Wido Smeets en Leon Verdonschot wisselen muzikale helden uit van vroeger en nu. “Graham Parker maakte klassieke pop met puntige teksten over eigentijds herenleed: ‘Sometimes she needs the beating of another heart’.”
Graham Parker
Muzikant word je niet, dat ben je. Voordat hij de toekomst van de rock ’n roll werd, werkte Bruce Springsteen als tv-reparateur. Elvis Costello deed iets met computers – in de jaren zeventig wel te verstaan. Van Graham Parker las ik ooit dat hij pompbediende is geweest.
Het zijn teksten die het goed doen als er een mythe moet worden gefabriekt, maar verder… Wie gelooft mij nou als ik zeg dat ik vroeger stratenmaker ben geweest?
Voor Graham Parker maken we een uitzondering. Ik zie hem voor me, met zonnebril, op een wiebelende stoel voor de deur van een Caltex-pompstation ergens in de Midlands. Geen auto te zien, in de verte een onweer dat halt lijkt te houden. GP plukt wat aan zijn gitaar (plectrum tussen de tanden), een frommel papier op de knie. You Can’t Be Too Strong staat er op.
Wanneer zijn dienst erop zit, gaat hij naar huis, maakt een demo van het lied (over de abortus van een vriendin) en stuurt die op naar een platenmaatschappij. Zijn debuut wordt een hit, net als de opvolger. GP wordt beroemd, levert een reeks prachtplaten af, speelt op de grote festivals, maakt wereldtournees.
Dat was toen.
Graham Parker had het geluk dat hij Brinsley Schwarz en zijn band tegen het lijf liep. Deze doorgerookte klasbakken uit de pubrockscene, de blanke soulstem van Parker en diens gave om catchy drie-minutensongs te schrijven, blijken een gouden combinatie. Graham Parker & the Rumour (zoals de band van Brinsley Schwarz werd herdoopt) maken klassieke pop met puntige teksten over eigentijds herenleed: ‘Sometimes she needs the beating of another heart’.
Ik kreeg er geen genoeg van, tot ik in 1988 op het hoesje van Struck by Lightning een foto van de rocker zag in een ‘wilde’ tuin met een meisje met een vlindernetje. Herenleed had plaatsgemaakt voor vaderschap. Mijn beelden van de man met gitaar voor een pompstation in de Midlands verdampte. Soms zie ik hem voorbijkomen, op tv en cd’s. Solo. Kalend, zwarte outfit, zonnebril. GP zingt GP uit de jaren tachtig. Maar dan zonder de magie.
Graham Parker wordt ouder, Springsteen ook, Costello eveneens. Het zijn muzikanten wiens oeuvre niet noodzakelijkerwijs samenhangt met de jeugdigheid van de vertolker.
Waar ik het meest benieuwd naar ben, is de ontwikkeling van de artiesten bij wie dat wel het geval is. Hoe worden Prince en Madonna oud? Tot nu toe: niet.
Voor Michael Jackson, de derde van de grote drie uit de jaren tachtig, weet ik niet of dat geldt: dit is eigenlijk de menselijkheid voorbij. Maar Prince is nog steeds een soepel bewegende, excentrieke geilneef. Van vijftig. Kan dat ook als hij 55 is? Zestig? Ik zou denken van niet, maar dan denk ik aan Iggy Pop en concludeer ik dat het wel degelijk kan.
En Madonna dan? Het rolmodel van tienermeisjes is ze niet meer, maar nu is ze het bewijs dat het wel kan, begeerlijk blijven, ook uiterlijk en seksueel. Alles wat reclames voor dagcrèmes en Tellsell-apparaten beloven, zit samengebald in Madonna. Haar hele werk en imago gaan om krijgen wat je wilt, en tot nu toe is het haar gelukt het fundament onder dat alles – haar schoonheid – te houden. Maar de komende jaren komt toch echt de t-splitsing: de ouderdom tonen, of de andere kant op, richting Tina Turner, de vrouw over wiens jeugdige energie iedereen vol bewondering spreekt, maar wel de bewondering richting iemand die van een andere planeet komt dan wij.
Ik zou het wel interessant vinden, Madonna publiekelijk ouder zien worden, ook in teksten en shows. Maar ik vrees dat ze het niet gaat toelaten, ook omdat ze de genadeloosheid van het publiek kent. Dat lacht schamper wanneer Keith Richards uit een boom valt (hij kwam er tenminste nog in) en vindt dat de Stones er mee moeten ophouden omdat, nou gewoon, omdat ze ouder zijn dan vroeger, dus dat publiek zelf waarschijnlijk ook. Hoofdredactioneel commentaar (!) in NRC Handelsblad (!!) over de Stones een paar jaar geleden: “Jammer dat ze nog bestaan.”
In zo’n klimaat zullen Prince en vooral Madonna, denk ik, vasthouden aan hun jeugd en als dat niet meer lukt: verdwijnen.