Leon Verdonschot en Wido Smeets wisselen van gedachten over gebeurtenissen en ontwikkelingen in de popmuziek. Met het verdwijnen van de cd drogen ook de verhalen er omheen op. “Het tijdperk van de data cloud die jarenlang om de popmuziek hing, als weerspiegeling van een ideologie, is voorbij.
Fame gaat dicht. De grootste cd-zaak van Nederland aan de Amsterdamse Kalverstraat sluit in februari.
Het is een logische ontwikkeling: steeds minder mensen kopen cd’s, dus een cd-winkel ter grootte van een warenhuis op zo ongeveer de duurste plek van de duurste stad van het land, die houdt het niet vol.
Ik ben nooit gaan downloaden, maar koop sinds de komst van Spotify toch minder cd’s dan vroeger. En als ik ze koop, dan ook nog meestal via de twee uiterste flanken: de virtuele boekhandel zonder persoonlijk contact, maar met een oneindig aanbod, of de kleine cd-zaak met een beperkt aanbod, maar juist een haast vriendschappelijke persoonlijke service. Fame zat er tussen in. Dus zo’n winkel verdwijnt.
Toen ik het bericht las en de verhalen loskwamen over de geschiedenis van Fame ging het me aan het hart. Want wat waren het er veel, al die verhalen, en wat waren ze kleurrijk. Over het bezoek van Bobby Brown, ooit een ster, die arriveerde voor een signeersessie, de rij tot de aan de overkant van de Dam gelegen Bijenkorf zag en opeens geen zin meer had in signeren, waarna zijn fans het rek met zijn cassettebandjes (voor lezers onder de dertig: de voorloper van de voorloper van de USB-stick) molesteerden. Of MC Hammer, ook ooit een ster, voor wiens signeersessie juist niemand kwam opdagen, waarna zijn manager het Fame-personeel vriendelijk verzocht dan zelf voor rij te spelen, waarop al de medewerkers tot drie keer toe in steeds andere kleding langs zijn tafel liepen. Of de driemaandelijkse avonden voor vaste klanten, waarbij de veelkopers zich mochten vergrijpen aan cd-boxen en limited edition-uitgaven met hoge kortingen. Een vaste klant omschreef het in het Parool als “een soort Dwaze Dagen voor mannen.”
Het heeft geen enkele zin om al te nostalgisch te doen over muziekzaken. Iedere generatie kiest haar eigen geluidsdragers, zo gaan die dingen. En toch hoop ik dat muziekwinkels als Sounds, Music Machine en Satisfaction het nog een tijd volhouden. Al is het maar vanwege de verhalen die ze voortbrengen.
LEON VERDONSCHOT
De verhalen die bij muziek horen als wieltjes onder een piano komen niet alleen uit de alom betreurde platenzaken. Ze waren ook te lezen op de hoezen (bij vinylplaten) en de doosjes (bij cd’s en dvd’s) van de geluidsdragers – wat een akelig woord trouwens.
In het boek Bicycle Diaries loopt David Byrne, brein achter Talking Heads en tal van andere baanbrekende muziekprojecten, door Berlijn met kunstenaar/ontwerper Stefan Sagmeister. Wat je zegt, een naam die je niet verzint. Byrne staat stil bij het verdwijnen van het beeld- en tekstmateriaal dat platen decennialang vergezelde. Toen de cd in stervensnood was, kreeg je er zelfs complete boekwerken bij. Even later was het al andersom, toen kwamen er boeken uit die vergezeld gingen van een ingestoken cd(-rom) of dvd. (Mag ik tussendoor even opmerken dat het op dode bomen gedrukte boek, alle grafredes ten spijt, al eeuwenlang de technologisch hoogstaande(re) concurrentie minzaam weerstaat? En dat ik van zo’n anachronisme erg kan genieten?)
De nostalgie van Byrne wordt niet gedeeld door Sagmeister, voor wie het maken van art covers een deel van zijn broodwinning was. Droogjes merkt de Duitser op dat er eeuwenlang muziek is gemaakt zonder dat er tekst en beeld bij werd verspreid. Het gebeurde voor het eerst bij de vinylplaat, die vanwege de kwetsbaarheid goed verpakt moest worden.
Byrne werpt tegen dat toen Alex Steinweiss begin jaren veertig een echt ontwerp maakte voor de hoes van Beethovens Derde Symfonie, de omzet van die plaat 800 procent hoger was dan gebruikelijk.
Uiteindelijk bood de hoes, later de cd-box, informatie over componisten, uitvoerenden, orkesten, optredens, kostuums, video’s enzovoorts. Door Spotify, de downloadprogramma’s die eraan voorafgingen en die nog zullen volgen, verdwijnt de oorsprong van veel verhalen die de muziek decennialang in een bijna ondeelbare twee-eenheid hebben vergezeld. “Het tijdperk van de data cloud die jarenlang om de popmuziek hing als weerspiegeling van een ideologie, is voorbij”, concludeert Byrne.
Is dat spijtig? Ik twijfel. Ik vrees dat popmuziek van deze tijd die verantwoordelijkheid, bij gebrek aan ideologie, helemaal niet aankan. Wie wil weten wat dat ook alweer is, een ideologie, in combinatie met muziek en daarbij behorende verhalen, moet inderdaad naar een zaak als Sounds in Venlo. Zolang die er nog is.
WIDO SMEETS