ze op grootse, meeslepende en entertainende manier onze huidige geglobaliseerde wereld laten zien waar iedereen in zijn bubbel zit en tegelijkertijd banden met anderen aanknoopt.”
Waar heeft u de inspiratie vandaan gehaald?
“Ik ben begonnen met lezen over radicalisering, migratie en de multiculturele samenleving. Boeken als De jihadkaravaan van Alde’emeh en Stockmans, Ik was een van hen van Maarten Zeegers, De gedroomde samenleving van Willem Schinkel. Daarna heb ik dus veldwerk gedaan in de Schilderswijk. Uiteindelijk moest ik al die informatie in een script pompen. Het was een gigantische klus om er een spannende thriller van te brouwen.”
Is het een voorstelling met een moraal?
“Ik probeer maatschappelijke thema’s aan te snijden zonder opgeheven vingertje. Het gaat mij vooral om de ideëenstrijd, de clash van alle opinies. Ik vel geen oordeel over geluiden die mij onwelgevallig zijn. Zo heb ik een PVV-achtig personage opgevoerd. En een salafist. Zijn streven naar een radicale, zuivere islam werp ik verre van mij en toch neem ik deze jongen serieus. Niemand wordt weggezet. Ik hoop dat de bezoekers worden uitgedaagd en ontregeld, begrip krijgen voor andermans opinies, dat er luiken worden opengezet.”
Deel 2 bestaat uit een tv-talkshow. Bedoeld als parodie op Pauw, Jinek en RTL Late Night?
“Het begint als parodie en satire maar dat is niet de hoofdmoot. Uiteindelijk is het een vorm om iets aan de kaak te stellen. In die talkshows worden gasten alleen uitgenodigd om stevige standpunten uit te dragen en worden ze ook vastgepind op die mening. Het levert nooit een nieuwe analyse op. Er is ook te weinig tijd om een echt gesprek te voeren. De media zijn medeverantwoordelijk voor de polarisatie. En wij kijkers ook, omdat we die programma’s met veel gretigheid blijven bekijken.”
Netflix-op-toneel is andere koek dan Ibsen en Beckett?
“Dat is ook mijn missie. Het Nationale Theater, voorheen Het Nationale Toneel, was het gezelschap van de klassieke toneelteksten die ambachtelijk en met een zekere stoffigheid werden gespeeld. Toen ik artistiek leider werd heb ik aangegeven dat ik nieuwe elementen wilde toevoegen. Het is belangrijk om klassiek werk te blijven spelen, maar ik wil ook nieuwe stukken van hedendaagse auteurs. Vooral om een nieuwe publieksgroep te bereiken. Veel mensen voelen bij Shakespeare en Tjechov eerbied en afstand.”
Er wordt de laatste tijd veel geklaagd over halflege zalen. Is spannend toneel over de tijdgeest het antwoord?
“Ik weet niet of dit hét antwoord is maar het is óns antwoord. En ik merk dat het werkt. Het theater is behoorlijk gemarginaliseerd en er komt weinig nieuw publiek bij. We moeten echt iets doen om jongeren te trekken, ook jongeren met een andere kleur. Daarom wil ik spanning en opwinding op het toneel.”
Is dit project vergelijkbaar met Borgen, ook zo’n marathonvoorstelling?
“Borgen heeft mij geïnspireerd om de vlakke vloer te verruilen voor de grote zaal. Daar zag ik hoe fantastisch het is om in schouwburgzalen te spelen. Het zijn de gemeenschapshuizen van de stad. Bij Borgen was het voelbaar hoe een democratische gemeenschap met elkaar zo’n verhaal beleefd. Toen dacht ik: het wordt tijd voor een opvolger.”
The Nation door Het Nationale Theater.
Op 11 en 12 november in het Parktheater Eindhoven
parktheater.nl