Leon Verdonschot en Wido Smeets in debat over ontwikkelingen in de popmuziek. Over de illusie als kernwaarde van de popmuziek, eigenlijk van alle kunstuitingen. “De illusie maakt deel uit van de werkelijkheid.”
Laatst zag ik een meisje op TMF dat de finale had gehaald van een van die tv-talentenjachten met iemand op een stip voor een paar mensen achter een tafel. Ze had net haar eerste single uit. Hoe ze die vond, vroeg de presentator.
Ze vond het wel een goed nummer.
Jaren eerder zag ik Joe Cocker op tv, die in een programma zijn nieuwe single kwam playbacken. Cocker kreeg dezelfde vraag en zei eerlijk dat hij nog steeds aan het nummer moest wennen. Het nummer klonk namelijk nogal modern. Maar ja, de mensen die hem omringden hadden hem verzekerd dat zijn muziek nu zo hoorde te klinken. Ik had met Cocker te doen. Zo lang in het vak en dan nog steeds een speelbal van zijn omgeving. Tegelijk voelde ik nog iets anders: een lichte minachting voor het feit dat hij kennelijk niet het talent had om zijn eigen muziek te schrijven.
Het meisje op TMF vertelde dat de mensen die haar begeleidden, hadden gepraat over de richting die ze uit moest met haar muziek. Nederlandstalige pop was eigenlijk het idee, maar dat lag commercieel wat moeilijk, dus hadden ze er een volks tintje aan gegeven om aan te sluiten bij het succesvolle geluid uit Volendam.
Schaamteloos deed ze zo de hele strategie achter haar prille carrière uit de doeken. Het feit dat die carrière überhaupt het resultaat van een vergadering was, bovendien niet een met zichzelf als voorzitter, leidde tot geen enkele zichtbare gene. Ik voelde dezelfde minachting, maar dan veel sterker.
Alleen omdat ze haar eigen muziek niet schreef? Dat deed Elvis ook niet. En Frank Sinatra evenmin, om maar twee van de grootste performers uit de muziekgeschiedenis te noemen. En die bewonder ik wel, al is die bewondering een wezenlijk andere dan die voor artiesten die meer zijn dan performer. Wat was het dan? Het feit dat alles wat ze deed, bedacht was? Alsof dat niet heel vaak zo is. Zelfs de Sex Pistols waren bedacht door hun manager.
Het was, realiseerde ik me, haar ongenegeerde openhartigheid erover. Omdat ze daarmee blijk gaf van minachting voor de kernwaarde van popmuziek: de illusie.
LEON VERDONSCHOT
De illusie maakt deel uit van de werkelijkheid, zegt festivaldirecteur Jacques Giesen van festival Musica Sacra elders in dit nummer. Voor de popmuziek geldt dat even zeer als voor de sacrale muziek die tijdens Musica Sacra ten gehore wordt gebracht. Ook zonder te geloven kun je in vervoering worden gebracht door religieuze muziek. Omdat (de illusie van) de religie deel uitmaakt van de ons omringende werkelijkheid. Vraag maar aan de volbloed atheïst Geert Wilders.
Het meisje uit de TMF-talentenjacht, zo vermoed ik, gelooft in een andere, particuliere illusie: beroemd worden. Muziek is in dat streven niet meer dan een vehikel; als het niet lukt, probeert ze het misschien via een andere weg. Ik zag laatst een ander kind-zangeresje in een andere talentenshow dat door de jury volledig werd afgebrand. Niet alleen omdat ze er niets van bakte, maar vooral omdat haar moeder – zoals zo vaak – de dwingende factor was achter haar ambitie. Exit: een huilend kind en een tierende moeder. Het was háár illusie die hier publiekelijk om zeep wed geholpen, haar dochter was het vehikel.
Elvis, Sinatra en de Sex Pistols vormen samen een illuster rijtje performers die groot werden in een door hun omgeving geschapen wereld van illusies. Die alleen stand houdt als er een publiek is dat óók gelooft; die aanhang vertoont op gezette tijden religieuze trekjes. Alle drie veranderden ze op enig moment in hun carrière van muzikale richting, al dan niet op advies van hun managers en adviseurs. Hun muziek was een vehikel geworden om te kunnen blijven genieten van de verslaving die applaus heet.
Johnny Rotten (Sex Pistols) is de enige nog levende van de drie, en hij maakte onlangs een alom bejubelde come back tournee. Zoals Elvis en Sinatra dat in hun tijd ook deden. Als het publiek er nog steeds in gelooft, blijft de illusie van hun muzikale grootheid een werkelijkheid waar je niet omheen kunt. Omgekeerd: zonder aanhang geen illusie. Het is en blijft een keuze, geloven.
WIDO SMEETS